wordt versneld, zouden naast de lang ver beide afschaffing der vermakelijkheidsbelas- ting althans aantrekkelijke voorwaarden ge schapen zijn waaronder ook de bioscopen aan de periferie van ons bedrijf zich beter kunnen handhaven en wellicht haar be staansmogelijkheid nog kunnen verbeteren. De filmleveranciers zullen niet uit het oog mogen verliezen, dat de talrijke over ons land verspreide bescheiden bioscoopbe drijven in kleine plaatsen op hun beurt de leveranciers zijn van de nieuwe bioscoopbe zoekers, die zich te zijner tijd in de steden gaan vestigen. ALGEMEEN In het verslagjaar kwamen het bestuur en de Sectieraad elk driemaal in vergadering bijeen. Het bestuur bestond uit de volgende leden: C. Geerts, voorzitter; P. N. Brouwer, vice-voorzitter; P. Vink, penningmeester; H. Holman, B. Holtslag en S. Spanjaart, leden. Leden van de Bondsraad waren de heren Geerts, Brouwer en Holman, zijnde de voor zitters der drie secties, alsmede de heer S. M. Spanjaart, gedelegeerde. Eerstgenoemde drie heren zijn uiteraard tevens lid van de Exploitantenraad. Als secretaris der Afdeling D werd defini tief aangewezen de heer A. H. Pieterse van het Bondsbureau, die deze functie tot dan toe voorlopig had vervuld. VERGADERINGEN SECTIERAAD De Sectieraad kon zich in haar vergadering van 27 januari verenigen met de voorstellen aan de Bondsraad tot prolongatie van de re glementen terzake van de Filmvertoning en terzake van de Programmering. Met het voorstel tot prolongatie van het Reglement op de Filmrapporten was de Raad minder ingenomen. De waarde van de rapporten werd ernstig in twijfel getrokken om diverse redenen. Besloten werd, de bezwaren ter kennis te brengen van de Exploitantenraad. Voorts werd aandacht besteed aan de candi- daturen voor het nieuwe Hoofdbestuur. De Sectieraad kon zich verenigen met de niet- bindende aanbeveling van de Exploitanten raad ten aanzien van de heren C. J. Blad, M. Gerschtanowitz en J. van Willigen, die dienovereenkomstig door de Bondsraad werden benoemd tot leden-exploitanten van het Hoofdbestuur. In de jaarvergadering van 13 mei werden de gebruikelijke jaar stukken der afdeling goedgekeurd. Er vonden geen verkiezingen van bestuurs leden, respectievelijk van een gedelegeerde voor de Bondsraad plaats, aangezien geen dezer functionarissen reglementair aftredend was. De Raad had evenmin aanmerkingen op de aan de Bondsraad gepresenteerde financiële overzichten, de begroting en de contributie heffing voor 1970. Ook kon de Sectieraad zich verenigen met de voorstellen tot be schikbaarstelling van ƒ200.000.— aan het Productiefonds en 300.000.— als tijdelijke beschikbaarstelling ten behoeve van film producenten, die door het Productiefonds worden gefinancierd. Hij wenste echter dat aan de verstrekking van de eerstgenoemde twee ton de voorwaarde zou worden ver bonden, dat eerst de kwestie der vermake- lijkheidsbelasting wordt opgelost. Met in stemming stelde de Sectieraad zich achter de voordracht van het Hoofdbestuur tot be noeming van de Bondsdirecteur, de heer J. G. J. Bosman, als voorzitter van de Bond, conform het bepaalde in artikel 15 sub 6 der Statuten. Voorts bleek, dat de leden der secties in het algemeen weinig belangstelling hebben voor de functionering hunner secties. De Raad besloot evenwel, de ontwikkeling terzake voorlopig aan te zien. In de Sectieraadvergadering van 12 novem ber werden besproken de nieuwe voorstellen van het Hoofdbestuur aan de Bondsraad tot vaststelling van een Reglement Filmverto ning, een Reglement Programmering, een Reglement op de Filmrapporten, een Regle ment op de Recette-Administratie (ter ver vanging van het Reglement Recette- controle) en tot wijziging van het Aanvul lingsreglement Bondsvoorwaarden. Met gro te meerderheid besloot de Sectieraad, de Be drijfsafdeling Bioscoopexploitanten te ver zoeken aan het Hoofdbestuur te adviseren het Reglement op de Filmrapporten dat aan het eind van het verslagjaar zou aflopen, niet meer te prolongeren. Zij gememoreerd, dat het Hoofdbestuur inderdaad op advies van de Exploitantenraad besloot, dit voor stel in te trekken. Het Reglement op de Recette-Administratie ontmoette geen bezwaren, behoudens voor wat betreft enkele dezerzijds voorgestelde wijzigingen in de tekst, welke gede^telijk door de Exploitantenraad werden overge nomen en aan het Hoofdbestuur ter kennis gebracht. Met het voorstel tot wijziging van het Aanvullingsreglement Bondsvoorwaar den was de Sectieraad uiteraard inge nomen, omdat het tegemoetkwam aan de zozeer verlangde verlaging van de maxi- mum-filmhuur en wel van 60 naar 50 voor de categoriën van zaken, die onder an dere onder onze afdeling ressorteren. Verder bracht de Sectieraad ter kennis van

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1969 | | pagina 86