In het verslagjaar zijn er 7 geschillen (in 1969: 21) aanhangig gemaakt door le-
den-filmverhuurders contra leden-exploitanten, één door een lid-filmverhuurder
contra een ander lid-filmverhuurder, 5 door donateurs tegen leden-exploitanten,
één door een lid-filmlaboratorium contra een lid-filmverhuurder, één door een lid-
filmverhuurder tegen een lid-producent en één door een lid-exploitant tegen een
ander lid-exploitant.
RAAD VAN BEROEP
Het Hoofdbestuur heeft op 9 juni 1970 de Voorzitter, de heer C. S. Roem, de Vi-
ce-Voorzitter, de heer D. J. van Leen, en de leden van de Raad van Beroep herbe
noemd. Door loting ten overstaan van het Hoofdbestuur op 14 september 1970
werd de samenstelling voor het zittingsjaar 1970/1971:
Eerste Kamer:
W. F. Dubbeldeman, Amsterdam, J. Nijland, Den Dolder, leden-exploitanten, L.
J. Paerl, Amsterdam, B. J. Schimmel, Naarden, leden-filmverhuurders.
Tweede Kamer:
B. W. G. van Royen, Amsterdam, A. F. Wolff, Bilthoven, leden-exploitanten, P. J.
N. R. Ooms, Amsterdam, J. P. M. A. Smulders, Amsterdam, leden-filmverhuur
ders.
Secretaris was wederom Mr. W. van Heuven.
In het verslagjaar werd geen hoger beroep ingediend. Wel werd een hoger beroep
behandeld dat eind 1969 aanhangig was gemaakt. In deze hoger beroepzaak, welke
door een lid-exploitant contra een lid-filmverhuurder was ingediend, bekrachtigde
de Raad van Beroep het vonnis van de Commissie van Geschillen, waarbij eerstge
noemde was veroordeeld tot nakoming van een huurkoopcontract tussen partijen
betreffende cabine-installaties.
GEMENGDE COMMISSIE VAN GESCHILLEN
Deze commissie bestond in 1970 uit de heren M. Samson, Voorzitter; G. A. K.
Eerdmans, plaatsvervangend Voorzitter; C. J. Blad, Th. de Ruiter en J. Ph. van
der Linden, leden.
Secretaris was de heer H. W. Hagenberg. Er was een vacature, waarin aan het
eind van het verslagjaar nog niet was voorzien.
Er zijn in het verslagjaar geen geschillen aanhangig gemaakt.
GEMENGDE RAAD VAN BEROEP
In de Gemengde Raad van Beroep werden voor het zittingsjaar 1970/1971 door
het Hoofdbestuur de voor de Nederlandse Bioscoopbond zitting hebbende leden
herbenoemd, namelijk de heren W. F. Dubbeldeman en B. W. G. van Royen, bei
den te Amsterdam, leden, en J. Nijland, Den Dolder en A. F. Wolff, Bilthoven,
plaatsvervangende leden. De Nederlandsche Vereeniging van Bioscoopreclame-Ex
ploitanten herbenoemde de heren G. F. Turèl, Bussum, lid, A. van Bloemendaal,
Groningen en Mr. Dr. J. C. C. Haar, 's-Gravenhage, plaatsvervangende leden, en
benoemde de heer M. Markusse tot lid. Beide verenigingen benoemden gezamen
lijk tot Voorzitter de heer C. S. Roem en tot plaatsvervangend Voorzitter de heer
D. J. van Leen. Secretaris was Mr. W. van Heuven.
In het verslagjaar werd geen hoger beroep ingediend.