De film „Blue Movie" startte met 9 kopieën en had per eind december het even eens respectabele aantal van 21 kopieën bereikt. De film „Daniël" werd medio oktober op meer beperkte schaal uitgebracht. De film „Mira" werd met een ge bruikelijk aantal kopieën uitgebracht en was ook in België een zeer groot succes. Alle genoemde films waren nog geboekt voor een groot aantal vertoningen in 1972. Het behoeft op deze plaats nauwelijks betoog, dat dit succes van een aantal Ne derlandse speelfilms in één jaar geen garantie vormt voor de gang van zaken op dit terrein in de naaste toekomst. Wel vormt dit voor de Nederlandse speelfilm- produktie als geheel een belangrijke stimulans en, wat mogelijk nog belangrijker kan worden genoemd, het zo langzamerhand binnen het bedrijf, zowel als aan de kant van het publiek, bepaald ongunstig geworden klimaat ten opzichte van film- produkties van eigen bodem, is door deze opleving aanzienlijk verbeterd. Er werd weer op grote schaal over de Nederlandse speelfilm gesproken en dit kan voor toekomstige produkties bruikbare aanwijzingen opleveren. Aan het einde van het verslagjaar waren twee andere speelfilms vrijwel voltooid, te weten „Paradiso" van Alfa Productions N.V. en „Het mes en de rivier" van George Sluizer. In produktie was de film „Parallellen in het gedrag van mens en dier" van Bert Haanstra en er werden produktievoorbereidingen getroffen voor nieuwe films van Rob Houwer Holland N.V., Fons Rademakers, Scorpio Films, Nicolai van der Heyde, Parkfilm N.V. en Wim Lindner. Op het gebied van de jeugdfilms kwam bij Rex Film te Schinnen één film ge reed en waren twee nieuwe films in produktie genomen; in voorbereiding was een jeugdfilm van Karst van der Meulen. De Nederlandse jeugdfilm trok in 1971 een totaal van circa 287.000 kinderen, waarbij het ging om 14 films uit de omvangrijke na-oorlogse produktie van Rex Film. Zoals bekend verkeren de meeste jeugdfilms in de gelukkige omstandigheid, dat deze min of meer tijdloos genoemd kunnen worden. De produktie van korte films had ook in 1971 kwantitatief een flinke omvang, hoewel gezegd moet worden, dat de teruggang in de economie zich in deze sector van het bedrijf zeer duidelijk deed gevoelen. Weliswaar steeg de totale omzet van de bij de Bond aangesloten 46 produktiebedrijven van circa 21,9 tot ruim 23 mil joen gulden, maar deze stijging bleef achter bij de corresponderende kostenstijgin gen. Er zijn door bedoelde bedrijven 6 korte speelfilms (voorprogramma), alsmede 68 bedrijfs-, voorlichtings- en instructiefilms vervaardigd tegen respectievelijk 3 en 57 in 1970. Het aantal geproduceerde bioscoopreclamefilms liep, mede als ge volg van buitenlandse invloeden, terug van 17 naar 13 en het aantal TV-commer- cials voor binnen- en buitenland daalde van 742 naar 559. Er zijn voor de Ne derlandse televisie circa 430 films gemaakt, variërende van programma-aankondi gingen en programma-onderdelen tot series als „De Fabeltjeskrant" en films voor instellingen als Socutera, Teleac, Veilig Verkeer en overheidsvoorlichting. Van het Nederlandse journaal werden 52 edities vervaardigd, benevens enige „specials". Blijkens gegevens van de Bondsadministratie zijn er in 1971 niet minder dan 93 korte Nederlandse films in de bioscopen verschenen, waaronder naast films die met subsidie van het Ministerie van C.R.M, tot stand zijn gekomen, ook een groot aantal commerciële opdrachtfilms dat zich voor vertoning in bioscopen leende. Volgens globale becijferingen bereikten deze korte films in totaal 3,5 miljoen bios coopbezoekers, waarbij, afhankelijk van de hoofdfilm in het desbetreffende pro gramma, het aantal bezoekers per film uiteraard zeer sterk uiteen kon lopen.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1971 | | pagina 10