rr-^J
Ten aanzien van de produktie van korte films vervaardigd met subsidie van het
Ministerie van C.R.M, kan worden gerapporteerd, dat gedurende het verslag
jaar 24 dusdanige films gereed kwamen, tegen 20 in 1970. Hiervan werden er zes
door of met hulp van Bondsleden vervaardigd. Van bovengenoemde 24 films zijn
er 3 gedurende het verslagjaar via filmverhuurkantoren in roulatie gekomen. Dit
wil niet zeggen, dat alle overige films minder geschikt voor bioscooproulatie zou
den zijn, aangezien het door allerlei omstandigheden geruime tijd in beslag kan ne
men voordat C.R.M.-films uit een bepaalde produktieperiode in de bioscopen ver
schijnen. Een 5-tal films uit de onderhavige jaarproduktie werd in 1971 door de
televisie uitgezonden.
Het is voor het eerst, dat de overheid de subsidieposten voor korte en lange films
niet heeft verhoogd. Voor 1972 bleef in de rijksbegroting de post bestemd voor
het Productiefonds gehandhaafd op 1.640.000,— en die voor korte films op
1.150.000,Ten aanzien van dit laatste bedrag heeft de Tweede Kamer bij de
begrotingsbehandeling geheel onverwacht niet minder dan 350.000,voor an
dere activiteiten buiten het filmterrein bestemd. Er was hier dus geen sprake van
een bezuiniging, maar van een gewijzigde verdeling van de beschikbare subsidie
gelden. Over deze verbazingwekkende gang van zaken, waardoor kennelijk ook de
betrokken minister werd overrompeld, is speciaal in de kringen van de makers van
korte films grote beroering ontstaan.
Wat zien ik van Paul Verhoeven
