het Werktijdenbesluit voorgeschreven 13 vrije zondagen in het bioscoopbedrijf per 31 december van het verslagjaar zouden expireren. In verband daarmede vroeg hij de Sociale Commissie de mening van de in de commissie samenwerkende orga nisaties van werkgevers en werknemers kenbaar te maken met betrekking tot de vraag, of de bestaande personeelsbezetting nog van dien aard was, dat het verle nen van dergelijke ontheffingen voor het jaar 1972 nog gewenst is. De Commissie heeft geantwoord, dat de nog steeds heersende personeelsschaarste het in vele gevallen onmogelijk maakt aan het personeel der bioscopen de vereiste dertien vrije zondagen te geven, zulks met uitzondering van de speciale journaaltheaters, waar een rouleringssysteem wordt toegepast. Derhalve heeft de Commissie de Di recteur-Generaal van de Arbeid het verlenen van ontheffing ook voor het jaar 1972 ten zeerste aanbevolen. De Sociale Commissie voor het Bioscoopbedrijf bestond uit de heren: W. F. Dub- beldeman, Voorzitter; C. van Liere, H. Miedema en Drs. C. A. Voskuil, vertegen woordigers van de Bioscoopbond; J. J. van der Veer en H. J. P. Michielsen, ver tegenwoordigers van de Katholieke Bond A.V.G.; L. H. Röttger en H. P. J. v. d. Hilst, vertegenwoordigers van de Algemene Bond Mercurius en H. W. Hagenberg, Secretaris. BEDRIJFSPENSIOENFONDS In de vergadering van 19 oktober is het jaarverslag over 1970 vastgesteld. Uit het verslag bleek, dat het Fonds aan premie heeft ontvangen 1.210.553,en aan opbrengst van beleggingen 925.153,—, totaal dus 2.135.706,—. Aan uitkerin gen werd in 1970 betaald 320.175,—. Op 31 december 1970 bedroeg het aantal gepensioneerden, aan wie ouderdoms pensioen werd uitgekeerd, 388. Verder genoten 136 weduwen en 36 wezen pen sioen. Dankzij de gunstige financiële positie van het Fonds kon besloten worden de on voorwaardelijke pensioenaanspraken per 1 januari 1971 wederom met 3 te ver hogen. Enige statistische gegevens per provincie. Exclusief de bioscopen die in 1971 niet in exploitatie zijn geweest. 2) Voor het inwoneraantal is het gemiddelde genomen van de aantallen per 1 januari 1971 en 1 januari 1972. Provincies Gemeen ten Biosco pen Inwoners 2) Bevol- kings- dicht- heid p/km2 Zitplaat sen Bezoek Besteed bedrag aant. in aant. in aantal in totaal in p/1000 inw. totaal P/ inw. totaal P/ inw. Groningen 51 5.8 13 3.4 524.423 4.0 229 7.295 4.0 13.91 1.029.420 1.96 3.354.662 6.40 Friesland 44 5.1 14 3.7 529.572 4.0 159 6.625 3.7 12.51 613.762 1.16 1.962.142 3.71 Drente 34 3.9 10 2.7 376.019 2.9 141 3.835 2.1 10.19 353.448 0.94 1.020.859 2.71 Overijssel 53 6.1 20 5.3 939.292 7.1 245 10.714 5.9 11.40 1.147.477 1.22 3.852.188 4.10 Gelderland 105 12.0 40 10.6 1.545.951 11.7 306 16.611 9.2 10.74 1.992.480 1.29 6.896.744 4.46 Utrecht 50 5.7 21 5.6 821.734 6.2 614 9.904 5.5 12.05 1.756.688 2.14 5.841.828 7.11 Noord-Holland 104 11.9 80 21.2 2.267.098 17.3 849 38.556 21.4 17.00 7.337.557 3.24 26.010.490 11.47 Zuid-Holland 151 17.4 86 22.8 3.002.296 22.8 1057 42.646 23.6 14.20 7.046.052 2.35 25.444.678 8.48 Zeeland 36 4.2 6 1.6 313.121 2.4 120 2.749 1.5 8.77 273.838 0.87 746.163 2.38 Noord-Brabant 139 15.9 54 14.3 1.834.678 13.9 370 25.344 14.1 13.81 2.731.750 1.49 8.535.918 4.65 Limburg 105 12.0 33 8.8 1.017.220 7.7 466 16.229 9.0 15.95 1.420.596 1.40 4.797.394 4.72 Nederland 873 100.0 377 100.0 13.171.404 100.0 400 180.508 100.0 13.70 25.703.068 1.95 88.463.066 6.72

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1971 | | pagina 17