STIMULERING FILMBELANGSTELLING EN BIOSCOOPBEZOEK
Als organisatie van het gehele Nederlandse film- en bioscoopbedrijf kunnen de
taken van de Bond op het gebied van de stimulering van de filmbelangstelling in
het algemeen en het bioscoopbezoek in het bijzonder uiteraard slechts op de
collectiviteit zijn gericht en dienen de activiteiten ten behoeve van bepaalde biosco
pen en bepaalde films te worden overgelaten aan de individuele bedrijfsgenoten. Een
dergelijke collectieve aanpak heeft derhalve in hoofdzaak een ondersteunende be
tekenis, waarbij door het overleg in Bondsverband overigens een zekere wissel
werking en een vorm van samenspel worden bereikt.
Tot de maatregelen met een indirect karakter kunnen worden gerekend de in het
Algemeen Bedrijfsreglement neergelegde welstandseisen, waaraan de bioscopen op
het gebied van uitrusting, inrichting, veiligheid en uiterlijk aanzien hebben te vol
doen, alsmede de voorschriften in de Bondsvoorwaarden met betrekking tot de
behandeling van de bioscoopapparatuur en het filmmateriaal. In aansluiting hierop
kan de adviserende en controlerende arbeid van de Technische Commissie en de
technische controledienst worden genoemd, alsmede de artikelen in het Bondsorgaan
over aangelegenheden van technische aard en nieuwbouw. Een meer direct effect
hebben de werkzaamheid van de persdienst, de uitgifte van Bondswege van
bioscoopbonnen, de medewerking aan de Arnhemse filmweken, de voorlichting van
de leden door middel van publicaties in het Bondsorgaan, circulaires en dergelijke,
alsook de collectieve propagandacampagnes.
Voor een wetenschappelijke begeleiding is zorggedragen door inschakeling van
bureaus voor motivation-research en marktonderzoek, alsmede door statistisch
onderzoek. De werkzaamheid van het Bondsbureau op statistisch gebied heeft een
geleidelijke uitbreiding ondergaan, hetgeen mede mogelijk is geworden door de in
schakelingvan een computer. Ook hebben onderzoekingen plaatsgevonden in samen
werking met het Centraal Bureau voor de Statistiek. Door het aantrekken van een
wetenschappelijk medewerker op het Bondsbureau in de loop van het verslagjaar
zal een meer permanente wetenschappelijke aanpak kunnen worden gerealiseerd.
Gezien de behoefte aan intensivering van de research tot een zodanig niveau, dat
van een voortdurende begeleiding sprake is, is mede van belang de werkzaamheid
van de Stichting Stimuleringsfonds voor het Nederlandse Film- en Bioscoopwezen.
Deze stichting heeft ten doel het ontplooien en het bevorderen van collectieve
activiteiten ter stimulering van het Nederlandse film- en bioscoopwezen. De in
stelling is geschied in overleg met het Departement van Cultuur, Recreatie en Maat
schappelijk Werk, hetwelk het fonds een subsidie heeft verleend, zij het, dat na de
eerste subsidieverstrekking geen nieuwe posten meer op de begroting van C.R.M.
ten behoeve van het Stimuleringsfonds zijn opgevoerd. Derhalve is het zeker ge
wenst de mogelijkheden te onderzoeken van het aantrekken van nieuwe financiële
middelen, opdat de arbeid van de organisatie op het gebied van onderzoek en
voorlichting in continuïteit kan plaatshebben. In het Bestuur van de Stichting
Stimuleringsfonds voor het Nederlandse Film- en Bioscoopwezen is het Rijk ver
tegenwoordigd door Dr. J. Hulsker, directeur-generaal van Culturele Zaken van
het Ministerie van C.R.M. Voor de Bond hebben in het stichtingsbestuur zitting
de heren J. G. J. Bosman, G. J. H. Dujardin en J. Nijland. Laatstgenoemde fun
geert tevens als voorzitter. Als secretaris treedt op de Bondsdirecteur, de heer
J. Th. van Taalingen.
Een aantal jaren geleden heeft de Bond een collectieve publiciteitscampagne ge
voerd onder het zo populaire motto „Samen naar de film ja, gezellig!" Deze