Het Verenigd Nederlands Filminstituut verzorgde in het kader van de Filmweek Arnhem een aantal schoolvoorstellingen in het Luxor theater TELEVISIE Het aantal televisietoestellen in ons land is gestegen van 3.085.886 op 1 januari 1971 tot 3.239.626 op 1 januari 1972. De stijging van het aantal toestellen met 153.740 is slechts iets meer dan die van het jaar daarvoor, toen het aantal toe stellen met 147.071 was toegenomen. Ofschoon men dus niet meer kan spreken van een explosieve ontwikkeling met betrekking tot het aantal televisietoestellen, zijn er toch nog steeds nieuwe impulsen. Zo zal de kleurentelevisie het aankoopbeleid van het publiek voorlopig zeker beïnvloeden. Nieuwe ontwikkelingen waarmede rekening moet worden gehouden, zijn het zogenaamde centraal antennesysteem en de televisiecassette. Afgezien van aspecten van andere aard die de aandacht vragen, dienen in de eerste plaats de auteursrechtelijke kanten van genoemde nieuwe systemen nauwlettend te worden gevolgd. De exploitatie van C.A.S. en televisie cassette zal immers niet mogen leiden tot een onrechtmatige doorkruising van nlm- auteursrechten, waarover onze leden beschikken. De voorziening van de Nederlandse televisie met films, die speciaal voor vertoning in de bioscopen zijn vervaardigd, is sinds 1956 geregeld krachtens een overeen komst met de Nederlandse Omroep Stichting en de omroepverenigingen, zij het dat die overeenkomst geleidelijk is aangepast. De N.O.S. en de omroepverenigingen hadden de overeenkomst einde 1970 formeel opgezegd, om in bepaalde opzichten tot een verruiming van de regeling te geraken. De onderhandelineen hieromtrent tussen de Bond en de televisie hebben in het

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1971 | | pagina 39