begin van het verslagjaar geleid tot overeenstemming. Aan de tot 1 januari 1971 geldende bepalingen van de overeenkomst zal in principe worden vastgehouden, zij het, dat deze van Bondswege met souplesse zullen worden gehanteerd. De nieuwe regeling heeft in 1971 naar behoren gefunctioneerd. Voorzover er zich speciale problemen hebben voorgedaan, zijn deze voorgelegd aan de Gemengde Commissie. In deze commissie hadden voor de televisie zitting de heren J.W.Renge- link en Mr. A. H. v. d. Veen en voor de Bond de heren C. J. Blad, C. 3. Roem en J. P. M. A. Smulders. Laatstgenoemde trad tevens op als voorzitter. De heer J. G. J. Bosman fungeerde wederom als plaatsvervanger voor de afgevaardigden van de Bond in de Gemengde Commissie. Nadat de N.O.S. aanvankelijk aandacht had besteed aan de nieuwe bioscooppro gramma's in een onderdeel van het informatieve programma Scala, was in de loop van 1971 een nieuw programma gecreëerd onder de nam Première, dat geheel aan de film was gewijd. In 1971 is men weer teruggekeerd naar de vroegere, in dit opzicht minder gunstige situatie. Het algemene kunstprogramma van de N.O.S. „Uit de kunst" verschaft thans mede informatie omtrent de nieuwe bioscoopfilms. FILMVERVOER Op 1 juli 1970 was een collectieve vervoerregeling in werking getreden, die het mogelijk maakte het in ons land met veel zorg opgebouwde stelsel van verzending en doorzending van films te continueren. Dit stelsel was namelijk in gevaar gebracht door de beperkende maatregelen van de Nederlandse Spoorwegen op het gebied van het vervoer als expresgoed. Hoewel de leden ook van andere vervoermiddelen gebruik maakten, vormde juist het expresgoedvervoer een onmisbare schakel in het geheel. Dit vervoer was met name van belang voor de doorzending van films in de nacht van woensdag op donderdag, zulks met het oog op de inzet van de nieuwe filmprogramma's op donderdag. Voor het wekelijkse vervoer van filmmateriaal in de nacht van woensdag op don derdag is een contract afgesloten met Van Gend Loos. De vervoerregeling komt hierop neer, dat door Van Gend Loos dertien speciale lijnen voor het filmvervoer worden ingezet, die alle uitmonden in Utrecht. Het filmmateriaal moet daartoe woensdagavond na de laatste avondvoorstelling bij de desbetreffende aan de lijnen gelegen kantoren van Van Gend Loos door de leden-bioscoopexploitanten wor den afgeleverd. Het materiaal wordt daarop door speciale vrachtauto's naar Utrecht vervoerd en vandaar via dezelfde lijnen weer verder geëxpedieerd. De leden-film- verhuurders laten de doorzendinstructies voor de leden-bioscoopexploitanten verge zeld gaan van ingevulde vervoeradressen en plakadressen, waarop lijn- en station- nementsnamen zijn vermeld. De leden-bioscoopexploitanten brengen de plakadres sen op de te verzenden pakken films en reclamemateriaal aan ingevolge de door zendinstructies van de filmverhuurders. Het tijdschema is door de te overbruggen afstanden en de toespitsing van het vervoer in een enkele nacht zo krap, dat het niet mogelijk is alle plaatsen waarin bioscopen zijn gevestigd te bereiken. Dit bete kent, dat bioscopen die niet aan de lijnen liggen, voor aanvullend vervoer hebben zorg te dragen. Bij de omslag van de vervoerkosten over de leden, waarbij: onder scheid is gemaakt tussen grote pakken, kleine pakken en reclamefilms, is rekening gehouden met het feit, dat de niet rechtstreeks aan een der lijnen gelegen bioscoop ondernemingen extra kosten moeten maken voor het vervoer van en naar het dichtstbijliggende kantoor van Van Gend Loos. De vervoerregeling heeft in het verslagjaar wederom uitnemend gefunctioneerd.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1971 | | pagina 40