Er werden in het verslagjaar 35 zilveren steekspelden (voor heren) en 14 zilveren brochettes (voor dames) verleend, alsmede 28 gouden steekspelden en 8 gouden brochettes. Voorts werden 10 gouden steekspelden met diamant toegekend. UITKERINGEN AAN OUD-WERKNEMERS Krachtens besluit van de jaarlijkse algemene ledenvergadering van 1957 is het Hoofdbestuur gemachtigd tot het doen van uitkeringen uit de Bondskas aan oud- werknemers in het film- en bioscoopbedrijf die bij het tot stand komen van de bedrijfspensioenregeling in 1958 reeds 65 jaar of ouder waren en derhalve niet meer in aanmerking konden komen voor uitkeringen uit het Bedrijfspensioenfonds. Ook nagelaten betrekkingen kunnen van deze regeling profiteren. Het aantal per sonen dat uit dezen hoofde uitkeringen uit de Bondskas ontving, bedroeg einde 1971 zeven. CONTACT MET DE AFDELINGEN EN DE LEDEN Het Hoofdbestuur heeft in 1971 omtrent verschillende aangelegenheden contact gehad met de Exploitantenraad, de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders, de Bedrijfs afdeling Filmproduktie en de afdelingen van bioscoopexploitanten. Dit contact hing onder meer samen met de statutaire en reglementaire voorzieningen. De afdelingen werden door het Hoofdbestuur onder meer geraadpleegd omtrent de samenstelling van de Commissies Nieuwe Zaken en de Bondsarbitragecolleges. Ter bevordering van de communicatie tussen de leden en het Hoofdbestuur worden door het College periodiek overzichten verstrekt omtrent het behandelde in zijn ver gaderingen. Langs deze weg worden de leden op de hoogte gehouden van de actuele problemen die in het Hoofdbestuur aan de orde zijn. Met de verstrekking van de overzichten wordt tevens bereikt, dat de leden zich desgewenst in eigen kring over de vraagstukken kunnen beraden en terzake aanbevelingen kunnen doen. ARTIKEL 18 DER STATUTEN Krachtens artikel 18 der Statuten is het Hoofdbestuur bevoegd disciplinaire maat regelen te nemen ten opzichte van leden die Statuten of reglementen hebben over treden dan wel in strijd hebben gehandeld met de algemene belangen of de waardig heid van het Nederlandse film- en bioscoopbedrijf. Als beroepsinstantie fungeerde het College van Appel, welk college begin 1971 was samengesteld uit de heren Mr. D. Bijdendijk, voorzitter, Drs. F. L. Schimsheimer, vice-voorzitter, Mr. M. Geerling, en P. Nassette, leden, alsmede E. Alter, Mr. J. M. van der Vlier, Mr. M. A. Graftdijk, Mr. W. B. H. A. Heskes en C. van Liere, plaatsvervangende leden. In de vacature van lid van het College van Appel als gevolg van het overlijden in 1970 van Mr. R. H. Dijkstra werd voorzien door de benoeming van Mr. D. A. Slager. Mej. Mr. C. A. Krietemeyer fungeerde wederom als secretaris van het College van Appel. Het Hoofdbestuur heeft in het verslagjaar een lid-bioscoopexploitant de straf van boete van 500,opgelegd wegens handelingen in strijd met artikel 4 van de Bondsvoorwaarden en de waardigheid van het Nederlandse film-, en bioscoop bedrijf. Dit lid had een film vertoond in andere plaatsen dan in de desbetreffende vertoningsovereenkomst met het lid-filmverhuurkantoor was bepaald en wel zonder

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1971 | | pagina 48