Het Bestuur van de Stichting Bio-Vakantieoord was einde 1971 als volgt samenge steld: M. Gerschtanowitz, voorzitter, J. G. J. Bosman, vice-voorzitter, A. F. Wolff, secretaris, P. Nassette, penningmeester, C. J. Blad, gedelegeerde, S. Barnstijn, Me vrouw A. M. Janssens-Martens, C. van Liere, Joh. Miedema, J. P. M. A. Smulders, W. K. G. van Royen en C.van Willigen, leden. VERTEGENWOORDIGINGEN In het voorafgaande is reeds verspreid melding gemaakt van de wijze, waarop de Nederlandse Bioscoopbond krachtens benoemingsbesluit of aanbeveling van het Hoofdbestuur in 1971 was vertegenwoordigd in tal van nationale en internationale organen en instellingen. Onderstaand volgt een samenvatting van de voornaamste vertegenwoordigingen. In de Centrale Commissie voor de Filmkeuring en in de Huishoudelijke Commissie van deze keuring was de Bond in 1971 vertegenwoordigd door de heer J. Nijland. In de Raad van Beheer van de Stichting Nederlandse Filmstudio hadden zitting de heren C. J. Blad, J. G. J. Bosman, M. Gerschtanowitz, Mr. H. B. F. J. A. Peters en J. P. M. A. Smulders. Als voorzitter fungeerde de heer Bosman. In het bestuur van de Stichting Productiefonds voor Nederlandse Films hadden zit ting de heren J. G. J. Bosman, tevens secretaris, G. J. H. Dujardin en M. Gerschta nowitz. In de Raad van Beheer van de Stichting Nederlands Filminstituut was de Bond vertegenwoordigd dor de heren J. G. J. Bosman, tevens secretaris-penningmeester, J. Nijland, C. S. Roem en B. J. Schimmel. In het Curatorium van de Nederlandse Filmacademie hadden van Bondswege zit ting de heren E. J. Verschueren, voorzitter, J. G. J. Bosman en W. F. Dubbeldeman. De Afdeling Filmkunst van de Raad voor de Kunst werd voorgezeten door de heer J. G. J. Bosman. Voorts was de Bond in deze afdeling vertegenwoordigd door Mr. P. A. Meerburg. De Bond was in het Bestuur van de Nederlandse Vereniging van Bioscoopreclame- Exploitanten vertegenwoordigd door de heer J. van Willigen. In het Bestuur van de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Film- en Bioscoop bedrijf hadden zitting de heren W. F. Dubbeldeman, H. W. Hagenberg, H. Miedema, P. J. N. R. Ooms, E. J. Verschueren, Drs. C. A. Voskuil en F. H. W. Weyschedé. De heer Dubbeldeman fungeerde als secretaris, de heer Miedema als plaatsvervan gend secretaris. De heren C. J. Blad, C. S. Roem en J. P. M. A. Smulders vertegenwoordigden de Bond in de Gemengde Televisiecommissie, ingesteld krachtens overeenkomst tussen de Bond en de N.O.S. De heer J. G. J. Bosman fungeerde als plaatsvervangend lid voor de vertegenwoordigers van de Bond in de Gemengde Commissie. In de Stichting Stimuleringsfonds voor het Nederlandse Film- en Bioscoopwezen was de Bond vertegenwoordigd door de heren J. G. J. Bosman, G. J. H. Dujardin en J. Nijland. Laatstgenoemde trad tevens op als voorzitter. In de Raad van Beheer van de Stichting Arbeidsbemiddeling zowel als in de Sub commissie voor de Amusementskunst was de Bond in het verslagjaar vertegenwoor digd door de heer J. G. Bloem. De heer C. S. Roem vertegenwoordigde de Bond in de Commissie van Bijstand van het Nederlands Akoestisch Genootschap.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1971 | | pagina 50