ger kon vervullen, werd als secretaris opge volgd door de heer A. H. Pieterse, in deze funktie door de Bondsdirecteur in overleg met het Hoofdbestuur benoemd op voor dracht der afdeling. De Voorzitter heeft in de jaarvergadering, de heer Van Taalingen namens het Bestuur dank betuigd voor zijn opbouwende arbeid ten behoeve van de Afdeling A sedert haar oprichting. Het Bestuur was in 1971 wederom als volgt samengesteld: C. J. Blad, Voorzitter; M. Gerschtanowitz, Vice-Voorzitter; J. Ph. Swa- nink, Penningmeester; Mr. P. A. Meerburg en M. S. Schaap, leden. Gedelegeerde in de Bondsraad was de heer I. Keizer. De jaarlijkse ledenvergadering keurde de reglementaire jaarstukken der afdeling, na melijk jaarverslag, rekening en verantwoor ding, alsmede begroting, goed. Voorts be sprak de jaarvergadering de agendapunten voor de jaarlijkse vergadering van de Bonds raad op 15 juni. Nadat verschillende vragen ten aanzien van een aantal voorstellen van Bestuurszijde bevredigend waren beant woord, konden de leden zich met de voor stellen aan de Bondsraad verenigen. In deze en andere ledenvergaderingen zijn voorts punten besproken, die voorzover van belang om te worden gereleveerd onder de hiernavolgende hoofden volgens onderwerp zijn geboekstaafd. VOORSTELLEN AAN DE BONDSRAAD VAN 14 DECEMBER a. continuering Reglement Filmvertoning; b. wijziging Algemeen Bedrijfsreglement; c. nieuw Reglement op de Technische Com missie; d. gewijzigd Filmbeursreglement. Het voorstel sub a beoogde het Reglement Filmvertoning, dat 31 december 1971 zou expireren voor onbepaalde tijd te continu eren, gezien de gunstige ervaring met dit nieuwe reglement na verloop van een jaar opgedaan. De afdeling kon zich met dit voorstel volledig verenigen. Het voorstel sub b kreeg in zijn geheel de instemming van de afdeling, zij het dat de leden zich konden aansluiten bij enkele door andere afdelingen ingediende amenderingen, respectievelijk omdat de meningen ver deeld waren er de voorkeur aan gaven hun vertegenwoordigers in de Exploitanten- raad te machtigen in de vergadering van de raad te oordelen naar bevind van zaken. Het reglement was op de helling gezet om het aan te passen aan de omstandigheden van deze tijd en de herstructurering van de Bond. Het voorstel sub c beoogde de Technische Commissie een officieel karakter en uitge breidere bevoegdheden te geven. Ook dit had de volledige instemming der afdeling, die zich overigens kon verenigen met door andere afdelingen wenselijk geachte redac tionele veranderingen van niet principiële aard. Het voorstel sub d beoogde een modernise ring van de verouderde reglementaire bepa lingen, alsmede het invoeren van een beper king van de wekelijkse beurs tot eenmaal per maand gedurende drie zomermaanden. Met het voorstel als zodanig ging de afdeling akkoord, behoudens ten aanzien van de beursbeperking in de zomer. De afdeling bepleitte een compromis tussen de verlangens van de verhuurders, die de zomerbeperking al sedert lang entameerden en die van verscheidene exploitanten, die zeer gesteld bleken op handhaving van de beurs gedurende het gehele jaar. Volledigheidshalve zij vermeld, dat alle voorstellen door de Bondsraad werden aan genomen, overeenkomstig de oorspronkelijke tekst en de ingediende amenderingen, voor zover door het Hoofdbestuur overgenomen. PUBLICITEIT De kaderannonces alsmede de steunannon- ces, die in de te Amsterdam, 's-Gravenhage en Rotterdam verschijnende dag- en buurt- bladen worden opgenomen, kregen in het verslagjaar in verschillend opzicht veel aan dacht. De te Amsterdam en 's-Gravenhage door enige leden toegepaste verkleining der steun- annonces en van de kaderannonces, voorzo ver het Rotterdam betreft, leidde voorts tot een verkleining van de Haagse blokadverten- tie der bioscopen; op 21 januari besloten de Haagse leden deze blokannonce te beperken van drie tot twee kolommen, conform het Rotterdamse voorbeeld. Het verzoek van het Bestuur der Bedrijfs afdeling Filmverhuurders om een bespre king te beleggen met het Bestuur van onze afdeling ten aanzien van een van eerstge noemde zijde beoogde hervorming van de publiciteit waarmee trouwens enige leden exploitanten in onze afdeling reeds waren begonnen had opnieuw de aandacht van het bestuur en de ledenvergadering. Het be stuur zag aanvankelijk weinig heil in zulk een gedachtenwisseling, aangezien de menin gen der bestuursleden verdeeld waren ten aanzien van de in overweging gegeven ver anderingen. Niettemin verklaarde het Be stuur zich naar aanleiding van een desbe treffend verzoek van de Voorzitter der Be-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1971 | | pagina 74