Afdeling B Een aantal bioscopen veranderde van eige naar. Het Rex Theater, dat niet werd voort gezet door Chermoek's Theaters N.V., kwam in handen van de heren J. B. Engel en B. van Helden (Firma Rex Theater). De heer T. Rienks werd als exploitant van Het Zonnehuis ingeschreven. De aan de N.V. Royal Film verleende toe stemming tot exploitatie van een bioscoop in haar complex aan de Boekhorststraat te 's-Gravenhage onder de naam Royal Silver werd vervallen verklaard wegens overschrij ding van de ten aanzien van de in exploi- tie-neming gestelde uiterste termijn. De Bondsdirecteur, de heer J. Th. van Taa lingen, was op 1 januari 1971 een kwart eeuw aan het Bondsbureau verbonden. De Afdeling A, waarvan hij secretaris was, bood hem een passend huldeblijk aan. Op 21 oktober werd het vijftigjarig bestaan van Theater Tuschinski herdacht met een besloten feestelijke voorstelling voor geno digden met de film Anatevka. De heer M. Gerschtanowitz, lid van de raad van beheer der Mij. Tuschinski N.V., werd bij deze gelegenheid benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau. A. H. Pieterse, Secretaris. INLEIDING Na vele jaren van neergang is het verheu gend te mogen constateren, dat het jaar 1971 mocht worden afgesloten met een be zoekcijfer, dat in onze afdeling bijna 11 hoger lag dan het jaar daarvoor. Voor de bruto-, respectievelijk netto-omzet gelden percentages, die nog gunstiger zijn. En er was ditmaal geen gemeente bij, die niet van de vooruitgang heeft geprofiteerd. Het leeuwedeel van de verbetering kwam on getwijfeld voort uit de verhoogde belang stelling van het publiek voor enige Neder landse films, maar het valt niet te ontken nen, dat ook een aantal goede buitenlandse films het bioscoopbezoek heeft gestimu leerd. Een gematigd optimisme voor de toe komst is daarom wel op zijn plaats. De ver- makelijkheidsbelasting werd op 1 februari definitief afgeschaft. In ons vorig jaarver slag is daaraan reeds de nodige aandacht geschonken. ALGEMEEN Het bestuur kwam zes maal in vergadering bijeen. Er werden vier ledenvergaderingen gehouden en wel de jaarvergadering op 1 maart, twee buitengewone vergaderingen op 28 mei en 5 juni, alsmede een buitengewone spoedvergadering op 17 november. De periodiek aftredende bestuursleden R. Nassette en L. van Praag werden bij enkele kandidaatstelling herkozen, evenals de pe riodiek aftredende gedelegeerde uit de af deling in de Bondsraad, de heer W. F. Dubbeldeman. De jaarlijkse ledenvergadering keurde voorts het jaarverslag over 1970, de rekening en verantwoording over datzelfde jaar, alsme de de begroting voor het jaar 1971 goed. De heer L. van Dommelen, penningmeester van het afdelingsbestuur, deelde bij schrij ven van 15 mei mede, dat hij om voor hem noodzakelijke redenen met ingang van die datum zijn bestuursfunctie wenste neer te leggen, zulks onder dankzegging voor de prettige samenwerking met de leden en de secretaris van het bestuurscollege. In de daardoor ontstane tussentijdse vacature werd voorzien door kandidaatstelling van de heer J. van Dommelen. Hij werd in de ledenvergadering van 15 juni benoemd tot bestuurslid. In de door het aftreden van de heer L. van Dommelen ontstane vacature van het penningmeesterschap werd voor zien door benoeming van de heer L. van Praag. Het bestuur was na die datum als volgt sa mengesteld: Drs. J. Ph. Wolff, voorzitter; R. Nassette, vice-voorzitter; L, van Praag, penningmeester; J. van Dommelen en F. H. W. Weyschedé, leden. Secretaris was de heer A. H. Pieterse. NIEUWE EN GEWIJZIGDE REGLEMENTERING a. Continuering Reglement Filmvertoning; b. wijziging Algemeen Bedrijfsreglement; c. nieuw Reglement op de Technische Commis sie; d. gewijzigd Filmbeursreglement. De Afdeling kon zich geheel verenigen met het voorstel sub a om het Reglement Film vertoning na 31 december 1971 voor onbe paalde tijd te continueren. Met het voor stel sub b (wijziging Algemeen Bedrijfsre glement) kon zij zich in grote trekken ver enigen, behoudens enige wenselijk geachte wijzigingen of amenderingen, die zij de Ex- ploitantenraad aanbeval over te nemen. Deze betroffen het begrip „bedrijfstak", de omschrijving der kredietwaardigheid, het minimum aantal vertoningsdagen van een autobioscoop per kalenderjaar, de monopo-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1971 | | pagina 76