Exploitantenraad. Daarna ging de vergadering over tot het ver kiezen van een gedelegeerde in de Bonds raad. Bij enkele candidaatstelling werd als zodanig benoemd de heer S. Spanjaart, die deze functie ook voorheen had vervuld. In dezelfde vergadering werden tevens goedgekeurd het jaarverslag over 1970, de rekening en verantwoording over dat jaar, alsmede de begroting voor 1971. In afwijking van hetgeen gebruikelijk was tot dusver besloot het bestuur om aan de buitengewone ledenvergadering van 25 mei, waarin de agendapunten voor de jaarlijkse vergadering van de Bondsraad op 15 juni zouden worden behandeld, een koffiemaal- tijd te verbinden. Het heeft dit gedaan, ten einde te trachten bij de leden wat meer collegiale belangstelling voor de afdelings vergaderingen te wekken. Het was de bedoe ling dat de leden daardoor de gelegenheid kregen informele gesprekken met elkaar te hebben en ervaringen uit te wisselen. De belangstelling bleek echter vrij matig. In deze vergadering zijn besproken de agenda punten voor de jaarlijkse vergadering van de Bondsraad op 15 juni, waaronder de ge bruikelijke jaarstukken, een voorstel om de heer H. S. Boekman te Amstelveen te be noemen tot erelid van de Bond, de candi- datuur van de heer C. J. Blad in de door zijn periodiek aftreden ontstane vacature in het Hoofdbestuur en de benoeming van drie leden van de Filmbeurscommissie. De leden vergadering kon zich met alle voorstellen en ingediende stukken verenigen. NIEUWE EN GEWIJZIGDE REGLEMENTERING a. continuering Reglement Filmvertoning; b. wijziging Algemeen Bedrijfsreglement; e. nieuw Reglement op de Technische Commissie; d. gewijzigd Filmbeursreglement. Deze voorstellen had het Hoofdbestuur in gediend bij de Bondsraad, die deze op 14 december zou behandelen. De continuering van het in het voorafgaan de jaar gewijzigd vastgestelde Reglement Filmvertoning betekende in afwijking van voorheen een verlenging voor onbepaalde tijd. De ledenvergadering ging wegens de opgedane gunstige ervaringen met dit voor stel accoord. De wijziging van het Algemeen Bedrijfsregle ment lokte een vrij langdurige discussie uit aanzien van de nieuwe bepaling, die het mogelijk zou maken dat reizende bioscopen in de toekomst onder zekere voorwaarden ook filmvoorstellingen zouden kunnen geven in gemeenten, waar reeds permanente bio scopen zijn gevestigd. In de inleiding is de argumentatie van deze bepaling reeds be sproken. Het bleek, dat een aantal leden nogal wat bezwaren had tegen deze verbre ding van het werkterrein der reizende bio scopen, omdat zij vreesden, dat daardoor de exploitatie van permanente bioscopen in kleinere plaatsen in gevaar zou kunnen ko men. Men achtte het bijvoorbeeld niet denkbeeldig, dat een reisbioscoop gedurende dertien weken twee dagen per week film voorstellingen zou geven. De grote meerder heid van de afdeling was het echter met deze bezwaren niet eens, in zoverre, dat men van mening was, dat betrokkenen de situatie te somber inzagen. Men besloot af te wachten hoe de afdeling C op deze bepaling zou reageren, teneinde een definitief standpunt te doen bepalen door de vertegenwoordigers der afdeling in de Exploitantenraad. Met de overige wijzigingsvoorstellen kon de afdeling zich in het algemeen wel verenigen, met dien verstande, dat de vertegenwoordi gers in de raad werden gemachtigd om ter zake van door andere afdelingen eventueel ingediende of in te dienen amendementen naar bevind van zaken te handelen. De afdeling ging eveneens accoord met het nieuwe Reglement op de Technische Com missie en wel zonder op- of aanmerkingen. Hetzelfde geldt voor het gewijzigd Film beursreglement, echter met dien verstande, dat hoewel de voorgestelde zomerbeperking voor de leden der Afdeling D niet zó be zwaarlijk was, men zich toch in de Exploi tantenraad zou conformeren aan het com promisvoorstel van de Afdeling B, zo dit zou worden gesteund door andere afdelin gen. De behandeling van deze voorstellen in de Exploitantenraad leidde ertoe, dat de raad een aantal amendementen van ver schillende afdelingen overnam en indiende bij het Hoofdbestuur. Met een enkele uit zondering werden deze amendementen ge heel of gedeeltelijk door het Hoofdbestuur overgenomen en aan de Bondsraad ter goedkeuring voorgelegd. Terzake moge wor den verwezen naar de verslagen van de Exploitantenraad en van de Bond. VESTIGING NIEUWE BIOSCOPEN Op uitnodiging van de Commissie Nieuwe Zaken bepaalde het bestuur zijn standpunt met betrekking tot een aanvraag van de Stichting Singer Memorial Foundation om toestemming tot het exploiteren van een nieuwe permanente bioscoop-B in de Singer Concertzaal te Laren (N.-H.). Het bestuur

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1971 | | pagina 82