Sociale aangelegenheden C.A.O. VOOR HET BIOSCOOPBEDRIJF De onderhandelingen in het begin van het verslagjaar tussen werkgevers en werk nemers over wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst voor het bioscoop bedrijf stonden in het teken van de door de landelijke organisaties van werkgevers en werknemers toegezegde medewerking aan de inflatiebestrijding. De loonsverhogin gen zouden zoveel mogelijk beperkt blijven. Desondanks verlangden de werknemersorganisaties bij monde van hun vertegen woordigers in de Sociale Commissie voor het Bioscoopbedrijf een reële loonsver hoging per 1 april 1972 met bijsturing per 1 oktober 1972 en 1 april 1973 zodanig, dat de prijsstijgingen volledig zouden worden gecompenseerd. Daartegenover namen de werkgeversvertegenwoordigers het standpunt in, dat de lonen van het bioscooppersoneel door de verschillende in 1971 toegepaste ver hogingen een met andere bedrijfstakken vergelijkbaar peil hadden bereikt en dat er dus geen reden bestond om met de loonsverhogingen verder te gaan dan elders het geval was. In ieder geval wensten zij de compensatie voor prijsstijgingen te binden aan een drempel zodanig, dat de dan noodzakelijke verhoging naar een later tijdstip zou worden verschoven. Daarbij moet in aanmerking worden genomen, dat het bio scoopbedrijf nu eenmaal niet in staat is elke loonsverhoging en elke kostenstijging onmiddellijk in een verhoging der entreeprijzen door te berekenen, daargelaten dat het bioscoopbezoekend publiek de entreeprijsverhogingen geheel of ten dele weet te ontgaan door verschuiving naar goedkopere rangen en vermindering van de be zoekfrequentie. Van de zijde der vakbonden werden voorts de volgende verlangens kenbaar gemaakt: a. Verhoging van de vakantietoeslag van 6% naar 6,8% b. Uitbreiding van de vakantieduur voor alle categorieën met één dag. c. Opname van een toeslag van 50 op het uurloon voor het werken op feestdagen, die op zondag vallen. d. Opname van een toeslag van 100% op het uurloon voor voorstellingen, die aan vangen vanaf 22.30 uur. e. De uitkering bij ziekte brengen op 100% f. Vrijstelling van het diploma C voor bepaalde categorieën van operateurs. g. Vaststelling van een bijdrage voor het vakbondswerk voor het jaar 1972. Na overleg met het Bestuur der Bedrijfsafdeling Bioscoopexploitanten konden de vertegenwoordigers van de werkgevers tenslotte na langdurig overleg akkoord gaan met een door de Sociale Commissie aan de organisaties voor te leggen voorstel, hier op neerkomend de C.A.O. met ingang van 1 april 1972 als volgt te wijzigen: 1de lonen worden met ingang van 1 april 1972 verhoogd met 5% 2. indien het indexcijfer der gezinsconsumptie volgens de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek op 1 juli 1972 ten opzichte van 1 januari 1972 met meer dan 5% gestegen blijkt te zijn, zullen de lonen vanaf 1 oktober 1972 met het meerdere worden verhoogd; 3. indien het indexcijfer der gezinsconsumptie op 1 oktober 1972 ten opzichte van 1 januari 1972 met meer dan 4% gestegen blijkt te zijn, zullen de lonen op basis van 1 april 1972 per 1 januari 1973 met het meerdere worden verhoogd. Daarin is dus verwerkt een tegemoetkoming in verband met de prijsstijgingen, die zich nadien zouden voordoen;

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1972 | | pagina 19