en het gemeentelijke vergunningsstelsel. Een keuring voor jeugdigen wordt eveneens wenselijk geoordeeld. Het initiatief-voorstel kent echter slechts één leeftijdsgrens, te weten 14 jaar. Het wijkt bovendien in zoverre af van het regerings-ontwerp, dat het de gedachte van een Filmadviescommissie niet heeft overgenomen. Wel houdt het voorstel schrapping in van artikel 221, tweede lid, van de Gemeentewet, volgens welke bepaling de burgemeester kan optreden tegen met de „openbare orde of zedelijkheid strijdige vertoningen". De Bijzondere Commissie van de Tweede Kamer onder voorzitterschap van de heer H. Wiegel, welke commissie was ingesteld ter voorbereiding van de openbare be raadslagingen omtrent de beide wetsontwerpen, heeft een delegatie van het Hoofd bestuur op 4 februari 1971 in openbare vergadering gehoord. De toenmalige Bondsvoorzitter, de heer J. G. J. Bosman, heeft tijdens deze hearing het standpunt van het Hoofdbestuur ter kennis gebracht van de Commissie, een standpunt dat nader in een nota is vastgelegd. Het Hoofdbestuur heeft de Commissie doen weten, dat de afschaffing zowel van de keuring voor volwassenen als van de gemeentelijke nakeuring en het gemeentelijke vergunningsstelsel geheel in overeenstemming is met het standpunt van de Neder landse Bioscoopbond, zoals dit de laatste tien jaren bij verschillende gelegenheden is verkondigd. Ten aanzien van de leeftijdsgrenzen heeft het Hoofdbestuur ver klaard, dat in geen geval meer dan twee leeftijdsgrenzen dienen te worden vastge steld. Het probleem van de controlemogelijkheid door of vanwege de bioscoop exploitant zou anders grote problemen met zich brengen, afgezien van de last die men aldus op het publiek zou leggen. In dit opzicht is zowel het regeringsontwerp, dat grenzen aanhoudt van 14 en 18 jaar, als het initiatief-voorstel, dat een uniforme grens van 14 jaar stelt, voor het Hoofdbestuur derhalve aanvaardbaar. Rijk de Gooyer in „De inbreker" van Frans Weisz (Parkfilm).

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1972 | | pagina 25