afdeling Filmverhuurders of de Bedrijfsafdeling Filmproduktie, benevens in dezelfde verhoudingen een plaatsvervangend voorzitter en zes plaatsvervangende leden. Deze Commissie is krachtens het Algemeen Bedrijfsreglement aangewezen als onafhan kelijke instantie, die in eerste aanleg heeft te beslissen over de vraag, of een nog niet in het Bedrijfsregister ingeschreven bedrijf voldoet aan de vestigingsnormen, om schreven in artikel 8 van genoemd reglement. Zij beslist niet, alvorens aanvrager en de verder reglementair genoemde afdelingsbesturen en eventueel andere bij de aanvraag direct of indirect betrokkenen in de gelegenheid te hebben gesteld te wor den gehoord. De aanvrager en zij die aan een oproep van de Commissie gehoor hebben gegeven, zijn gerechtigd binnen de gestelde termijn beroep tegen een beslis sing van de Commissie aan te tekenen bij de Beroepscommissie, indien zij het met die beslissing niet eens zijn. De Commissie Nieuwe Zaken is in het verslagjaar driemaal in vergadering bijeen geweest. In deze vergaderingen werden behandeld tien aanvragen voor de vestiging en exploitatie van zeven permanente bioscopen-A, een filmverhuurkantoor, een filmproduktiezaak en een filmlaboratorium. Een der zittingen werd geleid door de plaatsvervangend voorzitter. De Commissie besloot tot het verlenen van toestem ming aan de N.V. Bioscoopmaatschappij Palace te Maastricht, tot het splitsen van de bioscoop Palace in twee zalen, waardoor het totaal aantal bioscopen in dat gebouw toenam tot vier; aan de Firma Het Knijpke te Maastricht tot het exploiteren van een bioscoop in een bovenzaal van „Het Knijpke" aldaar; de N.V. Ufio te Utrecht tot het exploiteren van een bioscoop in een kleine bovenzaal van het Scala Theater aldaar; de N.V. Theatermaatschappij van de Nederlandse Bioscoop Trust tot het veranderen van het Rembrandt Theater te Utrecht in drie bioscopen; de N.V. Jogchems Theaters tot het splitsen van het Casino Theater in twee bioscopen en de N.V. Capitol Theater te Amsterdam tot het vestigen van een tweede bioscoop in de daartoe te verbouwen foyer van het Alhambra Theater aldaar. Tevens gaf zij aan de heer R. Wijsmuller te 's-Gravenhage toestemming tot het exploiteren van het filmverhuurkantoor Concorde voor de categorie a (hoofdfilms en bijwerk); aan de Firma Proca tot het exploiteren van het filmlaboratorium Proca Kleurenfilmtech niek, categorieën a en c, te Amsterdam en aan de B.V. Ruurd Fenenga Productions te Amsterdam tot het exploiteren van een filmproduktiezaak, categorie c (korte film). De Commissie behandelde voorts een verzoek van de Firma Refion om een tweetal voorwaarden, verbonden aan de exploitatie van de Autobios d'Oale Woag te Drouwen, in te trekken, aangezien die blijkens de praktijk overbodig waren. De Commissie voldeed aan dit verzoek na terzake ontvangen rapport van het Bestuur van de Bedrijfsafdeling Bioscoopexploitanten, dat geen bezwaren had. In het algemeen ontmoetten de ingediende aanvragen, behoudens in twee gevallen, geen overwegende bezwaren van de zijde van afdelingsbesturen of leden. Wat Hil versum aangaat vreesden de overige plaatselijke exploitanten een verstoring van het bestaande evenwicht in de filmverdeling. Tegen het filmverhuurkantoor wierp het Bestuur van de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders bezwaren op, aangezien het van oordeel was, dat in aanmerking nemende het aantal in ons land bestaande filmver huurkantoren en de minder gunstige gang van zaken bij vele van die bedrijven, de nieuwe zaak de normale en gezonde ontwikkeling van het filmverhuurbedrijf zou bedreigen. De Commissie achtte de bezwaren echter niet gegrond. Tegen de beslis singen der Commissie werd in één geval beroep aangetekend. Aan het eind van het jaar 1972 was de Commissie als volgt samengesteld: Drs. F. L. Schimsheimer, Voorzitter; Mr. H. A. C. Branderhorst, plaatsvervangend voorzitter; C. J. Blad en J. van Willigen, leden-bioscoopexploitanten; L. J. Paerl en J. P. M. A.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1972 | | pagina 42