standpunten van de verschillende groeperingen, met name van de vertegenwoor digers van de Bedrijfsafdeling Bioscoopexploitanten en de Bedrijfsafdeling Film verhuurders, liepen nochtans zo weinig uiteen, dat het Hoofdbestuur het juist achtte om te trachten door middel van een compromis de partijen tot elkaar te brengen. Hiervoor bestond des te meer reden, omdat het verschilpunt uiteindelijk slechts een bepaald onderdeel van de voorgestelde reglementering betrof. Hierbij moet in aan merking worden genomen, dat de amendementen die door de Bedrijfsafdeling Film verhuurders waren ingediend, na kennisneming van de uiteenzettingen van het Hoofdbestuur en na de beraadslagingen ter vergadering van de Bondsraad door de vertegenwoordigers van die bedrijfsafdeling reeds waren teruggebracht tot het be doelde onderdeel. Dit betrof artikel 5 sub 4 b van het voorstel. Het Hoofdbestuur meende het compromis, waarvan in het voorgaande sprake is, te kunnen bereiken door een overgangsbepaling. Het Hoofdbestuur besloot derhalve het voorstel op nieuw bij de Bondsraad aanhangig te maken. Op dit voorstel werden enige amende menten ingediend door de Exploitantenraad en de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders. Voorzover deze amendementen van een gunstig pre-advies van het Hoofdbestuur waren voorzien, werden zij door de Bondsraad in zijn vergadering van 12 december aangenomen. De Bondsraad aanvaardde het gehele voorstel met inachtneming van de amendering. Reglement inzake het toezicht op de vernietiging van filmkopieën De praktijk met betrekking tot de vernietiging van filmkopieën in die gevallen waar in de filmverhuurders zulks krachtens licentiecontract met de producenten verplicht zijn, is niet geheel bevredigend geweest. Gebleken is namelijk, dat kopieën die de leden-filmverhuurkantoren voor vernietiging hadden aangeboden desondanks nog wel eens clandestien in omloop werden gebracht. Soms bleken een of meer akten op onrechtmatige wijze in het bezit van derden te zijn gekomen. Een waterdicht stelsel van kopievernietiging kon volgens het Hoofdbestuur worden gerealiseerd door het treffen van een centrale regeling, waarbij de Bond voor de vernietiging zorg draagt. Opdat van een dergelijke regeling een zo groot mogelijk effect wordt verkregen, dienen de leden ten aanzien van alle voor vernietiging in aanmerking komende kopieën van de Bondsregeling gebruik te maken. Voor de vernietiging van film kopieën van Bondswege zou blijkens het door het Hoofdbestuur ingediende voorstel de gemeentelijke vuilverbranding in Amsterdam worden ingeschakeld. De procedure komt in het kort hierop neer: nadat de identiteit en het aantal akten door een of meer daartoe aangewezen medewerkers van het Bondsbureau zullen zijn vastgesteld, wordt het filmmateriaal met een bestelwagen en begeleid door medewerkers van het Bondsbureau naar het terrein in kwestie gebracht. Daar wordt de bestelwagen ge wogen. Het materiaal wordt vervolgens door of in aanwezigheid van een medewer ker van het Bondsbureau in de ovens gedeponeerd. Als de bestelwagen leeg is, wordt hij opnieuw gewogen. De gemeente verstrekt voor het gewichtsverschil een bon en op basis daarvan moet de gemeente worden betaald. Van Bondswege wordt alsdan een certificaat van vernietiging in duplo afgegeven, vermeldende de titel van de film, het nummer van de filmkopie, de naam van de filmverhuurder en de datum van ver nietiging. Met het oog op de verantwoording jegens de buitenlandse filmproducen ten wordt het certificaat niet slechts voorzien van een Nederlandse tekst, doch ook van Engelse, Franse en Duitse teksten. De kosten van deze vernietigingsprocedure komen voor rekening van de leden die kopieën ter vernietiging aanbieden. Het kwam het Hoofdbestuur raadzaam voor aan deze regeling een aanvullende regeling

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1972 | | pagina 49