Tweede Kamer: De Voorzitter en de heren J. Arkenbout en J. van Dommelen;
Derde Kamer: De Voorzitter en de heren W. J. F. van Ewijk en J. Miedema.
Secretaris bleef de heer H. W. Hagenberg.
Gedurende 1972 zijn er 8 geschillen (het jaar daarvoor 16) aanhangig gemaakt. Van
deze acht zijn er, voordat de behandeling kon aanvangen, drie ingetrokken. In de
overige geschillen werd vonnis gewezen.
In het verslagjaar zijn er twee geschillen aanhangig gemaakt door leden-exploitan
ten tegen leden-filmverhuurders; twee door leden-filmverhuurders tegen leden
exploitanten; één door een niet-lid cameraman tegen een lid-filmproducent; één
door een lid-producent tegen een niet-lid-opdrachtgever; één door een lid-produ-
cent tegen een donateur en één door een donateur tegen een lid-producent.
RAAD VAN BEROEP
Voor het zittingsjaar 1972/1973 heeft het Hoofdbestuur de voorzitter, de heer C. S.
Roem, de vice-voorzitter, de heer D. J. van Leen, en de zittinghebbende leden van
de Raad van Beroep herbenoemd. Door loting ten overstaan van het Hoofdbestuur
werd de samenstelling van de kamers als volgt:
Eerste Kamer: C. J. Blad, Amsterdam en J. Nijland, Den Dolder, leden-exploitanten,
L. J. Paerl, Amsterdam en B. J. Schimmel, Naarden, leden-filmverhuurders.
Tweede Kamer: W. F. Dubbeldeman en B. W. G. van Royen, beiden te Amsterdam,
leden-exploitanten, P. J. N. R. Ooms en J. P. M. A. Smulders, beiden te Amsterdam,
leden-filmverhuurders.
Van de Kamers wordt steeds ook door de Voorzitter deel uitgemaakt.
Secretaris bleef Mr. W. van Heuven.
In het verslagjaar werden twee hoger beroepen aanhangig gemaakt.
Een van deze beroepen, namelijk een betreffende een geschil tussen een lid-exploi-
tant en een lid-filmverhuurder, kon in het verslagjaar niet meer worden behandeld.
Van het tweede beroep evenals van een beroep dat nog in het vorige jaar was in
gediend, vond de behandeling plaats.
Het laatstgenoemde beroep was aanhangig gemaakt door een lid-exploitant tegen
een lid-filmverhuurder, het andere door een lid-filmverhuurder tegen een partij met
wie hij was overeengekomen, dat zij de beslechting van eventuele geschillen zouden
onderwerpen aan de Bondsarbitrage. In het eerste geval werd het beroep niet ont
vankelijk verklaard, in het tweede geval hebben partijen het tussen hen gerezen
geschil tenslotte in der minne geschikt.
GEMENGDE COMMISSIE VAN GESCHILLEN
Deze Commissie bestond in 1972 uit de heren M. Samson, Voorzitter; G. A. K.
Eerdmans, plaatsvervangend Voorzitter; J. van Willigen en Th. de Ruiter, leden;
Drs. J. Ph. Wolff en W. Dalmeyer, plaatsvervangende leden. Secretaris was de heer
H. W. Hagenberg.
In het verslagjaar is geen enkel geschil aanhangig gemaakt.
GEMENGDE RAAD VAN BEROEP
De/in 1971/1972 in de Gemengde Raad van Beroep zittinghebbende leden, de
heren W. F. Dubbeldeman en B. W. G. van Royen als lid en de heren J. Nijland en
C. J. Blad als plaatsvervangend lid, werden voor het zittingsjaar 1972/1973 door