briek van het Bondsjaarverslag, waarnaar op deze plaats moge worden verwezen. Op 15 november werd een buitengewone le denvergadering gehouden, die was bedoeld ter bespreking van de agenda van de verga dering van de Bondsraad te houden op 12 december. Ook hier ging het om een aantal reglementswijzigingen, waaronder een twee tal, die in de voorgaande vergadering van de Bondsraad de eindstreep niet hadden gehaald. Ook hier moge voor de details worden verwezen naar het Bondsjaarver slag, aangezien door onze afdeling niet werd besloten tot het indienen van bepaalde amendementen. De laatste jaren is de ge woonte gegroeid om suggesties van onder geschikte betekenis ten aanzien van regle mentswijzigingen en dergelijke via de afde lingsvertegenwoordiger aan de orde te stel len in de Exploitantenraad. Aldaar vindt dan coördinatie plaats van de wensen en verlangens der gezamenlijke afdelingen. In deze ledenvergadering is verder zeer uit voerig van gedachten gewisseld over de eer der genoemde B.T.W.-aftrek-regeling. Door het Bestuur is daarbij de gedachte gelan ceerd om ter vermijding van een inkom stenverlaging aan de kant van de bioscoop ondernemer te komen tot een vooraftrek op de bruto-recette en om pas daarna B.T.W.- verrekening te laten plaatsvinden op de door de filmverhuurders gewenste wijze. De ledenvergadering kon zich in beginsel met dit denkbeeld verenigen en de kwestie is voor nader overleg naar de Exploitanten- raad verwezen. Tenslotte vond op 11 december een spoed- ledenvergadering plaats naar aanleiding van een door het Hoofdbestuur aan de agenda van de Bondsraadvergadering van 12 december toegevoegd punt inzake de B.T.W-aftrek. Bekend was namelijk, dat de B.T.W. per 1 januari 1973 zou worden verhoogd tot 16%, zodat het door het Hoofdbestuur noodzakelijk werd geoor deeld op korte termijn een overgangsrege ling te treffen teneinde de nadelige positie van de filmverhuurders op dit terrein niet nog verder te verslechteren. De ledenver gadering kon zich hiermede verenigen, na dat was gebleken, dat een vooraftrek-sys teem, waarover in de voorgaande vergade ring sprake was geweest, niet haalbaar zou zijn. Het voorstel van het Hoofdbestuur, neerkomende op een bevriezing van de B.T.W.-aftrek op basis van het oorspronke lijke 12%-niveau, werd tenslotte door de Bondsraad gesanctioneerd met dien ver stande dat uiterlijk in 1973 een nadere op lossing voor dit probleem gerealiseerd moet worden. De ledenvergadering ging volledig accoord met een aanbeveling om de heer J. Nijland als opvolger van de heer J. G. J. Bosman te benoemen tot Bondsvoorzitter. Ook het toe kennen van het ere-lidmaatschap aan de heer Bosman, wegens diens grote verdien sten voor de organisatie, kreeg de stem van de vergadering. Deze benoemingen vonden plaats in de vergadering van de Bondsraad van 12 december. In de verschillende ledenvergaderingen kwam overigens nog een aantal algemene kwesties aan de orde, waarvan genoemd kunnen worden de wens om te streven naar een verbetering in de kwaliteit van het te leveren bijwerk, zeker nu daarvoor in be paalde omstandigheden extra betaald moet worden. Het werd bovendien wenselijk ge acht om er op toe te zien, dat Nederlandse speelfilms niet te snel via de televisie wor den uitgezonden met name ook in België, aangezien vooral het zuiden van het land hiervan veel hinder kan ondervinden. Ten slotte is de opmerking gemaakt, dat men weliswaar vrede kan hebben met een film- huurpercentage van maximaal 50 voor Nederlandse speelfilms, maar dat dit er niet toe mag leiden, dat dusdanige percentages worden gehanteerd als breekijzer voor het verkrijgen van hoge condities ten gunste van de verhuur van buitenlandse films. Het Be stuur zal zich onder andere met deze kwes ties in het komende jaar bezig houden. ALGEMEEN Per het eind van het verslagjaar was het aantal afdelingsleden met één gestegen tot 72, doordat enige bedrijven administratief werden overgeschreven naar afdeling B res pectievelijk van afdeling D naar C. De afdeling betreurde het overlijden van een tweetal leden, t.w. de heer L. L. Putzeist op 12 mei, firmant van de firma Bouts Putzeist, welk bedrijf 2 bioscopen in Ge leen exploiteert, alsmede de heer J. P. M. Ruys op 26 mei, oud-directeur van Figi N.V., exploiterende 2 bioscopen in Zeist. Het aantal ingeschreven bioscopen steeg van 95 tot 99 per 31 december 1972. Er zijn 7 bioscopen, voorheen ressorterende onder de afdeling D, aan onze afdeling toege voegd, t.w. in de plaatsen Harlingen, Leer dam, Musselkanaal, Stadskanaal, Veendam, Venray en Wormerveer. De 2 in 's-Herto- genbosch gevestigde bioscopen gingen naar de afdeling B, hetgeen eveneens geldt voor het aldaar wegens verwoesting sedert ge ruime tijd niet in exploitatie zijnde bedrijf. De verdeling van de bioscopen in de afde-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1972 | | pagina 85