.,Faustrecht der F rei heit" import van deze films onverbrekelijk verbonden is met hun vertoningskansen in de Nederlandse bioscopen, welke zonder vertoningsgaranties nooit optimaal zullen zijn. De commissie die bepaalt welke films voor subsidiëring in aanmerking komen, bestaat uit vijf deskundigen, waarvan er vier geen deel uitmaken van het film- en bioscoopbedrijf. De heer A. Koolhaas heeft halverwege het verslagjaar zijn lid maatschap van de commissie moeten beëindigen, wegens drukke werkzaamheden. Hij is opgevolgd door de heer P. Ruivenkamp. De Selectiecommissie Kunstzinnige Films bestond aan het einde van het verslagjaar uit de filmrecensenten de heren B. J. Bertina, Ch. Boost, P. Ruivenkamp en H. Saaltink, alsmede de heer J. Th. ^an Taalingen. Secretaris was de heer Drs. P. M. H. Cuijpers. De Commissie kwam in het verslagjaar acht maal bijeen en kende een uitbreng- subsidie toe aan dertien films. Met inbegrip van de twee films ten behoeve waar van reeds in 1974 een voorschot was toegekend, waren er derhalve per 31 december 1975 vijftien films door het Fonds Kunstzinnige Films gesubsidieerd, namelijk: „Zandy's bride" van Jan Troell (U.S.A.) (1974); Andrei Rublev" van Andrei Tarkovski (Rusland) (1974); „Le milieu du monde" van Alain Tanner (Zwitserland); „L'invitation" van Claude Goretta (Zwitserland); „Vincent, Francois, Paul et les autres" van Claude Sautet (Frankrijk); „California split" van Robert Altman (U.S.A.) „A bigger splash" van Jack Hazan (Engeland); „La femme aux bottes rouges" van Juan Luis Bunuel (Frankrijk); „Deep end" van Jerzy Skolimowski (Engeland); „King, Queen, Knave" van Jerzy Skolimowski (Engeland); „Mes petites amoureuses" van Jean Eustache (Frankrijk); „Faustrecht der Freiheit" van Rainer Werner Fassbinder (Duitsland); „Numero deux" van Jean-Luc Godard (Frankrijk); „Kenka ereji" van Seijun Suzuki (Japan); „Koroshi no rakuin" van Seijun Suzuki (Japan). Van deze films waren er aan het einde van het verslagjaar acht in roulatie gegaan. Twee andere zijn vertoond tijdens de Internationale Filmweek Arnhem.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1975 | | pagina 17