/oorstel dd. 27 januari 1961 tot „technische herzieningvan de Bioscoopwet. In deze nota heeft het Hoofdbestuur tevens bezwaar gemaakt tegen het zijns inziens verouderde stelsel van gemeentelijke bioscoopvergunningen en de gemeentelijke nakeuring. De Tweede Kamer besloot de behandeling van het wetsvoorstel te schorsen, omdat zij met onze organisatie van oordeel was, dat een herziening ten principale diende te worden overwogen. Medio 1966 stelde de toenmalige Minister van Binnenlandse Zaken de Advies commissie Filmkeuring in, ook bekend onder de naam CommissierWitte. In 1969 adviseerde de Commissie-Witte de filmkeuring voor de volwassenen af te schaffen. Zij wilde echter het toezicht van de burgemeester op openbare filmvoorstellingen, krachtens artikel 221 der Gemeentewet, laten herleven. De op 1 mei 1970 door de regering ingestelde Adviescommissie Zedelijkheids- wetgeving, die tot taak kreeg de gehele zedelijkheidswetgeving met inbegrip van de filmkeuring aan een studie te onderwerpen, heeft nog in 1970 in een eerste interim-rapport geadviseerd de leeftijdsgrenzen bij een afschaffing van de film keuring voor volwassenen, in afwachting van haar definitieve advies, te hand haven op 14 en 18 jaar. Voorts beval zij de regering aan om, na afschaffing van de filmkeuring voor volwassenen, een adviescommissie in het leven te roepen die op vrijwillige basis geraadpleegd zou kunnen worden met het oog op eventuele juridische consequenties van de openbare vertoning van bepaalde films. Het was de bedoeling dat de door deze commissie toelaatbaar geoordeelde films gevrij waard zouden zijn zowel van een justitieel ingrijpen ex artikel 240 van het Wet boek van Strafrecht als van een ingrijpen door een burgemeester ex artikel 221 van de Gemeentewet. Kees Brusse, Dora van der Groen en Sacco van der Made in „Dokter Pulder zaait papavers" (Bert Haanstra Films B.V.)

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1975 | | pagina 19