Het geheel nieuw gebouwde vier-in-een-complex Euro Cinema in 's-Hertogenbosch
het initiatief-wetsvoorstel slechts aanleiding gegeven tot enige wijzigingen op
ondergeschikte punten.
De regering, die inmiddels van samenstelling was veranderd, is nimmer gekomen
met een Memorie van Antwoord op het Voorlopig Verslag van maart 1971 inzake
haar voorstel voor een Wet Jeugdfilmkeuring. Evenmin heeft zij zich uitgelaten
over de adviezen van de Adviescommissie Zedelijkheidswetgeving.
Uiteindelijk is dan het initiatief-voorstel van Drs. J. J. Voogd en Mevr. Mr. R. M.
Haas-Berger aan de Tweede Kamer voorgelegd. In zittingen van 4, 19, 24 en 25
juni is het wetsvoorstel uitvoerig besproken, op enige punten geamendeerd en ten
slotte aangenomen.
De belangrijkste amendering had betrekking op de leeftijdsgrens. In het wets
ontwerp was voorzien in een enkele grens van 14 jaar. Door de heer H. Wiegel
(V.V.D.) was een amendement ingediend tot verhoging van de grens tot 16 jaar.
De heer H. A. de Boer (A.R.) wilde die grens zelfs bij 18 jaar leggen.
De Bond heeft zich direct na de indiening van de amendementen van de heren
Wiegel en De Boer met een brief tot de Tweede Kamer gewend met het dringende
verzoek bij aanvaarding van één grens van 16 jaar of een hogere grens een tweede
lagere grens vast te stellen. De indieners van het wetsvoorstel bleken de opvat
tingen van onze organisatie geheel te delen en besloten, nadat het amendement
van de heer Wiegel betreffende één leeftijdsgrens van 16 jaar was aangenomen,
een nota van wijzigingen in te dienen, waarbij een tweede grens van 12 jaar werd
ingevoegd. Deze nota werd eveneens door de Kamer aangenomen.
Overigens is er zowel door de Tweede Kamer als door de Eerste Kamer bij de
regering per motie op aangedrongen haast te maken met het indienen van een
wetsvoorstel tot herziening van artikel 240 van het Wetboek van Strafrecht. Zoals
hierboven is uiteengezet, beschouwt het Hoofdbestuur een wijziging van dit artikel
conform de aanbevelingen van de Adviescommissie Zedelijkheidswetgeving als
een noodzakelijk complement van de afschaffing van de filmkeuring voor volwas
senen.