Bioscoopbedrijf is genoemd, aangezien de onderhavige C.A.O., in tegenstelling tot die van de bioscopen, gelijk loopt met het kalenderjaar en er daardoor bij de berekening van de compensaties andere referentieperioden worden gehanteerd. Ten aanzien van het wettelijk minimumloon is er uiteraard geen verschil, zodat er ook bij de laboratoria sprake was van een stijging van het minimumloon met 12,4%, waaraan per 1 januari 1976 nog 7,1% werd toegevoegd. De gebruikelijke najaars-C.A.O.-onderhandelingen vonden ditmaal niet plaats vanwege de overheidsmaatregelen, die verbetering van lonen en andere arbeids voorwaarden voorlopig tot 1 juli 1976 uitsloten. Hoewel de C.A.O. formeel wel door de N.V.V.-Bond „Mercurius" per 1 januari 1976 werd opgezegd, is, met het oog op vorenbedoelde overheidsmaatregelen, afgesproken om de bestaande tekst informeel te continueren en wel voorlopig tot 1 juli 1976. Saskia, Eindhoven BEDRIJFSPENSIOENFONDS Het Bestuur van de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Film- en Bioscoop bedrijf heeft in augustus het jaarverslag over 1974 vastgesteld. Aan premies ont ving het Fonds in 1974 een bedrag van 1.521.152,en aan opbrengst van beleggingen 1.645.935,in totaal derhalve 3.167.087,Aan verzekerden werd uitgekeerd 561.217, Het aantal gepensioneerden aan wie ouderdomspensioen werd uitgekeerd was op 1 januari 1975 gestegen tot 493 (tegen 454 begin 1974). Voorts ontvingen 184 (174) weduwen en 26 (32) wezen een pensioenuitkering.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1975 | | pagina 36