Brussel en Cannes bijeen. In deze vergaderingen heeft men een op vrijwilligheids- basis functionerende internationale arbitrageregeling ter beslechting van geschillen tussen filmverhuurders en filmproducenten nader uitgewerkt. De F.LA.P.F. ging met deze regeling akkoord en heeft nog tijdens het filmfestival te Cannes een desbetreffende overeenkomst met de F.I.A.D. gesloten. d. C.I.C.C.E. Het Comité des Industries Cinématographiques des Communautés Européennes behartigt in het bijzonder de belangen van de filmindustrie in de relatie met de Europese Gemeenschap. In het Comité heeft voor de Bond zitting de Bonds directeur. Het Comité vergaderde op 17 januari te Brussel, op 16 mei te Cannes, op 29 oktober in Milaan en op 20 en 21 november te Parijs. In deze vergade ringen werden vooral de problemen behandeld samenhangende met het streven van de E.G. naar een harmonisatie op filmterrein in overeenstemming met het in het Verdrag van Rome neergelegde beginsel van het vrije verkeer van personen, diensten en kapitaal, waarbij met name de steunmaatregelen ten behoeve van de filmproduktie in het geding zijn. Een zodanige harmonisatie levert grote problemen op als uitvloeisel van de sterke verschillen tussen de nationale steunstelsels en de daarmede ten nauwste samenhangende fiscale stelsels. Het C.I.C.C.E. heeft in het afgelopen jaar de mogelijkheden onderzocht om te geraken tot een voor alle landen aanvaardbare E.G.-regeling op het terrein van de Europese co-produktie. In de contacten met E.G.-functionarissen wordt dit soort kwesties ter sprake gebracht. e. F.E.I.T.C. De Fédération Européenne des Industries Techniques du Cinéma, waarin via de landelijke organisaties de Europese laboratoria en studio's zijn verenigd, heeft in 1975 niet vergaderd. Er was in 1974 afgesproken om door een kleine commissie, bestaande uit een of twee gedelegeerden per aangesloten land, op het gebied van lonen en prijzen een rapport te laten samenstellen, waarin vergelijkbare cijfers per land zouden zijn opgenomen. Om ons onbekende redenen is dit voornemen in 1975 echter niet gerealiseerd. De contacten bleven aldus beperkt tot een min of meer regelmatige briefwisseling, in hoofdzaak over E.G.-kwesties.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1975 | | pagina 42