Toepassing van statuten, reglementen en besluiten de goedkoopste rang te verminderen met 0,75, maar door de prijs van de duurste rang te halveren. Aan deze reglementswijziging ligt de constatering ten grondslag, dat steeds vaker, vooral in nieuwe, kleinere theaters, gewerkt wordt met eenheidsprijzen. Doordat dan de enige prijs tevens de goedkoopste prijs is, heeft een reductie van 0,75 relatief weinig meer te beduiden. Het werd niet wenselijk geacht voor de bioscopen met eenheidsprijzen een aparte reductieregeling te treffen, aangezien het noch voor het publiek noch voor de bedrijfsgenoten praktisch is om te maken te hebben met twee verschillende reduc tiestelsels. Daarom is gekozen, mede in aanmerking genomen het advies van de Exploitantenraad, voor een geheel nieuwe formule, te weten de helft van de prijs van de duurste rang. De nieuwe regeling ging in op 30 juli 1975. ARTIKEL 18 DER STATUTEN Krachtens artikel 18 der Statuten is het Hoofdbestuur bevoegd disciplinair op te treden tegen leden die Statuten, reglementen of besluiten van de Bondsraad hebben overtreden dan wel in strijd hebben gehandeld met de algemene belangen of de waardigheid van het Nederlandse film- en bioscoopbedrijf. Als beroepsinstantie fungeert conform de wettelijke voorschriften op het gebied van de disciplinaire rechtspraak het College van Appèl, welk college einde 1975 was samengesteld uit de heren Drs. F. L. Schimsheimer, voorzitter, C. J. Blad en D. J. van Leen, leden, alsmede G. J. H. Dujardin, Mr. J. M. van der Flier, Mr. M. A. Graftdijk en Mr. W. B. H. A. Heskes, plaatsvervangende leden. Er moest nog in enige vacatures worden voorzien. Mej. Mr. C. A. Krietemeyer was wederom secretaris van het College van Appèl. Het Hoofdbestuur heeft in 1975 enige malen krachtens artikel 18 der Statuten moeten optreden. Twee leden filmverhuurders werd de straf van waarschuwing opgelegd op grond van het feit, dat zij films hadden geleverd aan een lid-bioscoop- exploitant, hoewel dit lid wegens niet-tijdige betaling van filmhuur door de Film- huurschuldcommissie van het zakelijke verkeer tussen de leden was uitgesloten. Een ander lid-filmverhuurder, dat in strijd met het Reglement op de Lijst van Geen Bezwaar had gehandeld, werd eveneens de straf van waarschuwing opgelegd. Ten aanzien van een lid-filmverhuurder, dat het Reglement inzake Filmexploitatie- rechten had overtreden, werd de straf van waarschuwing uitgesproken. Een lid- bioscoopexploitant, dat zich in een ingezonden stuk in een dagblad had uitgelaten op een wijze die strijdig werd geacht met de algemene belangen en de waardigheid van het Nederlandse film- en bioscoopbedrijf, werd de straf van waarschuwing opgelegd. In al deze gevallen werd geen beroep ingesteld. ERETEKENS Het Hoofdbestuur verleent aan hen die gedurende 10, 25 of 40 jaar bij eenzelfde onderneming in het Nederlandse film- en bioscoopbedrijf in dienst zijn geweest, eretekens met bijbehorende oorkonden. Het lid in kwestie dient daartoe een schriftelijk verzoek in bij het Hoofdbestuur.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1975 | | pagina 50