Arbitrage LIJST VAN GEEN BEZWAAR In 1975 werden weer vele aanvragen betreffende de Lijst van Geen Bezwaar bij het Bondsbureau ingediend. In 1861 gevallen werd de plaatsing toegestaan. De leveranties via het Nederlands Filminstituut zijn daarin niet begrepen, evenmin als de leverantie van films ten behoeve van de militaire kampementen, welke ge schiedde op basis van de met het Centraal Filmbureau der Krijgsmacht bestaande regeling. Ten behoeve van de televisie-uitzendingen werden wederom films gele- staande gentlemen's agreement. Alle geschillen tussen leden van de Nederlandse Bioscoopbond en tussen leden en donateurs zijn met uitsluiting van de burgerlijke rechter aan Bondsarbitrage onderworpen. In eerste instantie worden zij behandeld door de Commissie van Geschillen; in tweede instantie door de Raad van Beroep. Alle geschillen tussen leden van de Nederlandse Bioscoopbond en leden van de Nederlandse Vereniging van Bioscoopreclame-Exploitanten zijn eveneens met uitsluiting van de burgerlijke rechter onderworpen aan arbitrage. Deze geschillen worden behandeld door de Gemengde Commissie van Geschillen in eerste instantie en door de Gemengde Raad van Beroep in tweede instantie. De samenstelling en de werkzaamheid van de verschillende colleges is hieronder vermeld. COMMISSIE VAN GESCHILLEN Voorzitter was de heer J. van Willigen. De Kamers waren als volgt samengesteld: Eerste Kamer: J. Arkenbout, lid-filmverhuurder en J. van Dommelen, lid-bio- scoopexploitant. Tweede Kamer: P. M. Buis, lid-filmverhuurder en H. Miedema, lid-bioscoop- exploitant. Derde Kamer: J. Miedema, lid-bioscoopexploitant en P. Silvius, lid-filmverhuur der. De voorzitter maakt bij de behandeling van een geschil ook deel uit van de des betreffende Kamer. Secretaris was mej. Mr. C. A. Krietemeyer. In 1975 is één geschil (het jaar daarvoor waren er 11) aanhangig gemaakt. In deze zaak werd vonnis gewezen. Het onderhavige geschil werd aanhangig gemaakt door een lid-bioscoopexploitant tegen een lid-filmverhuurder. Tevens is vonnis gewezen in het geschil dat het vorige jaar nog niet behandeld was; dit betrof een geschil aanhangig gemaakt door een lid-bioscoopexploitant tegen een lid-filmverhuurder. RAAD VAN BEROEP Voorzitter was de heer C. J. Blad; vice-voorzitter de heer D. J. van Leen. De samenstelling van de Kamers was:

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1975 | | pagina 53