In memoriam Met de feitelijke uitoefening van de controle heeft het Hoofdbestuur de recette controledienst van het Bondsbureau belast. De merites van deze Bondsdienst moeten primair worden beoordeeld naar de preventies die voortvloeien uit zijn werkzaamheden. Zulks geldt voor zijn accountantsonderzoek in de recette-admini straties van bioscopen; een onderzoek dat onder meer de naleving toetst van in het Reglement op de recette-administratie neergelegde eisen, waaronder die be treffende de centrale verwerving van de entreebewijzen. Maar gelijkelijk geldt deze preventie voor de zaalcontrole die vanwege de dienst ingesteld wordt tijdens bioscoopvoorstellingen, om kassaverantwoordingen annex interne controlemaat regelen te toetsen via bezoekerstellingen en checks op ingenomen controlestroken van entreebewijzen. De beide gehanteerde typen van onderzoek hebben overigens het karakter van een normaal repressief toezicht, waarbij de administratieve con trole geconcentreerd is op de verkoopverantwoording van geldige entreebewijzen via de afrekenstaten, de zaalcontrole op de verstrekking als zodanig van geldige entreebewijzen aan de bioscoopbezoekers. Het in 1974 door gebruik van een dienstauto opgevoerde aantal zaalcontroles is vooralsnog ook in het verslagjaar aangehouden. TECHNISCHE DIENST In 1975 werden 304 technische controles ingesteld. Dit aantal is lager dan voor heen, hetgeen voornamelijk een gevolg is van de omstandigheid, dat de technische inspecteur, de heer E. F. Henny, de laatste maanden van het jaar wegens een hem overkomen ongeval verstek moest laten gaan. Er is in 66 (41) gevallen speciale aandacht besteed aan licht- of geluidsproblemen, filmbeschadigingen, automatisering of aan adviezen inzake nieuwbouw, restaura tie respectievelijk verbouwing. In 34 (21) ons bekende gevallen kwamen gedurende het verslagjaar, direct of indirect, als gevolg van gegeven adviezen grotere of kleinere verbeteringen in de bioscoop-outillage tot stand. Van deze 34 gevallen hadden er 26 betrekking op beeld en/of geluidskwaliteit, automatisering of andere verbeteringen in de techni sche installatie, terwijl het in de overige 8 gevallen ging om belangrijke verbete ringen aan de inrichting van zaal- of nevenruimten. In het verslagjaar gingen de hierna vermelde bedrijfsgenoten en voormalige be drijf sgenoten van ons heen: J. Cauverien, directeur van de B.V. Exploitatie Maatschappij Amstelodamum; Ch. L. Hart, voormalig exploitant van het Kennemer Theater te Beverwijk; P. Nassette, directeur van de Astra Film Maatschappij BV. te Arnhem; Mevr. A. E. Melo, mede-firmante van het Luxor Theater te Beverwijk; J. S. Nieuwenhuis, eigenaar van het filmproduktiebedrijf Deltaflim; A. J. H. Notten, firmant van de Firma Asta Theater te Groenlo; L. J. Lievenboom, exploitant van het Bioscoopbedrijf Serlie te Enschede; B. A. Holtslag, exploitant van het Luxor Theater te Ulft en het gelijknamige theater te Oldenzaal; H. F. Mack, directeur van de Anglo-Dutch Group Film Production B.V.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1975 | | pagina 57