Bedrijfsafdeling Filmverhuurders een nieuwe generatie. Ook in de zakelijke sfeer is er in het verslagjaar het een en ander veranderd, doordat juist bij drie van de grootste bioscoopconcerns de directie is overgegaan in jongere handen. Ofschoon de toeneming van het aantal be zoekers in 1975 beduidend minder groot was dan in het voorgaande jaar met enkele uitzonderingen, waaronder met name de Afdeling D opvalt is er geen reden te verwachten, dat de nu ruim vijf jaar du rende herstelfase van het Nederlandse bio scoopbedrijf ten einde is. De toekomst zal echter moeten leren of de kostbare inves teringen in nieuwbouw en vernieuwingen van bioscopen die per saldo wederom hebben geleid tot een uitbreiding van het theaterpark op langere termijn het ervan verwachte rendement zullen opleveren. Het is verheugend te merken, dat, in het alge meen gesproken, de belangstelling voor de film en de bioscoop bij het publiek en bij de massamedia nog steeds toeneemt. Drs. P. M. H. Cuijpers, Secretaris INLEIDING Hoewel de cijfers van het bioscoopbezoek en de bruto-recettes in het afgelopen jaar er op het eerste gezicht bemoedigend uit zien en de indruk wekken dat het ons be drijf in tegenstelling met andere bedrijfs takken goed gaat, is bij nadere beschouwing enige twijfel in dit opzicht gerechtvaardigd. De stijging van de bruto-opbrengst dekt im mers voornamelijk de gestegen exploitatie kosten. En de toeneming van het bezoek met 0,8% is teleurstellend, als we in aan merking nemen hoeveel nieuwe goed ge outilleerde bioscopen ons land sedert 1 januari 1975 rijker is geworden. Hiertegen over staat het feit, dat de voorbije mooie zomer wel een bijzonder lange hete zomer is geweest en duidelijk schuldig is aan de cterke teruggang van het bezoek in juli en augustus. Wij zien in grote gemeenten met 100.000 en meer inwoners een totale achteruitgang van het bezoek met 3,2%, die niet kon worden gecompenseerd door de kleine stijgingen in de gemeenten met 50.000 tot 100.000 inwo ners en met 20.000 tot 50.000 inwoners (res pectievelijk 2,3% en 2,9%). De gang van zaken bij de gemeenten met minder dan 20.000 inwoners en bij de reizende bio scopen levert reden tot optimisme. De bruto-filmhuurresultaten geven, gezien het licht gestegen procentuele aandeel in de eveneens toegenomen bruto-recette reden tot enige tevredenheid. Hiertegenover staat de duidelijke stijging van de licentiepercen tages en -garanties, welke door de filmver huurders aan de producenten zijn betaald. BESTUURS- EN LEDENVERGADERINGEN Het Bestuur vergaderde in 1975 zes maal. De leden kwamen in twee vergaderingen bijeen. In deze vergaderingen werden behalve de onder aparte hoofden in dit verslag geme moreerde gebeurtenissen, o.a. besproken: voorstellen van het Hoofdbestuur aan de Bondsraadsvergadering van 29 april, waar onder behalve het financieel verslag, vast stelling contributie en begroting 1975, een voorstel tot wijziging van het Algemeen Bedrijfsreglement, betreffende o.a. het be palen van zitplaatsen-minima voor nieuwe bioscopen in de afdelingen A, B, C en D. Vele leden vreesden, dat deze minima mo gelijk een aantal serieuze plannen voor klei ne bioscopen zouden tegenhouden. Derhalve werd besloten een amendement in te dienen, dat beoogde dit onderdeel van de voorge stelde wijzigingen te binden aan een termijn van twee jaar (de Bondsraad nam dit amen dement ingevolge desbetreffend pre-advies van het Hoofdbestuur over). Met de overige veranderingen kon de leden vergadering zich verenigen. Aangezien de financiële stukken en het jaar verslag van de Bioscoopbond nog niet in het bezit van de leden waren werd besloten alleen een nieuwe vergadering te beleggen voor de bespreking daarvan, indien zou blij ken, dat zulks op grond van die stukken wenselijk zou zijn. Aangezien dat niet het geval was, werd derhalve met die stukken en voorstellen akkoord gegaan. Met de voorstellen tot vaststelling van de contributie, tot vaststelling van de jaarlijkse bijdrage aan het Productiefonds voor Ne derlandse Films, alsmede tot reservering van 15% der contributie ter dekking van de bijdragen en de rentelast, kon de jaarverga dering zich zonder discussie verenigen. Verder gingen de leden zonder discussie akkoord met het voorstel tot wijziging van het Reglement Entreeprijzen voor Bejaar den, aangezien dit een praktische aanpassing betekende aan de veranderde situatie op het gebied van de rangenindeling en de entree prijzen der bioscopen.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1975 | | pagina 61