FILMAANBOD Het aanbod is in 1975 gedaald en wel tot 351 (360) hoofdfilms. Het aantal ingevoerde hoofdfilms daalde van 334 in 1974 tot 309 (in 1973: 382; in 1972: 305; in 1971: 324; in 1970: 349; in 1969: 372; in 1968: 411; in 1967: 383; in 1966: 389; in 1965: 353; in 1964: 358 en in 1963: 385). Er kwamen 14 Nederlandse hoofdfilms uit (in 1974: 6), alsmede twee Nederlandse jeugdfilms (drie). Verder werden nog 26 (17) oude hoofdfilms in het verslagjaar op nieuw in roulatie gebracht. Het aantal uit Engeland ingevoerde films steeg van 39 tot 41, dat uit Italië daalde wederom en wel van 50 tot 31, dat uit Frankrijk steeg opnieuw en wel van 51 tot 55 en dat uit Duitsland daalde bijzonder sterk namelijk van 57 naar 19! Het aantal uit overige landen afkomstige films, exclu sief die uit de U.S.A., steeg van 44 naar 55, waaronder 17 films uit Hong Kong en 10 uit Zwitserland, dat in vorige jaren was vertegenwoordigd met gemiddeld nog geen twee films per jaar. Het totaal aantal geïmporteerde nieuwe films uit de Verenigde Staten van Noord- Amerika nam toe van 93 tot 108. Het aan tal nieuwe Europese films samen met 32 films uit andere werelddelen, nam af van 241 tot 201. De filialen der Amerikaanse produktiemaat- schappijen voerden gezamenlijk in 78 hoofdfilms (tegen 79 in 1974), waarvan 49 (49) van Amerikaanse- en 29 (30) van Euro pese oorsprong. Het aantal kleurenfilms bedroeg 301 (330). Het percentage kleurenfilms was 97,4% (98,8%). Van deze kleurenfilms waren er 166 (239) uit Europese landen afkomstig en en 135 (91) uit de V.S. Het aantal films van het cinemascopeformaat bedroeg 67 (71). Er werd één nieuwe film op het 70 mm for maat ingevoerd (vorig jaar geen). FILMKEURING Het spreekt vanzelf dat onze leden de his torische besluiten van de Tweede en Eerste Kamer der Staten Generaal om de filmkeu ring voor personen van 16 jaar en ouder af te schaffen en de leeftijdsgrens van 14 jaar te verlagen tot 12 jaar, toejuichten, zij het met enige reserve ten aanzien van de moge lijke rechtsonzekerheid met betrekking tot het zo genoemde pornografie-artikel no. 240 in het Wetboek van Strafrecht. In aanmer king nemende dat aan de „Wet op de Film vertoningen", welke wet dus in de plaats is gekomen van de Bioscoopwet, ruim aan dacht is gewijd in de Bondsorganen „Film" van september en december 1975, en dat dit ongetwijfeld ook het geval zal zijn in het Bondsjaarverslag, moge het Bestuur zich aan deze publicaties kortheidshalve re fereren. FILMHUURSCHULDCOMMISSIE In 1974 trof de Commissie met de nieuwe exploitant van een bioscoop, die zou trach ten de exploitatieresultaten op te voeren o.a. door renovatie van het gebouw en de outillage, een betalingsregeling voor de door de vorige exploitant gemaakte filmhuur- schulden. Het Bestuur stelde aan de jaarvergadering van 1975 voor, het restant van de vorde ringen kwijt te schelden. Aangezien er ter zake enige problemen werden opgeworpen besloot de vergadering op voorstel van het Bestuur, de Filmhuurschuldcommissie te machtigen, overleg te plegen met de be doelde exploitant en dan naar bevind van zaken te handelen; kwijtschelding van schulden inbegrepen. Gezien de serieuze verbeteringen die al bleken te zijn aangebracht en de plannen voor de toekomst besloot de Commissie, de rest-vorderingen te doen vervallen welke 1 mei 1975 nog zouden bestaan, na betaling van de aflossingen tot genoemde datum, onder voorbehoud, dat bij verandering van ondernemer, de Commissie nader zal over wegen of de vorderingen al dan niet alsnog inbaar dienen te worden gesteld. De Commissie verzond 91 sommaties (in 1974: 173) tot het inzenden van recette- staten en/of betalen van verschuldigde film- huur, betrekking hebbende op een totaalbe drag van ƒ42.431,40 (in 1974: ƒ51.384,—). Er waren zes uitsluitingen uitgevaardigd te gen acht in 1974. Deze Commissie bestond aan het eind van het verslagjaar uit de heren W. Hemelraad, voorzitter; A. J. J. Duyvesteyn, vice-voor- zitter en J. Arkenbout, penningmeester. BESCHERMING AUTEURSRECHTEN Als gevolg van de voortschrijding der elec- tronische technieken worden de auteursrech ten die onze leden ten aanzien van het ex ploiteren van films hier te landen hebben verworven, voortdurend bedreigd met aan tasting door derden. In het afgelopen jaar manifesteerden zich steeds duidelijker nieuwe, haast onaantast-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1975 | | pagina 63