en aan de producenten werd medewerking
gevraagd ten aanzien van het opgeven van
afgeleverde films. Het Bestuur heeft de le
den geadviseerd deze medewerking, onder
voorbehoud van goedkeuring door de op
drachtgevers, waar mogelijk te verlenen.
Er is voorts een uitvoerig overleg gepleegd
over tariefverhogingen bij de leveranciers
van archiefmuziek, waarbij met name de
klassenindeling een belangrijk facet vormde.
Sommige libraries meenden namelijk op-
drachtfilms in de hoogste vergoedingscate
gorie te moeten indelen, hetgeen van Be
stuurszijde is bestreden. Tenslotte is een
bevredigende oplossing bereikt, die ter ken
nis van de leden is gebracht.
Van de kant van ANOUK kwam het ver
zoek om naast de bestaande regeling voor
de vergoeding van muzikale medewerking
bij de produktie van t.v.-commercials, ook
een regeling te treffen voor muzikale mede
werking bij andere films. Er werd een vrij
hoog uurtarief voorgesteld met de nodige
detaillering voor de te verlenen muzikale
medewerking. Men wilde bovendien het ge
heel in de vorm van een overeenkomst gie
ten. Voor dit laatste werd in principe weinig
gevoeld, maar aangezien aan de andere
kant de commercial-regeling in de praktijk
goed had voldaan, werd besloten om ten
aanzien van de overige muzikale medewer
king nader overleg met ANOUK te openen.
Door allerlei omstandigheden kon dit voor
nemen in de loop van het verslagjaar niet
worden gerealiseerd. Het Bestuur hield zich
verder bezig met de wenselijkheid om we
derom te komen tot een afdelingspublikatie
naar het voorbeeld van het zeer geslaagde
paarse boekje, dat enige jaren geleden was
uitgegeven en waarvan de voorraad inmid
dels geheel was uitgeput. Het voornemen
om voor dit doel uit de leden een werk-
commissie samen te stellen leverde geen
resultaten op, zodat het Bestuur tegen het
einde van het jaar moest besluiten te probe
ren een volgende publikatie in eigen beheer
samen te stellen.
Er werd kennis genomen van de oprichting
van de Vereniging van Band/Dia-producen-
ten en met deze vereniging, waarvan ook
afdelingsleden deel uitmaken, werd samen
werking gezocht.
Het Bestuur voerde een aantal gesprekken
met vertegenwoordigers van bedrijven, die
op de Lijst van Geen Bezwaar wilden wor
den geplaatst en bracht te dezer zake de
nodige adviezen uit aan het Hoofdbestuur.
Onder de desbetreffende rubriek van dit
verslag zijn over de resultaten daarvan na
dere bijzonderheden opgenomen.
Tegen het einde van het verslagjaar werd
uitvoerig aandacht geschonken aan de po
gingen van Kamerleden om via een motie
de STER-reclame uit de ether te laten ver
dwijnen. Aangezien vooral de produktie van
STER-commercials voor een aantal afde
lingsleden een zeer belangrijke inkomsten
bron vormt, werd tegen dit voornemen o.a.
via een telegram aan de Tweede Kamer
krachtig stelling genomen en werd, na over
leg met vertegenwoordigers van C.R.M, en
met leden van de desbetreffende Kamer
commissie, besloten om zo spoedig moge
lijk een memorandum samen te stellen, ten
einde de betekenis van de commercials voor
het produktiebedrijf duidelijk te maken. Bij
het in Den Haag gevoerde overleg bleek
namelijk, dat aldaar erg weinig bekend was
over de omvang en de betekenis van deze
sektor van de filmproduktie. Teneinde over
zo recent mogelijke gegevens te beschikken
werd onder de producenten van dit soort
films een enquête ingesteld, waarop door
vrijwel alle betrokkenen vlot is gereageerd.
Het uit te brengen memorandum was per
het einde van het verslagjaar nog niet vol
tooid.
Overigens werd veel tijd besteed aan het
tegenvoorstel van de RVD op het enige ja
ren geleden onzerzijds ingediende voorstel
tot wijziging van het bestaande opdracht
contract voor B-films. Het tegenvoorstel van
de RVD week op zoveel punten af van het
geen door ons was gevraagd, dat het Be
stuur er, gedurende het verslagjaar, niet in
slaagde deze kwestie af te ronden. Gehoopt
wordt, dat dit in het begin van het komende
jaar wel zal gelukken. Ten aanzien van on
ze voorstellen inzake een wijziging van het
A-contract (C.R.M.-films) werd in 1975,
ondanks herhaalde aandrang, niets naders
vernomen.
In december werd per brief van het Bestuur
van de Audiovisuele Beroepsvereniging
NBF het verzoek ontvangen om een lening
ter grootte van 10.000,ten behoeve van
het NBF-bulletin, dat door allerlei omstan
digheden in financiële moeilijkheden was
geraakt. Zoals reeds in de voorjaarsleden
vergaderingen was besproken, stelde het
Bestuur zich ook nu in eerste aanleg op
het standpunt, dat er slechts sprake zou
kunnen zijn van steun aan het bulletin, wan
neer dit van de NBF wordt losgekoppeld.
Een besluit op dit verzoek werd voor nader
beraad aangehouden.
Tenslotte dient in deze rubriek nog 1c wor
den gerapporteerd, dat op verzoeken aan
het Hoofdbestuur om het Algemeen Be-
drijfsreglement zodanig aan te vullen, dat