Afdeling A
blijven namelijk bijzonder groot ondanks de
onmisbare steun van het Productiefonds.
In het organisatorische vlak zijn velerlei ak-
tiviteiten gaande die ten doel hebben het
bedrijfsklimaat te verbeteren, althans ver
dere verslechtering tegen te gaan. Een ver
groting van de reeds bestaande autonomie
binnen de Bond is een van de doeleinden.
Dat bij het een en ander, waar nodig op de
medewerking van de leden moet kunnen
worden gesteund is zonder meer duidelijk,
en het Bestuur hoopt dan ook daarop, meer
nog dan voorheen, in het komende jaar te
kunnen rekenen.
L. Claassen, sekretaris
INLEIDING
Ondanks een uitbreiding van het aantal
theaters in de drie steden die tot de Afde
ling behoren, is het aantal bezoekers in
1975 gemiddeld teruggelopen met ruim 5
procent ten opzichte van 1974, (tegenover
een stijging van het landelijk bezoekersaan
tal met 0,8 procent). De achteruitgang was
het grootst in 's-Gravenhage (8,9 procent)
en Amsterdam (5,7 procent). In Rotterdam
bleef de achteruitgang beperkt tot 2,5 pro
cent.
Het is moeilijk de achteruitgang van het
aantal bezoekers bevredigend te verklaren.
Gezien de resultaten van de kleinere in-
bouwtheaters is het wel waarschijnlijk, dat
het bezoekersaantal zónder de nieuwe bio
scopen nog verder gedaald zou zijn.
ALGEMEEN
Het Bestuur heeft vier maal vergaderd.
Daarnaast zijn er twee ledenvergaderingen
gehouden: de jaarlijkse vergadering van 10
maart en de buitengewone ledenvergade
ring van 10 april.
Tijdens de jaarlijkse ledenvergadering wer
den de heren Mr. P. A. Meerburg en J. Ph.
Swanink, die periodiek aftredend waren,
herkozen tot lid van het Bestuur. In de
vacature van de heer C. J. Blad, die aftre
dend was en zich niet herkiesbaar stelde,
werd voorzien door de benoeming van Jhr.
W. F. van Raab van Canstein, wiens benoe
ming in verband met de datum van de jaar
lijkse vergadering van de Bondsraad pas
inging op 29 april.
Deze ingangsdatum gold eveneens voor de
benoeming van de heer C. A. Koppies tot
gedelegeerd lid van de Bondsraad. De heer
Koppies volgde de heer I. Keizer op, die
einde 1974 zijn funkties in het bioscoop
bedrijf had neergelegd.
Tevens werden in deze vergadering de reke
ning en verantwoording van het financiële
beheer in 1974 alsmede de begroting voor
1975 goedgekeurd.
In de buitengewone vergadering van 10
april gingen de leden accoord met een aan
tal voorstellen van het Hoofdbestuur aan
de Bondsraad inzake het wijzigen van enige
reglementen, namelijk het Algemeen Be-
drijfsreglement (o.a. zitplaatsaantallen) en
het Reglement inzake entreeprijzen voor
personen van 65 jaar en ouder (een nieuwe
vaststelling van de eenheids-entreeprijs op
initiatief van de Afdeling). Tevens werd in
gestemd met de gebruikelijke voorstellen
van het Hoofdbestuur aan de Bondsraad
betreffende de contributie, de jaarrekening
en balans 1974, de begroting 1975, alsmede
de bijdrage aan het Productiefonds en de
voorschotten ten behoeve van de produktie
van Nederlandse hoofdfilms.
Eveneens in deze buitengewone ledenverga
dering werd Mr. P. A. Meerburg bij accla
matie gekozen als nieuwe voorzitter van de
Afdeling, ter opvolging van de heer C. J.
Blad, die het merendeel van zijn activitei
ten in het bioscoopbedrijf wenste neer te
leggen.
De heer Meerburg was de tolk van allen
toen hij tijdens de ledenvergadering de heer
Blad lof toezwaaide voor diens langdurige
en steeds op het hoogste peil staande acti
viteiten in het Bestuur van de Afdeling,
waarvan hij sedert de herstrukturering van
de Bond voorzitter is geweest. Daarvóór is
de heer Blad lid geweest van de besturen
van de toenmalige afdelingen Amsterdam,
Rotterdam en Den Haag.
De leden waren verheugd over het feit, dat
door het Hoofdbestuur aan de Bondsraad
was voorgesteld de heer Blad te benoemen
tot erelid van de Bioscoopbond (welke be
noeming kort daarop een feit werd). Even
eens in deze vergadering van de Bondsraad
werd het oud-bestuurslid, de heer M.
Gerschtanowitz, tot erelid benoemd.
De heer Blad nam afscheid van het film- en
bioscoopbedrijf tijdens een drukbezochte
receptie op 23 april in „De drie maaghden"
te Amsterdam, waar hem tevens namens de
Afdeling een herinneringsgeschenk is aan
geboden.