De samenstelling van het Bestuur was tij dens de tweede helft van het verslagjaar als volgt: de heren Mr. P. A. Meerburg, Voorzitter; M. S. Schaap, Vice-Voorzitter; J. Ph. Swanink, Penningmeester; R. H. Gerschtanowitz en Jhr. W. F. van Raad van Canstein, leden. Gedelegeerd lid van de Bondsraad was de heer C. A. Koppies. Secretaris was de heer Drs. P. M. H. Cuij- pers. PUBLICITEIT Met het oog op het filmvervoer en het ver schijnen der dagbladen rond Hemelvaart, Kerstmis en Nieuwjaar werd met de be trokken advertentiebureaus een regeling ge troffen om de wijziging van de betrokken vertoningsweken op duidelijke manier pu blicitair te begeleiden. Het Bestuur heeft de Amstelveense bioscoop Oscar toestemming gegeven deel te nemen in de wekelijkse kaderannonces. Deze ka derannonces werden overigens wederom naar tevredenheid verzorgd door respectie velijk Brandt Advertising in Amsterdam, Die Haghe in 's-Gravenhage en Intermarco te Rotterdam. Ondanks een aantal aanbiedin gen van plaatselijke dagbladen, weekbladen of huis-aan-huis bladen, welke door het Be stuur bestudeerd zijn, is het plaatsingsbe leid ten aanzien van de wekelijkse geza menlijke agenda in geen der drie steden gewijzigd. OVERIGE KWESTIES Na langdurig protest zijn de Amsterdamse exploitanten akkoord moeten gaan met een zeer forse verhoging van de aansluitings- en abonnementskosten van de verplichte brandmelders. Nadat de Amsterdamse exploitanten reeds in 1974 hun instemming hadden betuigd met de doelstellingen van de Stichting Am sterdam City, is dit voorbeeld in het ver slagjaar door de Haagse exploitanten ge volgd ten aanzien van een soortgelijke in stantie, de Stichting Haagse Binnenstad. Ook deze stichting stelt zich ten doel de binnenstad toegankelijk, levend en aantrek kelijk te houden. De kontakten met de stichting worden namens de Afdeling onder houden door de heer R. Uges. Evenals in de voorgaande jaren gebruike lijk was, heeft de Afdeling een collectieve contributie betaald aan de Verenigingen voor Vreemdelingenverkeer in Amsterdam, Rotterdam en 's-Gravenhage, welke contri butie hoofdelijk over de betrokken biosco pen is omgeslagen. Met de (dertigste) Dodenherdenking van 4 mei en met Oudejaarsavond is de leden geadviseerd de eerste avondvoorstelling res pectievelijk alle avondvoorstellingen te la ten vervallen. Daarentegen is voor de Sin terklaasavond geadviseerd alle voorstellin gen normaal doorgang te laten vinden. NIEUWE BIOSCOPEN In het verslagjaar zijn negen nieuwe bio scopen geopend, terwijl één theater geslo ten werd. Vijf van de nieuwe bioscopen bevinden zich in Amsterdam: Calypso Club, Cineac Dam rak II, Cinema International, Tuschinski III en IV. Met uitzondering van Cinema Inter national betreft het hier steeds inbouw- theaters in reeds als bioscoop in gebruik zijnde panden. Het Luxor theater in Amsterdam werd ge sloten. In Den Haag kwamen er twee in- bouwtheaters bij, namelijk Calypso en Odeon II en het Rotterdamse bioscooppark werd uitgebreid met de theaters Calypso II en Oscar Meent. Ten aanzien van al deze exploitaties had het Bestuur de Commissie Nieuwe Zaken in positieve zin geadviseerd (voor een deel reeds in 1974). Bovendien werd in het ver slagjaar nog positief advies uitgebracht in zake plannen voor een vierde bioscoop in Lumière te Rotterdam, en een derde en een vierde bioscoop in Odeon te 's-Gravenhage. In verband met dit laatste advies (in beide gevallen betrof het dezelfde aanvrager) heeft het Bestuur de Commissie Nieuwe Zaken meegedeeld, dat het zijn eerder in genomen standpunt ten aanzien van de bouw van twee nieuwe bioscopen in het zogehe ten Babylon-complex alsnog wenste te her zien. Deze kwestie is in het verslagjaar niet afgerond. Bij het opstellen van adviezen aan de Com missie Nieuwe Zaken heeft het Bestuur ook dit jaar zoveel mogelijk trachten te letten op een zekere evenwichtigheid in de groei van de theaters, zulks mede met het oog op de filmvoorziening van de reeds be staande bioscopen. Overigens lijkt de ex pansie van het theaterpark in Amsterdam en Rotterdam thans voorlopig tot staan te komen. Een in Den Haag nog bestaande verhoudingsgewijze achterstand in het aan tal aldaar gevestigde bioscopen zal nu bin nen afzienbare tijd weggewerkt zijn. Het Bestuur is in het bijzonder geconfronteerd met de speciale problematiek die geldt ten aanzien van nieuwbouwprojecten op lange

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1975 | | pagina 74