Afdeling B termijn, welke projecten reeds in een zeer pril stadium aan de Commissie Nieuwe Za ken worden voorgelegd. Hoewel zulks om reden van planning en contractafsluitingen niet altijd te vermijden is, stelt dit het Be stuur toch voor bijzondere moeilijkheden bij het uitbrengen van zinvolle adviezen aan de Commissie Nieuwe Zaken. Deze pro blematiek doet zich ook in andere Afdelin gen voor. Reeds in het verslagjaar zijn er aanzetten geweest om op dit punt te gera ken tot een bevredigender reglementering, waarbij het Bestuur zich heeft voorgeno men zonodig initiërend op te treden bij het Hoofdbestuur. In eerste instantie is echter besloten het initiatief terzake over te laten aan de Commissie Nieuwe Zaken zelf. SLOTOVERZICHT Op 1 januari 1976 telde de Afdeling 87 bioscopen (met inbegrip van 2 ingeschreven, maar niet geëxploiteerde zaken), waarvan 41 in Amsterdam, 24 in 's-Gravenhage en 22 in Rotterdam, met respectievelijk 18.000, 10.500 en 12.500 zitplaatsen. Het Bestuur was vertegenwoordigd bij de opening van nieuwe zaken, bij de afscheids recepties van de heren C. J. Blad en J. P. M. A. Smulders en bij andere gedenkwaar dige gebeurtenissen. Drs. P. M. H. Cuijpers, Secretaris INLEIDING In tegenstelling tot 1974 heeft het bezoek cijfer in het verslagjaar een stijging met 4,7% te zien gegeven. De bruto-recettes ste gen met ruim 14%. Het aandeel van onze Afdeling in het totaal landelijk bezoek be droeg 34% tegen 32,7% in 1974. Het aantal bezoekers beliep 9,62 miljoen tegen 9,19 miljoen in 1974. Er was dus reden voor vertrouwen in de toekomst, welk vertrouwen werd bewezen door het aantal plannen voor de vestiging van nieuwe bioscopen, waarvan inmiddels reeds een deel is verwezenlijkt. ALGEMEEN Het Bestuur hield zeven vergaderingen. Er werd één ledenvergadering gehouden en wel de jaarvergadering van 7 april. Gezien het te behandelen voorstel van het Hoofdbe stuur tot een belangrijke wijziging van het Algemeen Bedrijfsreglement heeft het Be stuur het nuttig geoordeeld de leden, naast de gebruikelijke convocatie, nog eens tele fonisch op het belang van hun komst naar deze vergadering te attenderen. Deze op roep resulteerde in een bijzonder bevredi gend bezoek aan de vergadering door 18 personen, die tezamen 56 theaters vertegen woordigden. In deze jaarvergadering werden de perio diek aftredende Bestuursleden, de heren R. Nassette en L. van Praag, bij enkele kandi daatstelling herkozen. In de vacature ontstaan door het tussen tijds aftreden van de heer F. H. W. Weyschedé, werd voorzien door de benoe ming bij enkele kandidaatstelling van de heer H. W. M. Janssen, die voorheen als gedelegeerde in de Bondsraad fungeerde. In de daardoor ontstane vacature werd bij en kele kandidaatstelling gekozen de heer O. B. W. Douwes Dekker. Ten aanzien van onze vertegenwoordiger in het Bestuur van de Bedrijfsafdeling Bios coopexploitanten kan worden opgemerkt, dat door de benoeming van de heer J. van Willigen tot Voorzitter van de Exploitan- tenraad in het begin van het verslagjaar, de heer R. Nassette niet langer deel kon uitmaken van het Bestuur van genoemde bedrijfsafdeling. Gelijk in andere afdelin gen gebruikelijk is, besloot het Bestuur van onze Afdeling zich in het Bestuur van de Bedrijfsafdeling Bioscoopexploitanten door zijn Voorzitter, Drs. J. Ph. Wolff, te laten vertegenwoordigen. Voorts hechtte de jaarvergadering haar goedkeuring aan de jaarstukken der Afde ling. Tevens werden besproken de gebruikelijke voorstellen van het Hoofdbestuur aan de jaarvergadering van de Bondsraad en de daarbij behorende jaarstukken, welke door het Bestuur en de Bondsvoorzitter namens ■jipipgsoi uapiSAV j3is33iu§umu3dspuog ap Aan het einde van het verslagjaar was de samenstelling van het Bestuur als volgt: Drs. J. Ph. Wolff, Voorzitter; R. Nassette, Vice-Voorzitter; L. van Praag, Penning meester; J. van Dommelen en H. W. M. Janssen, leden. Gedelegeerd lid, overeen komstig artikel 37 van het Reglement der Bedrijfsafdeling Bioscoopexploitanten: B. W. Douwes Dekker; Secretaris: Th. Wels.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1975 | | pagina 75