Afdeling C
INLEIDING
Evenals in voorgaande jaren heeft de stij
ging van de bezoekcijfers en de omzetten
zich ook gedurende het verslagjaar voortge
zet. De landelijke stijging van de bruto-
recette was 13,8%. Voor onze Afdeling be
liep deze stijging 20,7% tegen 13,1% in
1974. Dat wil zeggen, dat de totale bruto-
recette van de tot onze Afdeling behorende
bioscopen steeg van 19,1 miljoen tot ruim
23 miljoen gulden. Het aandeel van de af
deling in de totale bruto-recette steeg met
1%, namelijk van 15,8% naar 16,8%.
Gelijk vorig jaar is een belangrijk deel van
deze stijging toe te schrijven aan enkele
succesvolle Nederlandse hoofdfilms.
BESTUUR
Aan het einde van het verslagjaar was het
Bestuur samengesteld uit de heren H. Mie-
dema, voorzitter; Drs. C. A. Voskuil, pen
ningmeester; F. A. van Opbergen en G.
Schepel, leden.
Gedelegeerd lid volgens artikel 37 van het
Reglement der Bedrijfsafdeling Bioscoop
exploitanten was de heer H. Berg. Als se
cretaris fungeerde de heer Th. Wels. Door
de benoeming van de heer J. van Willigen
tot voorzitter van de Exploitantenraad,
waardoor hij qualitate qua deel ging uit
maken van het Presidium en uiteraard ook
van het Hoofdbestuur, moest de heer van
Willigen overeenkomstig artikel 4 B van
het Reglement van de Bedrijfsafdeling Bio
scoopexploitanten zijn bestuursfunctie aan
het begin van het verslagjaar neerleggen. In
deze tussentijdse vacature was eind 1975
nog niet voorzien.
Het Bestuur kwam in het verslagjaar slechts
tweemaal bijeen, hoofdzakelijk ter voorbe
reiding van de jaarlijkse ledenvergadering
en de jaarlijkse vergadering van de Bonds
raad. Op verzoek van de Commissie Nieu
we Zaken is rapport uitgebracht met be
trekking tot het vestigen van nieuwe
bioscopen in Roermond en Hulst. Tegen
beide aanvragen heeft het Bestuur geen be
zwaren gemaakt. Hetzelfde geldt voor een
aantal aanvragen voor gemeenten die niet
onder onze Afdeling ressorteren. Naar aan
leiding van een verzoek tot vestiging van
een nieuwe permanente bioscoop-A in Hil
versum, welke gemeente weliswaar tot de
Afdeling B behoort, heeft het Bestuur te
genover de Commissie Nieuwe Zaken de
mening gedeeld van de exploitant in Bus-
sum, die de vrees in het Bestuur heeft uit
gesproken, dat de filmvoorziening voor
Bussum door een uitbreiding van het thea
terpark in Hilversum nog moeilijker wordt.
LEDENVERGADERINGEN
Gedurende het verslagjaar werd er slechts
één ledenvergadering gehouden en wel de
jaarlijkse ledenvergadering, die plaatsvond
op 8 april te Amsterdam. Naar aanleiding
van de uitslag van de in 1974 gehouden
enquête onder de leden inzake het bezoek
aan de ledenvergaderingen had het Bestuur
besloten deze jaarvergadering te combine
ren met een uitnodiging aan de leden en
hun echtgenotes tot bijwoning van een film
voorstelling en een koffietafel. Gezien de
grote opkomst bij deze vergadering kan
worden gesteld, dat de leden dit idee van
het Bestuur aantrekkelijk vonden. In deze
vergadering werden de jaarstukken, over
eenkomstig de bestuursvoorstellen goedge
keurd en de periodiek aftredende bestuurs
leden de heren H. Miedema en Drs. C. A.
Voskuil, werden bij enkele kandidaatstelling
herkozen. De heer H. Miedema werd bij
acclamatie tot voorzitter van de Afdeling
herbenoemd. Vervolgens zijn de onderwer
pen besproken, die aan de orde zouden
komen in de jaarlijkse vergadering van de
Bondsraad. Aan de financiële stukken van
de Bond werd grote aandacht besteed, waar
bij door het Bestuur en de Bondsvoorzitter,
die de Penningmeester van de Bond verte
genwoordigde, toelichtingen zijn verstrekt.
Met de voorstellen van het Hoofdbestuur
aan de Bondsraad heeft de vergadering zich
verenigd. Deze voorstellen behelsden onder
meer een wijziging van het Algemeen Be-
drijfsreglement (zitplaatsaantallen) en van
het Reglement inzake entreeprijzen voor
personen van 65 jaar en ouder. Dit laatste
voorstel betrof een nieuwe vaststelling van
de eenheidsprijs; deze werd vastgesteld op
de helft van de prijs van de duurste rang
van de desbetreffende voorstelling.
ALGEMEEN
Het aantal afdelingsleden was per einde
van het verslagjaar met 3 gestegen, namelijk
van 66 naar 69, tengevolge van enkele ad
ministratieve mutaties; drie gemeenten,
voorheen behorend tot de Afdeling D, wer
den ingedeeld bij de Afdeling C, te weten
Culemborg, Hulst en Ulft, terwijl twee ge-