Er werd in Cannes voor de tweede maal een
fraaie brochure uitgereikt over de prodüktie
van Nederlandse hoofdfilms in de afgelopen 2
jaar, welke publikatie met financiële steun van
CRM tot stand kon worden gebracht. Dit boekje
is bijzonder goed ontvangen en heeft ook later
in het jaar een ruime verspreiding in het buiten
land gekregen.
Ook in 1976 werd in Cannes samen met de
RVD een Nederlandse dag georganiseerd,
bestaande uit een .borreluurtje" in een plaat
selijk restaurant en een non-stop vertoning van
Nederlandse korte en lange films in een plaat
selijke bioscoop. De Nederlandse ontvangst
kan als zeer geslaagd worden bestempeld,
maar de belangstelling voor de bioscoopvoor
stellingen bleef, in tegenstelling tot het voor
gaande jaar, ver beneden de verwachtingen,
zodat deze tijdrovende en kostbare activiteit
voor het komende jaar van het programma zal
worden geschrapt.
Duidelijk mede vanwege onze inspanningen in
Cannes, zijnde nu eenmaal het jaarlijkse mid
delpunt van de internationale filmhandel, is
Nederland bezig de nodige bekendheid als film
land te verwerven. Uiteraard zal het ook hier
van de kwaliteit van onze produkten afhangen of
deze bekendheid eerlang ook zoden aan de dijk
zal gaan zetten. Vaststaat dat buitenlandse ver
kopen van Nederlandse films sedert het begin
van onze internationale activiteiten zijn toegeno
men.
Het jaarlijkse internationale industriële filmfesti
val is ditmaal van 27 september tot en met
1 oktober in Londen gehouden. Er waren 126
bedrijfsfilms uit de gehele wereld ingezonden,
maar helaas was het succes voor ons land dit
jaar minder groot dan voorheen. Wij moesten
genoegen nemen met een 2e en een 3e prijs,
die beide gingen naar Bob Kommer Studio's
CV. te 's-Gravenhage. Het betrof de films
„Coming to terms" die was vervaardigd in
opdracht van Philips, 2e prijs in de categorie H
en „Jetty Galore", vervaardigd in opdracht van
Interbeton B.V. en Tebodin Advies- en Con
structiebureau CV., die de 3e prijs in de cate
gorie R behaalde. Beide films waren bestemd
vooreen gespecialiseerd publiek.
Productiefonds
De samenstelling van het bestuur van de Stich
ting Productiefonds voor Nederlandse Films
was tot begin augustus: voor het Ministerie van
Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk de
heren Dr. J. Hulsker, voorzitter, A. Koolhaas en
J. Wiegel, en voor de Nederlandse Bioscoop
bond de heren J. G. J. Bosman, secretaris,
G. J. H. Dujardin en M. Gerschtanowitz. Als
toegevoegd secretaris fungeerde de heer J. Th.
van Taalingen; van het secretariaat maakten
voorts deel uit Mej. Mr. C A. Krietemeyer en
de heren L. Claassen en A. M. A. de Haan,
allen verbonden aan het Bondsbureau.
De heer Bosman, die volgens rooster in het
verslagjaar aftredend was, had zich niet meer
voor een herbenoeming beschikbaar gesteld.
In zijn plaats benoemde het Hoofdbestuur de
heer J. Th. van Taalingen als bestuurslid; in
het bestuur van de Stichting Productiefonds
voor Nederlandse Films kreeg de heer Van
Taalingen de functie van secretaris. De heer
Bosman, die een zeer belangrijke rol heeft ge
speeld bij de totstandkoming van het Productie
fonds, is sedert de oprichting in 1956 secretaris
geweest; hij heeft zich in deze kwaliteit met veel
energie ingezet voor de Nederlandse film-
produktie. Mede dank zij zijn initiërende arbeid
heeft hij in belangrijke mate bijgedragen tot
de ontwikkeling van de Nederlandse speelfilm.
Bert Haanstra biedt de heer Bosman een
geschenk aan bij zijn afscheid van het productiefonds
10