„In opdracht van de procureurs-generaal bij
de gerechtshoven bericht ik u het volgende.
Het zal u bekend zijn dat sinds korte tijd in een
aantal plaatsen in den lande pornofilms worden
vertoond in normale bioscopen. Bij deze voor
stellingen gaat het om films als ,,Deep throat"
en „French blue", welke ook niet zijn voor
gelegd aan de Centrale Commissie voor de
keuring van films. Een ander voorbeeld is de
film „The devil in Miss Jones", waarvoor goed
keuring werd gevraagd maar niet gekregen.
Deze films dienen zonder twijfel, gelet op de
jurisprudentie, te worden aangemerkt als aan
stotelijk voor de eerbaarheid in de zin van
artikel 240 Wetboek van Strafrecht. In het ver
leden werden dergelijke films slechts vertoond
in z.g. sexbioscopen of in besloten verband.
De procureurs-generaal hebben zich over deze
ontwikkeling beraden. De tot dusverre door het
openbaar minsterie vastgestelde richtlijnen voor
het opsporings- en vervolgingsbeleid ten aan
zien van prostitutie, sexclubs en sexbioscopen
hadden vooralsnog niet het oog op de situatie
van thans, waarin ook normale bioscopen
pornofilms in hun programma opnemen. De
procureurs-generaal zijn van oordeel dat deze
voortschrijdende expansie van het sexbedrijf
noopt tot een principiële herbezinning. De eer
der genoemde richtlijnen, die door het open
baar ministerie in het overleg met burgemees
ters en politiechefs gehanteerd worden, stelden
een nadere beschouwing van het beleid reeds
in het vooruitzicht. De uitloop van het sexbedrijf
in de richting van de normale bioscoop ver
langt echter op dit moment een duidelijk optre
den van het openbaar ministerie,
standpunt gesteld dat in de eerste plaats een
halt moet worden toegeroepen aan het ver
tonen van pornofilms in gewone bioscopen.
Als inhoudelijke maatstaf wordt vooralsnog ge
hanteerd dat de film niet is goedgekeurd, of
in het geheel niet is gekeurd, door de Centrale
filmkeuringscommissie.
Dit standpunt heeft geleid tot het besluit dat in
voorkomend geval een dergelijke film in beslag
wordt genomen en dat tegen de bioscoop
exploitant een strafvervolging wordt ingesteld
op grond van artikel 240 Wetboek van Straf
recht. U weet dat in het zuiden des lands zulks
reeds is geschied. Nadat de centrale filmkeu
ring zal zijn afgeschaft zal zo enigszins mogelijk
een procedure worden gerealiseerd, waarbij het
openbaar ministerie zich door één of meer
landelijk werkzame deskundigen zal laten ad
viseren omtrent een oordeel over het al dan
niet pornografische karakter van een film zodat
een eenheid in het beleid gegarandeerd blijft.
De konsekwenties van deze beslissing raken
naar het oordeel van de procureurs-generaal
tevens het beleid ten aanzien van de sex
bioscopen. In dit verband is van betekenis dat
exploitanten van normale bioscopen, die het
aangaat, als reden voor het vertonen van een
pornofilm wel eens wijzen op het groeiend aan
tal sexbioscopen - in weerwil van wettelijke
verbodsbepalingen - en de concurrentie dié
men van deze groei ondervindt. Op hun beurt
kunnen de sexbioscopen niet geïsoleerd wor
den gezien van andere verschijningsvormen
van het sexbedrijf. Bijstellen van het beleid op
dit terrein van sex-commercie kan echter niet
geschieden zonder dat eerst voldoende feite
lijke gegevens zijn verzameld. Daartoe hebben
de procureurs-generaal de nodige opdrachten
verstrekt.
Bij de overwegingen die aan de beslissing tot
strafrechtelijk optreden in gevallen waarin por
nofilms in gewone bioscopen worden vertoond
ten grondslag lagen is tenslotte de vraag gere
zen op welke wijze vooreerst een onderscheid
kan worden gemaakt tussen gewone bioscopen
en sexbioscopen.
Het aanleggen van een kwalitatief criterium
voor films in sexbioscopen en pornofilms in
normale bioscopen is niet mogelijk. Wel lijkt
het mogelijk, a/ zullen de grenzen vloeiend zijn,
een kwantitatief onderscheid te maken, uit
gaande van het gegeven dat sexbioscopen in
verreweg de meeste gevallen slechts plaats
kunnen bieden aan een betrekkelijk gering
aantal toeschouwers. De procureurs-generaal
hebben de grens gelegd bij 50 zitplaatsen.
Niet kan worden tegengesproken dat het
noemen van een getalsmatig onderscheid altijd
ietwat arbitair blijft. Dit getal maakt echter
voldoende duidelijk dat de procureurs-generaal
thans primair schaalvergroting in de vertoning
van pornofilms willen tegengaan.
De concurrentie van bioscoopjes met minder
dan 50 zitplaatsen kan door de bioscoop
exploitanten nauwelijks als een factor van
betekenis worden aangevoerd.
Teneinde u in de gelegenheid te stellen de
leden van uw Bond tijdig van het bovenstaande
in kennis te stellen hebben de procureurs
generaal de hoofdofficieren van justitie verzocht
de politiechefs in hun arrondissement op te
dragen eerst vanaf 1 januari 1977 aan hun
besluit uitvoering te geven.
Namens de vijf procureurs-generaal
bij de gerechtshoven,
de secretaris van de vergadering
van procureurs-generaal,
L.A.J. M. de Wit."
18