Arbitrage
Alle geschillen tussen leden van de Nederland
se Bioscoopbond en tussen leden en donateurs
zijn met uitsluiting van de burgerlijke rechter
aan Bondsarbitrage onderworpen. In eerste in
stantie worden zij behandeld door de Commis
sie van Geschillen; in tweede instantie door de
Raad van Beroep.
Alle geschillen tussen leden van de Nederland
se Bioscoopbond en leden van de Nederlandse
Vereniging van Bioscoopreclame-exploitanten
zijn eveneens met uitsluiting van de burgerlijke
rechter onderworpen aan arbitrage.
Deze geschillen worden behandeld door de Ge
mengde Commissie van Geschillen in eerste
instantie en door de Gemengde Raad van Be
roep in tweede instantie.
De samenstelling en de werkzaamheid van de
verschillende colleges is hieronder vermeld.
Commissievan Geschillen
Voorzitter was de heer J. van Willigen. De
Kamers waren als volgt samengesteld:
Eerste Kamer: J. Arkenbout, lid-filmverhuurder,
en J. van Dommelen, lid-bioscoopexploitant.
Tweede Kamer: P. M. Buis, lid-filmverhuurder;
en Jhr. W. F. van Raab van Canstein, lid-
bioscoopexploitant.
Derde Kamer: J. Miedema, lid-bioscoopexploi
tant en P. Silvius, lid-filmverhuurder.
De voorzitter maakt bij de behandeling van een
geschil ook deel uit van de desbetreffende
Kamer.
Secretaris was Mej. Mr. C. A. Krietmeyer.
In 1976 zijn acht geschillen (het jaar daarvoor
was er één) aanhangig gemaakt. Van deze acht
zijn er twee, één voordat de behandeling was
aangevangen en één nadat de zaak in behan
deling was genomen, ingetrokken.
In drie zaken werd vonnis gewezen; in twee ge
schillen kwam een minnelijke schikking tot
stand. Aan het eind van het verslagjaar was één
geschil in behandeling.
Van vorengenoemde acht geschillen werden er
twee aanhangig gemaakt door leden-exploitan-
ten tegen leden-filmverhuurders; één door een
lid-filmverhuurder contra een lid-filmverhuur
der; twee door een donateur contra een lid-
exploitant; één door een lid-exploitant contra
een niet-lid; één door een lid-producent contra
een niet-lid en één door een niet-lid contra
een lid-producent.
Raad van Beroep
Voorzitter was de heer C. J Blad; plaatsver
vangend voorzitter de heer D. J. van Leen.
De samenstelling van de Kamers was:
Eerste Kamer: H. Miedema en F. H. W. Wey-
schedé, leden-bioscoopexploitanten; P. J. N.
R. Ooms en N. H. de Haan, leden-filmverhuur
ders.
Tweede Kamer: Mr. P. A. Meerburg en Drs.
J. Ph. Wolff, leden-bioscoopexploitanten; L. J.
Pearl en W. Hemelraad, leden-filmverhuurders.
Secretaris was de heer J. Th. van Taalingen.
De voorzitter maakt bij de behandeling van een
geschil ook deel uit van de desbetreffende
Kamer.
In het verslagjaar werd één hoger beroep aan
hangig gemaakt. Dit hoger beroep, benevens
het hoger beroep dat nog in het vorige ver
slagjaar was ingediend, werd behandeld door
de Tweede Kamer. In beide gevallen werd het
vonnis van de Commissie van Geschillen voor
zover betreft de veroordeling tot betaling van
een schadevergoeding bevestigd. In het ene
geval veroordeelde de Raad tot een hoger be
drag aan schadevergoeding dan de Commissie
van Geschillen, in het andere geval wees de
Raad van Beroep in tegenstelling tot de Com
missie van Geschillen een vordering in vrijwa
ring toe, zij het voor de helft.
Gemengde Commissie van Geschillen
De Gemengde Commissie van Geschillen be
stond in 1976 uit de heren M. Samson, voor
zitter; G. A. K. Eerdmans, plaatsvervangend
voorzitter; J. van Willigen en Th. de Ruiter,
leden; Drs. J. Ph. Wolff en W. Dalmeyer,
plaatsvervangende leden;
In het verslagjaar is geen geschil aanhangig ge
maakt.
Gemengde Raad van Beroep
De Gemengde Raad van Beroep bestond in
1976 uit de heren C. J. Blad, voorzitter; D. J.
van Leen, plaatsvervangend voorzitter; F. H. W.
Weyschedé, J. Ph. van der Linden en G. F.
Turèl, leden; er was één vacature. Plaatsver
vangende leden waren: Mr. P. A. Meerburg,
H. Miedema, Mr. Dr. J. C. C. Haar en Mej.
M. C. Opdam.
Er werd in het verslagjaar geen hoger beroep
bij de Gemengde Raad aanhangig gemaakt.
40
j