Bedrijfsafdeling Bioscoopexploitanten
Inleiding
Ongetwijfeld is 1976 voor de bioscoopexploitanten een jaar
geworden, waar men met gemengde gevoelens op zal
terugkijken. Het bioscoopbezoek liep, mede ten gevolge
van het ,,zomereffect" terug met 6,4% ten opzichte van
1975, en hoewel de recettes met 3,7% stegen, zal deze
stijging nauwelijks voldoende zijn geweest om de verho
ging van de kostenniveau te compenseren. Tegenover
deze negatieve constatering kan worden gesteld, dat het
bioscooppark in 1976 weer in vele plaatsen uitbreiding
en modernisering heeft ondergaan. Daarnaast heeft men
door het creëren van inbouwtheaters in veel gevallen rende
mentsverhoging kunnen realiseren. Dat maatregelen om te
komen tot een rendementsverhoging noodzakelijk zijn, is
duidelijk gebleken uit de resultaten van een economisch
structuuronderzoek dat in 1976 voor een deel kon worden
afgerond. Het rendement van de meeste bioscopen blijkt,
volgens een der conclusies van het onderzoek, zeer be
scheiden te zijn en in sommige gevallen zelfs onvoldoende.
Het aandeel per afdeling in de totale bruto-recette was
in 1976 als volgt:
Afdeling A 37,9% (38,6%)
Afdeling B 39,-% (37,3%)
Afdeling C 16,4% (16,8%)
Afdeling D 6,7% 7,3%)
Algemeen
De Exploitantenraad kwam in het verslagjaar tweemaal
bijeen en wel voor de jaarlijkse vergadering, die ditmaal
plaatsvond op 5 april, en voorts voor een buitengewone
vergadering op 29 september 1976.
Het Bestuur vergaderde viermaal, namelijk op 19 januari,
5 april, 9 augustus en 29 september.
De jaarlijkse vergadering van de Exploitantenraad ging
akkoord met een voorstel van het Hoofdbestuur tot wijzi
ging van de Statuten. Voorts werd ingestemd met voor
stellen van het Hoofdbestuur aan de Bondsraad inzake de
herziening van enige reglementen. Het ging hierbij om
artikel 8 A sub a van het Algemeen Bedrijfsreglement
(verklaring van kredietwaardigheid), het Aanvullings
reglement Bondsvoorwaarden (inzake de filmhuur-
condities), het Reglement op de Technische Commissie.
De Exploitantenraad kon zich eveneens verenigen met
het voorstel van het Hoofdbestuur aan de Bondsraad tot
intrekking van het Reglement op de Weerstandskas, doch
ging niet akkoord met een voorstel tot wijziging van het
Reglement van de Bedrijfsafdeling Bioscoopexploitanten.
Op verzoek van de Raad werd dit voorstel vervolgens
door het Hoofdbestuur ingetrokken.
Ten aanzien van voormelde wijziging van het Aanvullings
reglement Bondsvoorwaarden is door de Exploitantenraad,
staande de vergadering van de Bondsraad, een amende
ment ingediend betreffende de vaststelling van een uit
gangspunt voor de berekening van lichtere filmverhuur-
voorwaarden. Dit amendement is samen met het betreffen
de voorstel tot wijziging door de Bondsraad aangenomen.
Voor wat betreft het voorstel tot wijziging van het Regle
ment op de Technische Commissie werd door de Exploi
tantenraad een amendement ingediend inzake de voor
genomen schrapping van artikel 4 van dit reglement. De
Raad was van mening, dat voor benoeming in de Techni
sche Commissie behalve uit Bondsleden en bestuurders
keuze moet kunnen worden gemaakt uit de naaste mede
werkers van deze personen, waardoor de kring waaruit
gekozen kan worden aanzienlijk wordt uitgebreid. Dit
amendement werd door het Hoofdbestuur overgenomen
en later eveneens door de Bondsraad in het kader van
de betrokken reglementswijziging aangenomen.
Eveneens ging de Exploitantenraad in deze jaarvergade
ring akkoord met de rekening en verantwoording over
1975 en de begroting over 1976 van de Bedrijfsafdeling
Bioscoopexploitanten en van de Bioscoopbond als geheel.
Voorts werden in deze jaarvergadering de heren H.
Miedema en C. Geerts, die aan de beurt waren voor
periodiek aftreden, herbenoemd tot leden van het Bestuur.
In de buitengewone ledenvergadering van de Exploitanten
raad van 30 september kwamen voornamelijk de opheffing
van de Filmbeurs en voorstellen van het Hoofdbestuur
aan de Bondsraad inzake wijziging van de Statuten en
het Algemeen Bedrijfsreglement aan de orde. Voor wat
betreft de opheffing van de Filmbeurs hebben de leden
van de Raad op grond van overleg dat in een eerder
stadium met de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders werd ge
veerd, overwogen dat met een dergelijke opheffing, de
mogelijkheid tot periodiek informeel contact tussen de
leden van de Bond niet verloren mocht gaan, maar in
tegendeel zo mogelijk versterkt moest worden. In dit ver
band is voorgesteld eenmaal per maand een contact
middag te organiseren, te starten met de vertoning van
een hoofdfilm, waarna vervolgens een ongedwongen
samenzijn zou kunnen plaatsvinden. Met deze gedachten-
gang is het Hoofdbestuur akkoord gegaan, zodat aan het
eind van het verslagjaar reeds voorbereidingen werden
getroffen voor deze contactmiddagen, welke thans iedere
eerste dinsdag van de maand in Cinema International
te Amsterdam worden gehouden.
De voorstellen tot wijziging van de Statuten en het Alge
meen Bedrijfsreglement, welke door het Hoofdbestuur aan
de Bondsraad werden gedaan, zijn eerder in dit jaar
verslag besproken. In het algemeen kon de Exploitanten
raad zich met bedoelde voorstellen verenigen. Terzake van
de voorstellen tot wijziging van het Algemeen Bedrijfs
reglement werden met betrekking tot de artikelen 3, 8 A en
11 door de Raad amendementen ingediend, welke door
het Hoofdbestuur zijn overgenomen en later door de
Bondsraad samen met de overige wijzigingsvoorstellen zijn
aanvaard.
In de samenstelling van de Exploitantenraad traden in de
loop van het verslagjaar nog de volgende wijzigingen op:
in het Bestuur van de Afdeling A en in de Raad werd de
heerPh. Swanink opgevolgd door de heer J. Pellikaan.
De heer P. Vink werd als bestuurslid van de Afdeling D
en in de Raad opgevolgd door de heer Wierda.
Aan het einde van het verslagjaar was de Exploitanten
raad samengesteld als volgt:
J. van Willigen, Voorzitter; R. H. Gerschtanowitz, Mr. P. A.
Meerburg, Jhr. W. F. van Raab van Canstein, M. S. Schaap
en J. Pellikaan namens de Afdeling A; J. van Dommelen,
H. W. M. Janssen, R. Nassette, L. van Praag en Drs. J.
Ph. Wolff namens de Afdeling B; H. Berg, H. Miedema,
F. A. van Opbergen, G. Schepel en Drs. C. A. Voskuil
namens de Afdeling C; C. Geerts, H. Holman en E. Wierda
namens de afdeling D.
Het Bestuur van de Bedrijfsafdeling Bioscoopexploitanten
bestond uit de heren J. van Willigen, voorzitter, H. Miedema,
vice-voorzitter, C. Geerts, penningmeester, Mr. P. A. Meer
burg en Drs. J. Ph. Wolff. leden. Gedelegeerden in de
Bondsraaa volgens artikel 37 van het Reglement der
Bedrijfsafdeling waren de heren C. A. Koppies (A), O. B. W.
Douwes Dekker (B), H. Berg (C) en S. M. Spanjaart
(D). Voorts moest eind september 1976 afscheid genomen
worden van de secretaris, Drs. P. M. H. Cuijpers, die
buiten het bioscoopbedrijf een nieuwe werkkring had ge
vonden. De voorzitter bedankte de heer Cuijpers bij diens
vertrek voor de uitstekende wijze, waarop hij zijn functie
47