waarvan wij hieronder een overzicht van de hoofdzaken laten volgen: - overleg C.R.M, inzake NOS-laboratorium; - overleg C.R.M, inzake het belang van de STER-produk- tie; - overleg Sociale Zaken met betrekking tot de film „Een brug te ver"; - deelname aan Commissie Economische Zaken betref fende av-media; - de nieuwe Afdelingsbrochure; - de omzetenquêtes; - besprekingen inzake de Afdelingsvertegenwoordiging in het Hoofdbestuur, respectievelijk Presidium; - hetNBF-bulletin; - de muzikale medewerking aan commercials en andere films (tarieven); - uniform contract acteurs/actrices; - RVD-contractvoor B-films; - de collectieve filmverzekeringen; - vergaderingen van de Bondsraad; - de Lijst van Geen Bezwaar; - overtreding van het Besluit Filmverzekeringen; - hervatting van het overleg met het NBF-bestuur; - CAO produktiebedrijf; - contacten met het Productiefonds over inschakeling van Nederlandse laboratoria; - manifestaties Stichting Audiovisuele Manifestaties; - discussienota Nederlandse hoofdfilmproduktie en advies Raad voor de Kunst. Over een aantal van deze zaken is reeds onder het hoofd Ledenvergaderingen het nodige gerapporteerd. Er is uitvoerig overleg gepleegd over de inhoud van agen da's voor de Bondsraad, waarbij enerzijds met genoegen is geconstateerd, dat de Afdelingsvoorzitter door het Hoofd bestuur is voorgedragen voor benoeming tot lid van het Presidium en dat deze benoeming in april ook is geëffec tueerd, maar er werd daarbij tevens vastgesteld, dat dit niet werd gezien als een substituut voor de afwijzing van het gerechtvaardigde verlangen van de Afdeling om een speelfilmproducent in het Hoofdbestuur te doen opnemen. Overigens werd in hoofdzaak wegens tijdgebrek met een nadere uitwerking van de eerder genoemde autonomie- wensen in het verslagjaar weinig voortgang gemaakt. Aan het nieuwe RVD-contract werden verscheidene be sprekingen gewijd, met als resultaat dat er tegen het einde van het jaar een redactie beschikbaar was waarover partijen het voorlopig eens konden zijn. Op dat moment kwam de NBF in het geweer, die te kennen gaf alsnog bij het slot- overleg betrokken te willen worden. Bij eerdere bespre kingen met vertegenwoordigers van het NBF-bestuur had men zich niet in die richting uitgelaten, mede omdat bij de onzerzijds gedurende lange tijd gevoerde onder handelingen het destijds gezamenlijk ingediende wijzigings voorstel, steeds als uitgangspunt was gehanteerd. Als gevolg van deze interventie kon de kwestie van het B- contract in 1976 niet worden afgerond. Veel tijd werd voorts besteed aan de collectieve film verzekeringen. Besprekingen met het Bureau voor Film verzekeringen over verdere verbetering van de premie- en polisvoorwaarden waren vrijwel voltooid, toen als gevolg van een overtreding van het Verzekeringsbesluit door Rob Houwer Film Holland B.V., die haar nieuwe en zeer kost bare produktie elders verzekerde en pas daarna dispen satie vroeg, de onderhandelingen door de verzekeraars werden stop gezet. Het bestuur moest op de dispensatie-aanvrage afwijzend beslissen en behandelde voorts op de reglementair voor geschreven wijze de overtreding van genoemd Afdelings- besluit, hetgeen ertoe leidde dat in december aan het Hoofdbestuur werd verzocht Rob Houwer Film Holland B.V. ex artikel 18 van de Statuten de straf van boete op te leggen. Aan het einde van het verslagjaar was nog geen beslissing van het Hoofdbestuur bekend. Door vertegenwoordigers van het bestuur is in 1976 4 maal deelgenomen aan vergaderingen op het Ministerie van Economische Zaken, die ten doel hadden te komen tot een voorlopig structuuronderzoek naar de omvang en de structuur van de av-industrie in Nederland. De totale kosten van zulk een onderzoek werden becijferd op ruim 80.000,waarvan het Ministerie 2/3 voor zijn rekening zou nemen. Het heeft bijna een vol jaar geduurd om een verdeelsleutel te vinden voor het door het bedrijfsleven bijeen te brengen bedrag van ongeveer 27.000,Ook de samenstelling van een onderzoekopdracht door de tal rijke belanghebbenden op dit gebied, leverde de nodige problemen op. Er is inmiddels een stuurgroep gevormd, waarin onze Afdeling is vertegenwoordigd en het ziet er naar uit, dat in 1977 met het eigenlijke onderzoek zal worden begonnen. De nieuwe Afdelingsbrochure onder de titel „Ons boeKJe open over toegepaste film, dia, video" kwam in oktober gereed en werd ten doop gehouden tijdens de av- manifestatie van 23 november. Het boekje werd bijzonder goed ontvangen en per 31 december waren er vele tien tallen op verzoek van bedrijven of instellingen verzonden. BIJEENKOMSTEN EN MANIFESTATIES Er zijn gedurende het verslagjaar geen onderlinge bijeen komsten van leden gehouden. Alleen de hoofdfilm producenten kwamen op 2 juli bijeen voor een evaluatie bespreking van de deelname aan de Filmmarkt Cannes 1976. Deze bijeenkomst was slechts matig bezocht. De laboratorium- en studiobedrijven, die in 1975 met een zekere regelmaat vergaderden, hadden daaraan in 1976 minder behoefte, mede omdat op het CAO-terrein als gevolg van overheidsmaatregelen niets veranderde. Het overleg inzake grotere uniformiteit in de redacties van de prijscouranten, waarvan in 1975 sprake was, werd in onder ling overleg afgerond, zonder dat daarover opnieuw be hoefde te worden vergaderd. Op 15 juni vond in het Euro Cinema-complex te 's-Herto- genbosch de bekende manifestatie Opdrachtfilm 1976 plaats, die opnieuw door de Stichting Audiovisuele Manifes taties was georganiseerd. De belangstelling was bevredi gend, maar de zomerwarmte zowel als de 16mm-techniek speelden de organisatoren parten. De Prix d'Amsterdam ging naar de film „Towering tows", vervaardigd in opdracht van Smit Internationale door Pim Korver. De SAM-prijs viel ten deel aan de film „Het KNMI in de weer", vervaar digd in opdracht van het Ministerie van Verkeer en Water staat door Cinecentrum N.V. Op 23 november werd in het Haagse Congrescentrum door de SAM voor de eerste maal een av-voorlichtings- dag georganiseerd, waar de onderwerpen film, band/dia en video op het programma stonden. Dit evenement was bijzonder druk bezocht en viel over het algemeen zeer in de smaak. Evenafs in 1975 was de Afdeling in het SAM- bestuur vertegenwoordigd door de heren A. W. H. Kommer en L. Claassen. Tegen het einde van het verslagjaar was door het SAM-bestuur, mede op onze instigatie besloten, om in 1977 de manifestatie Opdrachtfilm los te koppelen van het Internationale Industriële Filmfestival, opdat aan het publiek een veelzijdiger filmaanbod zou kunnen worden gepresenteerd. Laatstgenoemd internationaal filmfestival vond dit jaar plaats van 27 september tot en met 1 oktober in Londen. Nederland moest zich met minder prijzen tevreden stellen dan nu en dan in het verleden het geval is geweest, namelijk met een tweede en een derde prijs, die beide 52

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1976 | | pagina 51