ingediend, daarbij ook nog andere bezwaren aanvoerende. Zowel de Rechtbank te Maas tricht als het Hof te 's-Hertogenbosch in beroep wees de bezwaren van de hand. De behande ling door de Maastrichtse Arrondissements rechtbank vond op 24 augustus van het verslag jaar plaats. Onmiddellijk na deze datum werd bepaald, dat de behandeling van het proef proces door de Rechtbank te Amsterdam zou plaatshebben op 15 en 22 september. De Rechtbank te Maastricht legde conform de eis een boete op van 5.000,Zij be paalde voorts, dat de in beslag genomen film- kopie van ,,Deep throat" aan het verkeer moest worden onttrokken. Op 15 september is het proces in Amsterdam aangevangen met een korte behandeling van een aantal zaken van meer formele aard, waarna de rechters en de Officier van Justitie, Mr. F. H. von Meyenfeidt, de film „Deep throat" gingen bezichtigen in de showroom van een Amsterdamse bioscoop. Voorts werd op verzoek van onze raadsman de film ,,L'empire des sens" in zijn geheel en de film ,,La béte" gedeeltelijk vertoond. Beide laatstgenoemde films waren door de Centrale Commissie voor de Filmkeuring voor vertoning boven 18 jaar toegelaten. Onze raadsman kwam na een uitvoerig pleidooi op 22 september tot de conclusie, dat de „beklaagde", de Firma Flora Theater te Amster dam, diende te worden vrijgesproken. De Offi cier van Justitie meende, dat wel een straf diende te worden opgelegd. Gelet op de achter grond van het proces achtte hij echter een voor waardelijke geldboete op zijn plaats. De hoogte van deze voorwaardelijke boete stelde hij vast op ƒ5.000,De Officier van Justitie oor deelde het niet nodig de kopie van de film aan het rechtsverkeer te onttrekken, ook al omdat nog vele kopieën van de film in omloop zijn. Op 6 oktober 1977 kwam de Amsterdamse Rechtbank tot een tussenvonnis. Mede gelet op het door de Adviescommissie Zedelijk- heidswetgeving uitgebrachte rapport en de meningsvorming ten deze in de Staten-Gene- raal, vond de Rechtbank blijkens de overwegin gen van het vonnis in de ontwikkeling van de opvattingen omtrent de zeden van het Neder landse volk aanleiding te trachten zich door een of meer deskundigen te doen voorlichten omtrent de vraag wat bij de meerderheid van het Nederlandse volk daaromtrent leeft. De Rechtbank schorste het onderzoek voor on bepaalde tijd en verzocht de Rechter-Commis- saris, belast met de behandeling van strafzaken, na te gaan, of door een op dit terrein deskun dige persoon of instelling op wetenschappe- Astra - Klazienaveen lijk verantwoorde wijze een onderzoek kon worden verricht. Mocht deze vraag bevestigend worden beantwoord, dan zou deze persoon of die instelling een onderzoek moeten instellen ter beantwoording van de vraag, of de afbeel dingen van sexuele handelingen, zoals deze in de film „Deep throat" in bioscooptheaters wor den vertoond, door een voor het Nederlandse volk representatief te achten meerderheid wor den ervaren als strijdig met de eerbaarheid. Met deze laatste formulering sloot de Rechtbank aan bij een arrest van de Hoge Raad. Op 16 december van het verslagjaar deelde de Amsterdamse Rechter-Commissaris Mr. F. H. van Geijn de Rechtbank mede, dat hij, gelet op het door hem ingestelde onderzoek, tot de slotsom is gekomen, dat de aanstootgevend heid van bioscoopvoorstellingen van de film „Deep throat" niet wetenschappelijk kan wor den onderzocht. Met deze mededeling gaf hij zijn opdracht terug aan de Rechtbank, hetgeen betekende, dat zij nu zelf inhoud zou moeten geven aan het begrip aanstotelijk voor de eer baarheid als bedoeld in artikel 240 W.v.S. Verdere ontwikkelingen rond het strafproces hebben zich in het verslagjaar niet voorgedaan. Noot: Bij vonnis van 2 februari 1978 heeft de Amster damse Arrondissementsrechtbank de Firma Flora Theater te Amsterdam vrijgesproken en de teruggave gelast van de in beslag genomen kopie van de film ,,Deep throat". 20

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1977 | | pagina 19