Televisie 21 Het aantal televisietoestellen in ons land is gestegen van 3.754.098 op 1 januari 1977 tot 3.878.356 op 1 januari 1978. Ook in het ver slagjaar heeft overleg plaatsgehad met de Ne derlandse televisie omtrent de voorziening met bioscoopfilms conform het gentlemen's agree- ment tussen de N.O.S. en de omroepvereni gingen aan de ene kant en de Nederlandse Bioscoopbond aan de andere kant. Het Hoofd bestuur heeft er bij de televisie op aangedron gen bij het uitstippelen van haar filmbeleid rekening te houden met de schade die het film en bioscoopbedrijf ondervindt als gevolg van de uitzending van films die in eerste instantie bestemd zijn voor de bioscopen. De concurre rende invloed van het in audio-visueel opzicht verwante televisiemedium is immers des te ster ker naarmate het hoofdartikel van de bioscopen in grotere mate voor televisiedoeleinden wordt aangewend. Vooral de uitzending van bio scoopfilms op het weekeinde, waarop het bio scoopbezoek zich het sterkst concentreert, dient naar het oordeel van het Hoofdbestuur beperkt te blijven. Het Hoofdbestuur heeft in het bijzonder de aandacht van de televisie ge vestigd op het nadelig effect van de uitzending van populaire bioscoopfilms op het weekeinde. De kabeltelevisie blijft zich in ons land krachtig ontwikkelen. Steeds meer Nederlanders zijn op een kabelnet aangesloten. De Nederlandse Bioscoopbond heeft zich reeds in de experi mentele periode in het begin van de zestiger jaren op het standpunt geplaatst, dat de maker van een film, of zijn rechtsopvolgers, zijn op het auteursrecht berustende uitsluitend openbaar- makingsrecht kan uitoefenen tegenover de kabelnetexploitant, die zijn over een televisie kanaal uitgezonden film zonder zijn toestem ming verder doorgeeft. Dit standpunt wordt nog steeds door de organisatie ingenomen. Gezien de voortdurende uitbouw van de kabel netten heeft de Bioscoopbond zich eind 1975 tot de VOCAI gewend, de Vereniging van Ondernemers van Centrale-Antenne Inrichtin gen, teneinde tot een mondelinge gedachten- wisseling te komen omtrent de onderhavige problematiek en mogelijk een regeling tot stand te brengen. De VOCAI heeft laten weten het vraagstuk in studie te hebben genomen, doch een gesprek vond niet plaats. Na een jaar achtte het Hoofdbestuur het niet verantwoord de zaak nog langer te laten rusten. Met het oog op de belangen van de leden in het algemeen en van de leden-filmproducenten en -filmverhuurders in het bijzonder besloot het een principiële uitspraak van de rechter uit te lokken, waardoor een einde kan komen aan de huidige, voor alle partijen onbevredigende, toestand van rechtsonzekerheid. Er werd een proefproces aangespannen tegen het Amstel- veense kabelnet naar aanleiding van het zonder voorafgaande toestemming doorgeven van de op 24 december 1976 door dit net uitgezonden film "De stem van het water" van het Bondslid Bert Haanstra. Het principiële karakter van deze actie blijkt hieruit, dat de Bond als belangenvereniging zelf het auteursrecht om de film ,,De stem van het water" in Nederland door middel van de kabeltelevisie openbaar te maken heeft ver kregen en dus ook als procespartij zal optreden. De principiële aanpak kwam voorts tot uiting in de omstandigheden, dat geen verbod tot doorgifte van de film in kwestie van de kabel televisie is gevorderd, doch dat is gekozen voor het vragen aan de rechter van een verklaring van recht. In de loop van het verslagjaar hebben de procespartijen conclusies gewisseld. De be handeling ter terechtzitting van de Arrondisse mentsrechtbank te Amsterdam zal, naar mag worden verwacht, in het voorjaar van 1978 plaatsvinden. Euro 2 - Emmen

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1977 | | pagina 20