Sociale aangelegenheden
CA.0. voor het bioscoopbedrijf
De Sociale Commissie voor het bioscoopbedrijf
was gedurende het verslagjaar samengesteld uit
de heren H. Miedema, Voorzitter, F. E. Brave,
J. Pellikaan en Drs. C. A. Voskuil, werkgevers
gedelegeerden, alsmede de heren L. H. Rött-
ger en H. P. J. van der Hilst, werknemersgede
legeerden van de N.V.V.-bond ,,Mercurius", en
de heren J. J. van der Veer en G. B. de Graaft,
werknemersgedelegeerden van de Voedings
bonden F.N.V. Als plaatsvervangende leden
fungeerden voor eerstgenoemde Bond de heer
J. van Helden en voor de Voedingsbonden
en heren W. P. van Santé en J. J. Arens.
De Commissie kwam gedurende het verslagjaar
viermaal in vergadering bijeen ter bespreking
van de werknemersvoorstellen tot verlenging
van de CA.O. voor het bioscoopbedrijf.
Mede onder invloed van de minder goede be
drijfsresultaten in de eerste helft van het verslag
jaar verliepen de onderhandelingen ditmaal
moeizaam, zodanig zelfs dat er enige tijd sprake
van was dat er geen nieuwe CA.O. tot stand
zou komen. Dit leidde tot talrijke voorbarige,
onaangename publikaties. Tenslotte werd in de
tweede helft van juni toch overeenstemming
bereikt en kon met terugwerkende kracht tot 1
april een aantal verbeteringen in lonen en an
dere arbeidsvoorwaarden worden bekend
gemaakt.
In hoofdzaak kwamen deze verbeteringen er op
neer dat er een looncompensatie zou worden
gegeven van 272%; dat er een initiële loons
verbetering tot stand zou komen van 72% per
1 april en nogmaals 72% per 1 oktober 1977;
dat het wettelijk minimumloon in de loon-
tabel zou worden verwerkt en dat de opera
teursfuncties op een hoger niveau dan het mi
nimumloon zouden worden gebracht; dat de
vakantietoeslag zou worden verhoogd van 772
tot 8% met een minimum van 1500,bruto
per jaar; dat voor het werken op feestdagen
boven de bestaande toeslag van 50% een halve
extra vrije dag zou worden gegeven; dat verkor
ting van de normale wekelijkse arbeidstijd van
41 tot 40 uur zou plaatsvinden; dat de basius-
vakantie van 3 weken zou worden verhoogd tot
4 weken en dat bestaande extra vakantiedagen
bij langdurig dienstverband met 1 dag ouder
worden uitgebreid; dat voor werknemers ouder
dan 62 jaar die gedurende tenminste 25 jaar
in het bioscoopbedrijf werkzaam zijn een oplo
pend aantal extra vakantiedagen zou worden
gegeven en dat werknemers ouder dan 60 jaar
niet meer verplicht zouden zijn tot het mee
werken aan nachtvoorstellingen.
Een aanzienlijk pakket van verbeteringen dus
mede als gevolg van het feit dat door overheids
maatregelen in het voorafgaande jaar geen
enkele wijziging in de CA.O. kon worden aan
gebracht.
Met de werknemersorganisaties werd tevens
afgesproken dat de CA.O.-tekst die medio
augustus in aangevulde versie verscheen, ge
heel herzien zou worden aangezien de bestaan
de tekst op een aantal punten als verouderd
moest worden beschouwd. Gedurende het
verslagjaar is het echter niet meer tot het her
schrijven van deze tekst gekomen.
Ten aanzien van de loonontwikkeling dient ver
der te worden gerapporteerd dat het wettelijk
minimumloon per januari van het verslagjaar
is verhoogd met 4,6% tot een bedrag van
1537,90 bruto per maand. Op 1 juli volgde
er een verhoging met 372%, tot ƒ1591,20
en per 31 december was bekend dat op 1
januari 1978 het minimumloon opnieuw met
5,1% zou stijgen.
Tussentijds vond de gebruikelijke looncompen
satie plaats en wel op 1 oktober, met 3,9%
en een minimum van 200,per procent op
jaarbasis, overeenkomende dus met 780,
per jaar. Deze compensatie was bedoeld voor
de werknemers die meer verdienden dan het
wettelijk minimumloon.
CA.O. Filmlaboratoriumbedrijf
In deze bedrijfstak kent men een Sociale Com
missie en een CA.O.-commissie. De Sociale
Commissie behoefde gedurende het verslagjaar
niet bijeen te komen en de CA.O.-commissie
vergaderde twee maal over het voorstel van de
N.V.V.-Bond „Mercurius" tot het aanbrengen
van een aantal verbeteringen in de CA.O. voor,
het filmlaboratoriumbedrijf. Pas in april zijn
partijen het eens geworden en is met terugwer
kende kracht tot 1 januari 1977 het volgende
overeengekomen:
28