Technische aangelegenheden
1het toepassen van een geschoonde compen
satie van 272% met een minimum van 200,
per procent per jaar; 2. een initiële loonsver
betering van 1%; 3. aanpassing van de loon-
tabellen aan het wettelijk minimumloon; 4. ver
hoging van de vakantietoeslag van 71/2 tot 8%
en verhoging van het minimum van 1200,
tot 1500,5. arbeidstijdverkorting voor ou
dere werknemers; 6. uitbreiding van de be
staande verlofregeling met behoud van loon, in
twee gevallen.
Verder werd ook hier het wettelijk minimumloon
op 1 januari verhoogd met 4,6% en per 1 juli
met 3,5%. De prijscompensatie die in deze
bedrijfstak per 1 juli moest worden gegeven be
droeg 3,3% eveneens met een minimum
van 200,per procent per jaar, overeen
komende met 660,per jaar.
In de CA.O.-commissie hadden dit jaar zitting
de heren Mr. H. C. Bitter, Voorzitter, M. Cor-
nelissen, J. C. Eekhout, A. H. A. de Groot en
C. Treffers, leden-werkgevers, en de heren L.
H. Röttger, H. M. J. van der Dungen, H. B. Mul
der, en H. Ruiter namens de N.V.V.-Bond
,,Mercurius", leden-werknemers. Tevens was
bij het overleg aanwezig de heer H. J. Engels
man, zijnde de toekomstige opvolger van de
heer Röttger, die binnenkort de pensioenge
rechtigde leeftijd zal bereiken. Als secretaris
fungeerde de heer L. Claassen.
Bedrijfspensioenfonds
Het Bestuur van de Stichting Bedrijfspensioen
fonds voor het Film- en Bioscoopbedrijf was
eind 1977 samengesteld uit de heren L. H.
Röttger, Voorzitter, Ch. Breyer, G. A. P. Boven-
deert, L. J. M. de Groot, A. van der Kooy,
H. Miedema, P. J. N. R. Ooms, W. P. van Santé,
D. J. H. Swart, J. Th. van Taalingen, J. J. van
der Veer, E. C. Verschueren, Drs. C. A. Voskuil
en F. H. W. Weyschedé. De heer Miedema
fungeerde als secretaris en de heer Voskuil
als plaatsvervangend secretaris. De heer
Van der Veer trad op als plaatsvervangend
voorzitter.
Het Bestuur heeft in het verslagjaar besloten
alle op 31 december 1976 bestaande pensioen
aanspraken met 5% te verhogen. Deze ver
hoging geldt zowel voor de rechten die voort
vloeien uit de aan het fonds betaalde premies
als voor het aanvullend pensioen op grond van
diensttijd doorgebracht voor de inwerking
treding van het fonds op 1 januari 1958. Op de
tijdelijke extra ouderdomspensioenen van vrou
welijke gepensioneerden is deze aanpassing
niet van toepassing. Wel is het bedrag van het
tijdelijke pensioen voor deze gepensioneerden
voor iedere week van deelneming verhoogd.
Blijkens het jaarverslag over 1976 werd aan het
einde van dat jaar aan 544 gepensioneerden
ouderdomspensioen uitgekeerd. Er waren
215 weduwen die een weduwenpensioen ont
vingen. Verder hadden 22 kinderen recht op
wezenpensioen.
Het aantal geautomatiseerde bioscopen is ook
in 1977 sterk gestegen, zulks mede onder in
vloed van het relatief grote aantal nieuwe
bioscopen (36) dat gedurende het verslagjaar
werd geopend. Het aantal geautomatiseerde
bioscopen steeg van 166 op 1 januari tot 227
aan het einde van het verslagjaar. Het aantal
half-geautomatiseerde installaties steeg tot 56.
In het aantal 70mm-installaties alsmede in het
aantal bioscopen dat is uitgerust met appara
tuur voor elektro-magnetische geluidsweergave
kwam geen verandering zodat deze aantallen
zich niet wijzigden (respectievelijk 41 en 40).
De Technische Commissie die ook dit jaar be
stond uit de heren W. J. M. Jansen, Voorzit
ter; D. J. H. Swart, C. L. Wirtz en L. Claassen,
secretaris, kwam gedurende het verslagjaar zes
maal in vergadering bijeen ter beoordeling van
51 bouwplannen voor nieuwe of inbouw-
bioscopen. Bij haar werkzaamhden maakte de
Commissie regelmatig gebruik van de diensten
van de technische inspecteur van de Bond, de
heer A. Hovenier, die de vroegere inspecteur
de heer E. F. Henny, per 1 februari 1977 is
opgevolgd.
Door de Technische Commissie zijn aan de
Commissie Nieuwe Zaken de nodige adviezen
uitgebracht terwijl in vele gevallen evenals in het
voorgaande jaar ook aan aanvragers schrifte
lijke adviezen zijn verstrekt over wijziging
respectievelijk aanpassing van de voorgelegde
bouwplannen. Ook nu werd er herhaalde malen
vooroverleg gepleegd met architectenbureaus
over aanvragen teneinde de formele behande
ling van bouwplannen zo efficiënt mogelijk te
laten verlopen.
29