TER INLEIDING
Nadat de licht dalende tendens die zich in 1976
met betrekking tot het bioscoopbezoek in ons
land heeft voorgedaan zich in 1977 aanvankelijk
heeft voortgezet, hebben de bezoekcijfers zich
later in het jaar in gunstige zin ontwikkeld. Over
geheel 1977 ligt het bezoekcijfer 26,3 miljoen
nagenoeg op het niveau van 1976.
Op grond van de cijfers valt overigens te con
stateren, dat het bioscoopbezoek in ons land
het laatste decennium tamelijk stabiel is. De ver
schillen van jaar tot jaar worden in hoofdzaak
bepaald door de commerciële waarde van de
beschikbare films en door externe factoren,
zoals de weersomstandigheden en het al of niet
voorkomen van bijzondere actuele voorvallen.
In het afgelopen jaar is weer een groot aantal
nieuwe bioscoopzalen in exploitatie genomen.
Er zijn 36 bioscopen geopend, hetgeen bete
kent dat er de laatste vijf jaar 114 bioscopen
nieuw zijn gevestigd. Aan de andere kant zijn in
deze vijf jaar in totaal 39.bioscopen die om
economische of technische redenen niet voor
vernieuwing vatbaar waren, gesloten. De feitelij
ke expansie van het bioscoopbedrijf in deze
periode bedraagt derhalve 75 theaters, een
aantal waarmede Nederland zeker in relatieve
zin internationaal bijzonder goed uit de bus
komt. Ook absoluut genomen is de uitbreiding
aan de hoge kant, nog daargelaten dat in menig
Europees en niet-Europees land geen sprake is
geweest van expansie, doch integendeel van
inkrimping.
Gelet op de beschikbare gegevens laat het zich
aanzien dat de expansie van het bioscoopbedrijf
in ons land, zij het in een langzamer tempo, de
eerstkomende jaren nog zal voortduren.
Mede in aanmerking genomen de modernise
ring van bestaande bioscopen kan worden vast
gesteld, dat het Nederlandse bioscooppark een
complete vernieuwing ondergaat, die zich niet
zoals in het buitenland in hoofdzaak beperkt tot
de allergrootste steden, doch met name juist
de grote en middelgrote provincieplaatsen
betreft. Het stemt tot voldoening, dat ook uit klei
nere plaatsen, waar het sluitingsproces van de
zestiger jaren vanwege de geringe econo
mische armslag der hierin gevestigde biosco
pen het sterkst is geweest, vernieuwingsactivi
teiten zijn te melden.
De bouw van zo vele bioscoopzalen en de
miljoeneninvesteringen die hiervoor en voor de
renovatie van theaters vereist zijn, getuigen van
een ondernemingsgeest die onder de gegeven
moeilijke economische omstandigheden als on
gewoon moeten worden bestempeld. Het bio
scoopbedrijf heeft op het beslissende moment,
toen een keuze moest worden gedaan omtrent
de toekomstige positie van de bedrijfstak, dui
delijk gekozen voor een actieve politiek, voor het
inslaan van nieuwe exploitatiemethoden.
De grondslagen voor deze bedrijfspolitiek zijn
de vestiging van in alle opzichten goed geoutil
leerde bioscopen, het bieden van een ruimere
variatie qua programmering door het scheppen
van bioscoopcomplexen en het verwezenlijken
van een gezonde expansie, daaronder te ver
staan een expansie die op grond van ervarings
cijfers redelijk haalbaar is te achten. Dit laatste
element is van belang, omdat er met het oog op
mogelijke nieuwe concurrentie-ontwikkelingen
in de sector van het vermaak in het algemeen
en in de audio-visuele sector in het bijzonder
een gezonde economische basis absoluut
vereist is om de concurrentie zo goed mogelijk
het hoofd te bieden. De huidige hoge inves
teringen zijn alleen dan verantwoord te achten.
De nieuwe bioscopen voldoen in het bijzonder
wat comfort en projectie betreft aan de eisen
van de tijd. Het is daarnaast van betekenis,
dat ook tijdens de voorstellingen de voorwaar
den aanwezig zijn voor een optimale projectie.
In het kader van de rationalisatie die de in
gebruikneming van bioscoopcomplexen en
automatische projectie-installaties mogelijk
maakt, past een behoorlijke controle op de tech
nische kwaliteit der voorstellingen.
Het procentuele aandeel van de gezamenlijke
filmverhuurkantoren in de totale Nederlandse
bioscoopomzet is ten opzichte van 1976 toege
nomen. Deze stijging vloeit voornamelijk voort
uit de zeer succesvolle resultaten van een aan
tal films, die tegen hogere filmhuurpercentages
werden verhuurd.
Het aantal in ons land uitgebrachte hoofdfilms is
in 1977 met 30 ten opzichte van 1976.toege
nomen. Daarbij vallen de opmerkelijke stijging
ten aanzien van films uit de Verenigde Staten
van Noord-Amerika en een daling van de import
uit Italië te constateren. Overigens is het aantal
films niet alleen bepalend voor de marktpositie
van een land. De gemiddelde film krijgt een veel
omvangrijker roulement in de bioscopen dan
vroeger het geval was. Voor succesvolle films
gaat dit in versterkte mate op, met name als-
gevolg van de intensievere distributie door
middel van een ruime hoeveelheid kopieën.