Bedrijfsafdeling Filmverhuurders
48
bestond uit de heren J. van Willigen, voorzitter, H. Mie-
dema, vice-voorzitter, C. Geerts, penningmeester. Mr, P.
A. Meerburg en Drs. J. Ph. Wolft, leden. Gedelegeerden
in de Bondsraad volgens artikel 37 van het Reglement
der Bedrijfsafdeling waren de heren C. A. Koppies (A).
O. B. W. Douwes Dekker (B). H. Berg (C) en S, M, Span-
jaart (D). Secretaris was de heer L. J. M. Geels.
Als gebruikelijk adviseerde de Raad het Hoofdbestuur met
betrekking tot de benoeming van leden in de diverse
reglementaire commissies.
L. J. M. Geels, secretaris
Inleiding
De verwachting dat het jaar 1977 het bezoekersverlies van
het voorafgaande jaar misschien weer zou teniet doen, is
ondanks de toeneming van bioscopen niet bewaarheid.
Integendeel, het bezoek was in het verslagjaar wederom
iets gedaald en wel met 0,9%. De grote publiekfilms, die
tegen het eind van het jaar in de bioscopen werden aelan-
ceerd konden in de resterende periode te weinig invloed
op de bezoekcijfers uitoefenen om de total e resultaten
boven het voorafgaande jaar uit te tillen. De stijging van de
bruto-recettes was zeer bevredigend.
Bestuurs- en ledenvergaderingen
Het Bestuur vergaderde achtmaal. De periodiek aftredende
bestuursleden J. Arkenhout. A. J. J. Duyvesteyn, P. J. N. R.
Ooms en P. Silvius. werden bij enkele kandidaatstelling in
de jaarvergadering van 29 maart herkozen. Het Bestuur her
benoemde de heer J. Arkenhout als penningmeester.
Bij ontstentenis van de Voorzitter, de heer W. Hemelraad,
die sedert begin november 1976 wegens een hartaandoe-
ning onder medische behandeling was, werd het voorzitter
schap gedurende de eerste maanden waargenomen door
de heer Duyvesteyn. vice-voorzitter. De heer Ooms verving
hem in het Bondspresidium.
Het werd als een verzwakking van de vertegenwoordiging
der filmverhuurders in het Hoofdbestuur gevoeld, dat men
nog voor onbepaalde tijd met een onderbezetting in het
Hoofdbestuur vertegenwoordigd zou zijn, weshalve de heer
Hemelraad die nog een zware operatie had te ondergaan, na
met hem door de waarnemend voorzitter gepleegd overleg,
besloot om in het belang van de Bedrijfsafdeling Filmver
huurders tussentijds af te treden teneinde zijn plaats vrij te
maken voor een nieuw bestuurslid en de verkiezing van een
nieuwe voorzitter, die een vaste plaats in het Bondspresidium
zou krijgen.
Met het oog hierop werd een buitengewone ledenvergade
ring - volgende op de jaarvergadering van 29 maart -
uitgeschreven voor 20 april, waarin ter voorziening in de
tussentijdse vacature, de heer Drs. W. J. A. van Roosmalen,
directeur van Gofilex B.V. te Driebergen, werd benoemd.
Uit het voltallige gewijzigde Bestuur werd tot nieuwe voor
zitter der Bedrijfsafdeling gekozen de heer P. Silvius die
daardoor qualitate qua lid van het Presidium van de Bond
werd. Ter aanvulling van de vertegenwoordiging in het
Hoofdbestuur werd in deze vergadering tevens besloten een
niet-bindende aanbeveling aan de Bondsraad te doen om
uit de acht gedelegeerden in die Raad de heer R. Wijsmulier
te kiezen als nieuw lid-filmverhuurder in het Hoofdbestuur.
Het Bestuur heeft zich gerealiseerd dat het de heer Hemel
raad die zozeer aan het bondswerk is verknocht, zwaar moet
zijn gevallen, het besluit te nemen om zich terug te trekken
teneinde een normale functionering van Hoofdbestuur,
Presidium en Afdelingsbestuur mogelijk te maken. Een
woord van lof is in dit verslag zeker op zijn plaats
Op 31 december 1977 was het Bestuur als volgt samen
gesteld: P. Silvius, voorzitter; A. J. J. Duyvesteyn, vice-
voorzitter: J. Arkenbout. penningmeester: P. J. N. R. Ooms,
Drs. W. J. A. van Roosmalen. B. H. Wilton en R. Wijsmuller.
leden. De heer L. J. Paerl was gedelegeerde in de Bonds
raad. De heer Silvius was lid van het Presidium en samen
met de heren Arkenbout, Ooms en Wijsmuller lid van het
Hoofdbestuur. Als secretaris van de Bedrijfsafdeling Film
verhuurders fungeerde de heer A. H. Pieterse.
Er werden vijf ledenvergaderingen gehouden. De eerste, op
29 maart, was de jaarvergadering, waarin de reglementaire
jaarstukken werden behandeld en de herverkiezing plaats
vond van de periodiek aftredende bestuursleden. Tevens
werden niet-bindende aanbevelingen uitgebracht aan de
Bondsraad tot herbenoeming van de periodiek aftredende
leden-filmverhuurders in het Hoofdbestuur. De buiten
gewone ledenvergadering van 20 april was speciaal
uitgeschreven met het oog op de bespreking van de agenda
punten en stukken voor de jaarvergadering van de Bonds
raad. De voorstellen van het Hoofdbestuur betreffende de
contributievaststelling, de bijdragen aan het Productiefonds
en de voorschotten ten behoeve van de filmproduktie, de
financiële jaarstukken en het Bondsjaarverslag ontmoetten
geen bezwaren bij onze leden.
De ledenvergadering van 29 april was speciaal belegd met
het oog op de voorziening in de tussentijdse vacatures als
hiervoor reeds omschreven.
Op 30 augustus werd een buitengewone ledenvergadering
gehouden ter bespreking van de nieuwe uitvoeringsvoor
schriften betreffende de toepassing van het Reglement op
de Lijst van Geen Bezwaar en ter rapportering van de resul
taten van het met het Centraal Filmbureau Krijgsmacht
gevoerde overleg inzake de leveringsvoorwaarden.
De vijfde ledenvergadering op 18 november diende even
eens ter bespreking van voorstellen van het Hoofdbestuur
aan de Bondsraad en van het resultaat der dezerzijds ken
baar gemaakte wensen betreffende de hiervoor reeds
genoemde uitvoeringsvoorschriften Lijst van Geen
Bezwaar.
Onder de andere hoofden van dit verslag wordt uitvoeriger
ingegaan op de behandelde aangelegenheden in deze ver
gadering.
Wijziging statuten en reglementen
In het eerste kwartaal bleek, dat de Commissie Nieuwe
Zaken in een beslissing aangaande de vestiging van een
bioscoopcomplex reglementair gezien geen aandacht
mocht schenken in deze zin, dat het Bestuur der Bedrijfs
afdeling de vestiging van deze bioscopen met elk rond 90
zitplaatsen in een belangrijke gemeente geen gezonde
uitbreiding vond van het bioscooppark. Derhalve besloot
het een voorstel tot aanpassing van het Algemeen Bedrijfs-
reglement bij het Hoofdbestuur in te dienen, waardoor
enigszins aan genoemd bezwaar zou kunnen worden
tegemoet gekomen.
Het Hoofdbestuur heeft inderdaad met deze wens rekening
gehouden door in de voorstellen aan de jaarlijkse leden
vergadering van de Bondsraad tot aanpassing van het
Algemeen Bedrijfsreglement aan de hand van opgedane
ervaringen sedert 12 oktober 1976 ook de voorgestelde
redactiewijziging over te nemen.