Overigens waren de discussies met en tussen de verschil
lende belangengroeperingen per het einde van het verslag
jaar nog in volle gang en deed het merkwaardige verschijn
sel zich voor dat de nieuwe Raad voor de Kunst, die in
het laatste kwartaal van het verslagjaar ging functioneren.
Het ziet er naar uit dat deze behandeling nog gedurende een
groot deel van het komende jaar zal voortduren.
Op 17 december is tenslotte de najaarsledenvergadering ge
houden, waarin het bestuur mededelingen deed over een
aantal lopende zaken die reeds eerder zij genoemd en waar
in uitvoerig is gesproken over de regeling voor vrijwillige ver
vroegde uittreding die bij de laboratoria op 1 januari 1980
van kracht zou worden en die waarschijnlijk ook het produk-
tiebedrijf niet onberoerd zou laten. Er is verder van gedach
ten gewisseld over de wenselijkheid van een produktie-CAO
nu de betrokken werknemersorganisatie, zijnde thans de
Kunstenaarsorganisatie FNV, op een spoedige hervatting
van het geruime tijd geleden onderbroken overleg had aan
gedrongen. Onzerzijds is daarop gereageerd met de mede
deling dat wij meer dan twee jaren geleden bepalde voor
stellen hadden gedaan waarop nimmer werd gereageerd. Er
is rapport uitgebracht over de stand van zaken ten aanzien
van het nieuwe RVD-contract voor A-films, waaromtrent de
onderhandelingen per het einde van het jaar nog gaande
waren.
Verder is uitvoerig van gedachten gewisseld over de wense
lijkheid van toekomstige collectieve PR-activiteiten. Dit resul
teerde in de samenwerking van een publiciteitscommissie
waarin zitting kregen de heren J. Burcksen, A. Brouwer,
P. Kanters en A. Voster alsmede L. Claassen als secretaris.
Bestuurswerkzaamheden
Na de ledenvergadering van 22 juni was het bestuur samen
gesteld uit de heren G. F. De Clerck, voorzitter, Y. Brusse,
vice-voorzitter, A. W. H. Kommer, penningmeester, J. A.M.
Burcksen, R. M Fenenga, P. W. A. de Man en C. Treffers.
Als secretaris fungeerde de heer L. Claassen.
Het bestuur kwam zesmaal in vergadering bijeen waarbij
naast de hierboven reeds genoemde onderwerpen, ook tal
rijke andere zaken de revue passeerden.
Daarvan noemen wij de problematiek van de Lijst van Geen
Bezwaar, met dien verstande dat verscheidene bedrijven
die waren geadviseerd het Bondslidmaatschap aan te vra
gen, daarmede weinig haast blijken te maken, hetgeen uiter
aard niet de bedoeling is. De video-ontwikkelingen, waar
onder de videopiraterij en de uitzonderlijke tarieven, die
door de verschillende muziekleverancies worden gevraagd
wanneer gaat om videogebruik. Daarnaast werd de nodige
tijd besteed aan het beeldplaatoverleg, in welk kader o.a. op
2 mei bij Philips een demonstratie voor geïnteresserde pro
ducenten werd georganiseerd. Nadien bleek er weinig of
geen belangstelling voor collectief overleg meer te bestaan
zodat het bestuur de betrokken bedrijven tenslotte moest
laten weten dat eventueel verder gewenst overleg aande in
dividuele leden werd overgelaten.
Als follow up van het eerder genoemde AV-rapport werd
contact gezocht met Economische Zaken teneinde te ver
nemen in hoeverre dit Ministerie ook in de toekomst inge
schakeld zou kunnen blijven bij de verschillende problema-
tieken op het terrein van de AV-produkties. Dit overleg kon
gedurende het verslagjaar niet worden afgerond.
Er is verder gesproken over de gang van zaken ten aanzien
van de Frans/Italiaanse filmprijzen, waarbij opnieuw is vast
gesteld dat vooral de enorme wachttijden voor de Italiaanse
filmprijzen uiterst onbevredigend moeten worden genoemd.
Aangezien de Italiaanse filmprijzen de laatste jaren zeer
sterk in warde zijn verminderd, mag worden verondersteld
dat het hier een aflopende zaak betreft, met de Franse film
prijzen zijn er zelden of nooit moeilijkheden.
Er is voorts nog gesproken over de vergaderingen van de
Bondsraadover problemen van één van de aangesloten be
drijven met CRM betr. de produktie van een A-film; over het
afdelingsfonds en over de onbevredigende gang van zaken
bij het verkrijgen van omzetgegevens. Dit laatste betekende
dat de cijfers over 1977 pas in beging 1979 verspreid kon
den worden athans voor wat de produktiebedrijven betreft.
De laborataria zijn gewoonlijk veel sneller met het inzenden
van de enquêteformulieren aan het accountantskantoor.
Ook van de enquête over 1978 waren per het einde van het
verslagjaar de produktiecijfers nof niet bekend.
Manifestaties
In mei van het verslagjaar is van Bondswege andermaal in
samenwerking met de Rijksvoorlichtingsdienst deelgeno
men aan de Internationale Filmmarkt in Cannes, alwaar ook
ditmaal gebruik.werd gemaakt van de bekende fraaie stand.
De Nederlandse dag werd gehouden op 16 mei en kon we
derom een zeer geanimeerde bijeenkomst ten gunste van
de Nederlandsefilmproduktie worden genoemd.
De Manifestatie Opdrachtfilm 1979 is gehouden op 13 juni
in drie zalen van de Euro Cinema te 's-Hertogenbosch.
Deze manifestatie werd voor de achtste maal georganiseerd
door de Stichting Audiovisuele Manifestaties (SAM), waarin
onze afdeling is vertegenwoordigd, er zijn 34 films vertoond
voor een publiek van 225 250 personen, waaronder tal
rijke vertegenwoordigers van opdrachtgevers.
DePrix d' amsterdam werd toegekend aan de film „Dynamic
Safety", vervaardigd in opdracht van Volvo Cars, door Mul-
tifilm B.V., terwijl de SAM-prijs werd gewonnen door de film
„Dat koop ik er voor", eveneens een produktie van Multi-
film in opdracht van het voorlichtingscentrum Sociale Ver
zekeringen. Tijdens de vertoning is een selectie gemaakt
voor de Nederlandse inzending naar het twintigste interna
tionale Industriële Filmfestival dat in 1979 van 24 t/m 28 sep
tember in Stockholm heeft plaatsgevonden. Er zijn 9 films
voor dat festival aangewezen. Helaas was er ditmaal slechts
één prijswinnaar bij, namelijk de film ,,a slice of reality" die
een gedeelde derde prijs in de categorie B kreeg. De film
was vervaardigd door Toonder Studio's B.V., in opdracht
van Philips.
Er werd van 4 tot 11 aprii in de aarbeurs te Utrecht met een
collectieve stand deelgenomen aan de tentoonstelling Media-
visie. Samen met de vereniging van band/dia producenten
had de afdeling op deze tentoonstelling een informatiestand
ingericht die zich in een redelijk grote belangstelling mocht
verheugen. Een aantal producenten heeft bij toerbeurt deel
van de standbemanning uitgemaakt, waardoor de nodige
gespreide ervaringen konden worden opgedaan.
Tijdens deze tentoonstelling, die de eerste manifestatie vorm
de van audiavisuele communicatie-aspecten en die was ge
plaatst in het kader van de bekende Nederlandse Onderwijs
instelling die tweejaarlijks worden gehouden (NOT), werden
weliswaar de nodige contacten gelegd, maar bij de evaluatie
van het geheel waren toch de nodige twijfels aanwezig over
het nut van dusdanige collectieve deelname aan deze ten
toonstelling, zulks vooral ten opzichte van de daarmede ge
paard gaande kosten. In de loop van het verslagjaar bleek
dat de Stichting die als organisatrice van het geheel op
treedt en waarin ook hardware-leveranciers zitting hebben,
50