Stichting Instituut voor Opleiding van Technisch Bioscooppersoneel 59 len bij de Bondsactiviteiten. Na het sluiten van deze verga dering werd in feite reeds een periode afgesloten die vanaf 1968 had gefunctioneerd en waarbij de leden verenigd wa ren in een zelfstandig werkende afdeling binnen de organi satie, mits uiteraard ook Exploitantenraad en Bondsraad zich met de wijzigingsvoorstellen zouden kunnen verenigen. Melding moet worden gemaakt van het overlijden van de heer J.A. Beukering in leven eigenaar van het Palazzo thea ter te Grave en van de heer L.H.J. Luxembourg, oud- exploitant te Oosterhout, alsmede van een reisbioscoopon derneming. Tenslotte moet nog worden medegedeeld dat het Bestuur de afdeling vertegenwoordigde bij de opening van nieuwe en andere gedenkwaardige gebeurtenissen. De stijging van het aantal cursisten die in het voorgaande verslag werd gesignaleerd heeft zich ook in het onderhavige verslagjaar voortgezet. Weliswaar is er nog geen sprake van een spectaculaire toeneming van het aantal cursisten, maar een verhoging van ruim 10% is na een jarenlange daling toch wel het vermelden waard. Om in cijfers te spreken kan worden gerapporteerd dat in het voorgaande verslagjaar het maximale aantal cursisten 62 beliep en in het lopende jaar 70. Verder verdient het vermelding dat de sedert enige jaren ge noemde (vergeefse) pogingen om tot een vierde C-cursus te komen, in dit verslagjaar succes hebben opgeleverd, in zo verre, dat per het einde van het verslagjaar vaststond, dat in het komende jaar rrret meer dan 20 deelnemers aan een vol gende'C-cursus zou kunnen worden begonnen. Er zijn gedurende het verslagjaar 72 nieuwe werkboekjes af gegeven tegen 59 in de voorgaande periode. Ook hieruit blijkt dat er sprake is van een stijgende belangstelling voor het operateursvak, ook al moet er nog steeds gesproken worden van een tamelijk sterk wisselend bestand. Bestuur Wegens verandering van werkzaamheden legde de heer J.J. Arends uit Nijmegen zijn bestuursfunctie neer. Op voordracht van de Voedingsbonden FNV werd hij opge volgd door de heer G.B. deGraaff (Amsterdam). Afgezien van deze mutatie bleef het bestuur ongewijzigd bestaan uit de heren W.F. Dubbeldeman, Voorzitter, H. Berg, Penningmeester, O.P. Besseling, H.P.J. van der Hilst en P. Knobbe (Rijksbrandweerinspectie). Als secretaris fun geerde ook dit jaar de heer L. Claassen. Er werd gedurende het verslagjaar slechts eenmaal verga derd en wel op 18 september 1979. In die vergadering zijn de jaarstukken ongewijzigd vastgesteld en vond de gebruikelij ke rapportering plaats over de gang van zaken bij lopende cursussen, respectievelijk de examens. Ten aanzien van de C-cursus moest, in tegenstelling tot het geen in de aanhef is vermeld, op 18 september worden ge rapporteerd dat de aanmelding van gegadigden uiterst moeizaam bleef verlopen. Gelukkig is daarin in de loop van het jaar duidelijk verandering gekomen. Er is verder gesproken over de mogelijke wijziging in de op zet van de cursussen respectievelijk over de samenstelling van een vereenvoudigde cursus voor de theoretische vak ken. Een en ander hield mede verband met commentaar dat op dit terrein in de Sociale Commissie is geleverd door ver tegenwoordigers van de werknemers. Aangezien door de betrokken werknemersorganisatie een schriftelijk memoran dum op dit terrein is aangekondigd, werd tenslotte besloten de vraagstelling af te wachten alvorens zich verder in deze materie te verdiepen. Schriftelijke cursussen Ook dit jaar is alleen de schriftelijke cursus ter verkrijging van het Praktijk Certificaat in gebruik geweest, terwijl een 10-tal, voor het merendeel oud-cursisten, voor zelfstudie gebruik maakten van de nog resterende lesvoorraad betref fende de onderwerpen Elektrotechniek, Lichttechniek en Versterkertechniek. Er liepen gedurende het verslagjaar 3 cursussen. De cursus die in januari 1979 was begonnen, werd in het begin van het lopende verslagjaar beëindigd; de septembercursus 1979 heeft heeft gedurende het gehele verslagjaar gelopen en de cursus van januari 1980 loopt ge durende drie kwartalen van het ene en gedurende een kwar taal van het volgende verslagjaar. Eerstgenoemde cursus eindigde met 37 deelnemers en de beide andere cursussen telden respectievelijk 26 en 41 deel nemers. Voor de cursus die in september 1980 van start zal gaan, hadden zich per het einde van het verslagjaar 17 gegadigden laten inschrijven. Het is bij de cursussen meer en meer gebruikelijk geworden dat gedurende de eerste twee maanden, nadat de cursus is begonnen, zich nog talrijke 'laatkomers' meldden. Over het algemeen kan worden gezegd dat de belangstel ling voor de opleiding, althans voor wat het praktijkgedeelte betreft, duidelijk is toegenomen en dat ook aan de uitwer king van de bij de lessen behorende opgaven meer zorg wordt besteed dan enige jaren geleden het geval was. Toch is er nog een relatief vrij groot aantal cursisten 35%) dat geen, of zeer onregelmatig gebruik maakt van de bestaande correctiemogelijkheden, ook niet wanneer zij schriftelijk worden gewezen op de wenselijkheid en het nut van het in zenden van correctiewerk.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1980 | | pagina 60