Sociale aangelegenheden CAO voor het Bioscoopbedrijf Gedurende het verslagjaar hebben zich ver scheidene mutaties in de Sociale Commissie voor het Bioscoopbedrijf voorgedaan. De he ren A. Denker en R. H. Gerschtanowitz legden hun functies neer en in hun plaatsen zijn door het Hoofdbestuur benoemd de heren L.J.M. Geels en W. C. Wertwijn. Het voorzitterschap van Mr. H. C. Bitter werd niet gecontinueerd vanwege een constructiewijziging in de Com missie. Het werd namelijk op basis van prak tijkervaring beter geoordeeld om naast de So ciale Commissie een CAO-onderhandelings commissie te formeren waarin onderhande lingsdelegaties van werkgevers en van werk nemers zich buigen over de wederzijdse CAO- voorstellen. In deze onderhandelingscommis sie die het leeuwedeel van het jaarlijkse werk verricht, is geen direkte behoefte aan een voorzitter, eerder aan een gespreksleider die de ene maal uit de kring van de werkge vers en de andere keer uit die van de werkne mers kan worden gerecruteerd. Daarnaast blijft de Sociale Commissie bestaan die des gewenst uit dezelfde personen kan zijn sa mengesteld, welke Commissie de taken uit voert die haar conform de CAO-tekst zijn toe bedeeld. In 1981 is gekozen voor dezelfde per sonen in beide Commissies, zodat deze er als volgt uitzagen: Leden-werkgevers: de heren Drs. M. Sanders, die als voorzitter van de So ciale Commissie fungeerde en waar nodig als gespreksleider bij de onderhandelingsdelega tie, L.J.M. Geels, Drs. A. C. Voskuil en W. C. Wertwijn. Als werknemersgedelegeerden traden op: de heren A. J. Engelsman en F. H. Vellekoop na mens de Dienstenbonden FNV, alsmede de heren W. P. van Santé en G. B. de Graaf f na mens de Voedingsbond FNV. Als secretaris fungeerde de heer L. Claassen, daarbij geas sisteerd door de heer B. F. M. A. Schiphorst. De Commissie kwam gedurende het verslag jaar zevenmaal in vergadering bijeen, terwijl bovendien verscheidene malen werkgevers- overleg werd gepleegd en tevens consultaties plaatsvonden van het Dagelijks Bestuur respectievelijk het Bestuur van de Afdeling Bioscoopexploitanten over de in te nemen standpunten ten opzichte van CAO-voorstel len van de kant van de werknemers. Doordat in 1980, wegens overheidsmaatrege len, nauwelijks besluiten op sociaal gebied ge nomen konden worden, waren de CAO- onderhandelingen 1980/1981 per eind van het voorgaande jaar nog niet afgerond. Dit is pas in het eerste kwartaal van 1981 gebeurd, met dien verstande dat toen nog geen akkoord was bereikt over de gevraagde werktijdverkor ting van één uur per week. Op 9 april werd aan de leden-exploitanten per circulaire geadvi seerd alvast een aantal verbeteringen van de CAO te gaan toepassen, ook al was de CAO- periode (looptijd van 1 april t/m 31 maart) in tussen al verstreken. De voornaamste wijzigingen betroffen een uniforme provisieregeling van 2,5% van de buffetomzet, voortzetting van de prijscompen satieregelingen, één dag extra vakantie en verlaging van de VUT-gerechtigde leeftijd tot 62 jaar per 1 juli. In mei is tenslotte een akkoord bereikt over werktijdverkorting tot 39 uur per week, in gaande op 1 juni 1981, waardoor andere kostenverhogende maatregelen achterwege konden blijven. Tegen het einde van dezelfde maand kwamen vervolgens de nieuwe CAO- voorstellen van de werknemers binnen, zodat onmiddellijk met de volgende onderhande lingsronde had kunnen worden begonnen. Onder andere met het oog op de vakantiepe riode, gebeurde dit echter pas in september, ook al was er wederom sprake van een moge lijke loonmaatregel van overheidswege. Na in tensief overleg, waarbij in begin november van werkgeverszijde een serie voorstellen in het overleg zijn betrokken, werd nog juist voor het einde van het verslagjaar overeenstem ming bereikt en konden de onderhandelings resultaten begin 1982 aan het bedrijf worden doorgegeven. Het zou te ver voeren alle voorstellen hier te gaan opsommen. Er zij daarom volstaan met het vermelden van het eindresultaat dat op het volgende neerkwam: 1De prijscompensatieregeling werd gepro longeerd, waarbij sprake was van een vloer van f 260,per procent op jaarba sis per 1 juli 1981 en een vloer van f 24

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1981 | | pagina 23