Toepassing van Statuten, regiementen en besluiten Artikel 18 der Statuten Krachtens artikel 18 der Statuten is het Hoofd bestuur bevoegd disciplinair op te treden te gen leden die Statuten, reglementen of beslui ten van de Bond hebben overtreden dan wel in strijd hebben gehandeld met de algemene be langen of waardigheid van het Nederlandse film- en Bioscoopbedrijf. Als beroepsinstantie fungeert conform de wet telijke voorschriften op het gebied van de dis ciplinaire rechtspraak het College van Appèl, welk college gedurende 1981 was samen gesteld uit de heren Drs. F.L. Schimsheimer, voorzitter, Drs. W. Hofman, Mr. P.Y. Hondius, Mr. W.L van der Kolf en P.J.N.R. Ooms, le den, alsmede Mr. F.J.M, van der Flier, Mr. M.A. Graftdijk, Mr. W.B.H.A. Heskes en G.J.H. Dujardin, plaatsvervangende leden. Mej. Mr. CA. Krietemeyer fungeerde als secretaris van het College van Appèl. Het Hoofdbestuur heeft een lid-filmverhuurder de straf van boete ten bedrage van f 350,- op gelegd wegens de levering van films aan een lid-bioscoopexploitant, hoewel laatstbedoeld lid ingevolge de regeling vervat in de Bonds- voorwaarden wegens niet-tijdige betaling van filmhuur van het zakelijke verkeer tussen de leden was uitgesloten. Lijst van Geen Bezwaar Het reglement op de Lijst van Geen Bezwaar regelt de levering van films aan niet-leden en het betrekken van films van niet-leden. In 1977 heeft het Hoofdbestuur enige uitvoe ringsmaatregelen getroffen, krachtens welke de filmlevering aan niet-leden in vele gevallen kan geschieden zonder tussenkomst van de Bond, mits terzake de normen in acht zijn ge nomen die door het Hoofdbestuur zijn vast gesteld. Laatstbedoelde regeling maakt naast filmleveranties ten behoeve van besloten voorstellingen ook een levering van beperkte aard mogelijk aan filmhuizen voor openbare vertoning van moeilijk te exploiteren kunstzin nige films of films van bijzondere kunsthistori sche betekenis. Een speciale regeling is getroffen met het Centraal Filmbureau Krijgsmacht betreffende de levering van films voor vertoning in militai re kampementen.De regeling, die kort na de oorlog tot stand is gekomen, is in de loop der jaren aan de gewijzigde omstandigheden aan gepast. De voorziening van de Nederlandse televisie met bioscoopfilms vond wederom plaats op basis van het gentlemen's agreement met de N.O.S. en de omroepverenigingen. Hiervoor wordt verwezen naar het in het voorafgaande vermelde hoofdstuk "Televisie". Filmvernietiging Overeenkomstig het Reglement inzake het toezicht op de vernietiging van filmkopieën dient elk lid, dat het exploitatierecht op een hoofdfilm of bijfilm voor Nederland bezit, een kopie van zodanige film die hij wegens expira tie van bedoeld recht krachtens het licentie contract verplicht is te vernietigen, aan het Bondsbureau ter vernietiging aan te melden. De vernietiging geschiedt bij de gemeentelijke vuilverbranding te Amsterdam steeds onder toezicht van twee medewerkers van het Bondsbureau. In het verslagjaar werden 1251 kopiën van hoofdfilms vernietigd (838 in 1980) en 195 kopiën van korte films (244 in 1980). Ten behoeve van de licentiehouders en - gevers werden in al deze gevallen certificaten van vernietiging afgegeven. Uitkering aan oud-werknemers Ingevolge besluit van de algemene ledenver gadering van 1957 is het Hoofdbestuur ge machtigd om uitkeringen uit de Bondskas te doen aan oud-werknemers in het film- en bio scoopbedrijf die bij het tot stand komen van de bedrijfspensioenregeling in 1958 reeds 65 jaar of ouder waren en derhalve niet meer in aanmerking konden komen voor uitkeringen uit het Bedrijfspensioenfonds. Ook nagelaten betrekkingen kunnen van deze regeling profi teren. Het aantal personen dat uit dien hoofde uitkeringen uit de Bondskas ontving, bedroeg einde 1981 drie. Krachtens besluit van de Bondsraad worden de uitkeringen aan de prijsontwikkeling aangepast. 42

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1981 | | pagina 41