Stichting Instituut voor Opleiding
van Technisch Bioscooppersoneel
57
Met de produktie van korte kunstzinnige films, de zogehe
ten CRM-films, hadden bedrijven die bij onze afdeling zijn
aangesloten niet veel bemoeienis, waardoor ons bij het
ter perse gaan van dit verslag weinig gegevens ten
dienste staan. Toch is met dit onderdeel een produktiebe-
drag van omstreeks 3 miljoen gulden per jaar gemoeid,
zodat het wel zorgvuldige overweging verdient of dit ter
rein, zeker als er straks sprake is van een filmfonds, ge
heel aan anderen moet worden overgelaten. De totale
omzet binnen het georganiseerde AV-produktiebedrijf kan
worden getaxeerd op circa 50 miljoen gulden per jaar, ter
wijl een even groot bedrag wordt omgezet door niet-
aangeslotenen waaronder belangrijke video-bedrijven.
Ledental
Het aantal leden van de nieuwe afdeling bedroeg eind van
1981 26. Daarenboven waren in het begin van het jaar 14
produktiebedrijven op de Lijst van Geen Bezwaar ge
plaatst, waarvan er in de loop van het jaar 2 zijn afgeval
len. Telt men deze bedrijven mee dan beliep het aantal
aangeslotenen 38.
Daarnaast waren er nog 10 laboratorium- en studiobedrij-
ven in het ledenbestand opgenomen.
Vooruitzichten
Er is al opgemerkt dat er in 1981 veel zaken onafgemaakt
zijn gebleven, terwijl verder is gesignaleerd dat de be
langstelling van de leden voor het organisatorische werk
gering is te noemen. De pogingen om de reikwijdte van de
afdeling aan te passen aan de huidige ontwikkelingen op
AV-gebied zijn bij het Hoofdbestuur blijven steken. Nu me
de als gevolg van dit laatste de concurrentie van de kant
van buitenstaanders steeds belangrijker vormen aan
neemt, zal er zeker naar gestreefd moeten worden om in
het komende jaar tot een verdere herconstruering van de
afdeling te geraken. De AV-sektor is allerwege in bewe
ging hetgeen ook blijkt uit een vervolgonderzoek dat op
AV-terrein door het Ministerie van Economische Zaken in
behandeling is genomen en waarop door de organisatie
tijdig zal moeten worden ingespeeld. Daarvoor is het
groene licht van het Hoofdbestuur respectievelijk de
Bondsraad nodig en het is te hopen dat dit wordt gege
ven, voordat het te laat is.
L. Claassen, Secretaris
(over de periode 1 september 1980 t/m 31 augustus 1981)
Ook in het onderhavige verslagjaar heeft de stijging van
het aantal cursisten, die in 1979/1980 werd gesignaleerd,
zich voortgezet. Het maximale aantal cursisten beliep na
melijk 86 tegen 70 in het voorgaande jaar.
Daar komt nog bij dat ook weer een C-cursus (automatise
ring) kon worden georganiseerd en wel met 23 deelne
mers.
Zoals elders in het verslag is vermeld, startte er in dit ver
slagjaar een nieuwe cursus Elektrotechniek en wel met
36 deelnemers.
Gedurende het verslagjaar zijn 81 nieuwe werkboekjes af
gegeven tegen 72 in het jaar daarvoor, ook hieruit kan
een toenemende belangstelling voor het operateursvak
worden afgeleid.
Bestuur
Gezien zijn leeftijd, heeft de heer W. F. Dubbeldeman te
kennen gegeven zijn functie als bestuurslid en voorzitter
in maart te willen neerleggen.
Op 4 maart 1981 werd afscheid van hem genomen, waar
bij ook acte de présence werd gegeven door de voorzitter
van de Nederlandse Bioscoopbond, de heer J. Nijland, die
in een korte toespraak de kwaliteiten van de heer Dubbel
deman prees en constateerde dat de werkzaamheden
voor de opleiding door de heer Dubbeldeman reeds in de
jaren 1944/1945 zijn begonnen toen hij samen met de he
ren Besseling en Bosman plannen beraamde om na de
oorlog een opleidingsinstituut voor operateurs in het le
ven te roepen. Kort na de oorlog is dit met steun van de
Nederlandse Bioscoopbond gerealiseerd en sedertdien
heeft de heer Dubbeldeman eerst als bestuurslid en se
dert 1947 als voorzitter aan het werk van het opleidings
instituut deelgenomen. Hij speelde daarbij een bijzonder
actieve rol, hetgeen moge blijken uit het feit dat hij tevens
het voorzitterschap bekleedde van de in 1955 geformeer
de redactiecommissie, die onder zijn bezielende leiding
zorgde voor de verschijning van een losbladig uitgevoerd
tweedelig handboek der bioscooptechniek in de recordtijd
van nog geen drie jaren. Door het Hoofdbestuur en het
Stichtingsbestuur zijn hem geschenken aangeboden, dit
laatste tijdens een geanimeerde afscheidslunch.
In zijn opvolging werd gedurende het verslagjaar door het
Hoofdbestuur niet voorzien.
Verder bestond het bestuur uit de heren H. Berg, O.P.
Besseling, G. B. de Graaff, H. P. J. van der Hilst en P.
Knobbe (Rijksbrandweerinspectie). Er waren in het
bestuur twee vacatures die tot het einde van het verslag
jaar onvervuld zijn gebleven. Als secretaris fungeerde
ook dit jaar de heer L. Claassen.
Er is in de verslagperiode slechts eenmaal vergaderd en
wel op 4 maart 1981.
Cursussen
Er liepen 3 schriftelijke cursussen ter verkrijging van het
Praktijk Certificaat. De cursus die in januari 1980 was be
gonnen, werd in het begin van het lopende verslagjaar
beëindigd; de septembercursus 1980 heeft gedurende